
TJlicoten, of U ilek o o ten , d. met eene R.-Kath. kerk in de N.-Brab.
gem. Baarle-Nassau. Het bevatte in 1840 407 inw.
TJliker, of Ulekor, geb. aan de Zuid-Willemsvaart, in de Limb. gem.
Nederweert.
Ulrurn, gem. in Gron., in het westen door de Lauwerzee en in het
noordwesten door de Wadden bespoeld, en naar de landzijde ingesloten
door de gemeenten KlooBterburen, Leens en Oldehove. Hare grootte
werd in 1870 berekend op 2962 bund., een cijfer, dat door d e sed e rta an -
gevangen werken tot afslniting van het Reitdiep en het indijken van den
Westerpolder thans wordt gewijzigd. De grond bestaat nit zeeklei, hier en
daar met zand en ook met leem en schelpen vermengd. In 1811 had deze
gem. 1793, in 1822 2165, in 1840 2704, in 1876 3218 inw., in laatstgen.
jaar onderscheiden in 2224 Herv., 976 Chr.-Geref., 29 Doopsg., 5 Luth.,
68 R.-Kath. en 16 Isr. De meesten hunner bestaan van den landbouw,
doch te Zoutkamp vinden de ingezetenen meest hun onderhoud in de
vischvangst. De gem. bevat de d. Ulrum, Zoutkamp, Yierhuizen, Niekerk,
Vliedorp en Houwerzijl, benevens de geh. de Houw, de Klei, Elens, de
Hucht, Hoogte, Menneweer, Midhallum en Midhuizen.
Het d. ülrum is eene oude, aanzienlijke plaats, op twee terpen aan-
gelegd. Het bevatte in 1870 binnen de kom 644 inw. E r zijn kerken
der Herv. en der Chr.-Geref. Vroeger was er ook eene Doopsg. kerk.
U lrum e rd iep , vaart in Gron., van Schouwerzijl naar Ulrum, in 1650
gegraven.
U l s d a , geh. in de Gron. gem. Beerta, in 1840 met 44, in 1870 met
61 inw.
U lv en d , of U lv en t, geh., deels in de Limb. gem. Noorbeek, deels
in de Luiksche (Belg.) gem. st.-Maartensvoeren. Het Ned. deel had in
1870 20 inw.
U lv en h o u t, d: met eene R.-Kath. kerk in de N.-Brab. gem. Ginne-
ken c. a. Oudtijds stond hierbij het slot Grimhuysen. In 1840 telde Ulvenhout
266 inw. De omstreken van dit d. worden zeer verfraaid door
het Ulvenhoutsche-Bosch.
U n g ab u ur , geh., deels onder het d. Midlum, deels onder Herbajum,
in de Friesche gem. Franekeradeel, in 1840 met 34 inw.
UppelSChe-dijk, of U p p e lsen d ijk , b. ter wederzijde van een dijk
in de N.-Brab. gem. Almkerk c. ä , in 1840 met 522 inw.
Up p e lsch e -h o ek , of U p p e lsen h o ek , b. in de N.-Brab. gem. Almkerk
c. a., in 1840 met 170 inw.
U p p e lsch e -p o ld e r , of A lm k e rk sch e -p o ld e r , pold. van 431 bund.
in N.-Brab., deels in de gem. Almkerk c. a., deels in de gem. de
Werken c. a.
Ur, of E u r '(de), beek in Limburg, die, bij het kasteel van Stein
ontspringende, bij het steedje Urmond in de Maas valt.
U r e te rp d. aan de Veenvaart in de Friesche gem. Opsterland. Het
ligt aangenaam in het geboomte. Het heeft eene Herv. kerk. Men telde
er in 1811 1156, in 1840 1649, in 1875 1844 inw., die van de geh.
Ureterper-Verlaat en Selmien (in 1840 137) medegerekend.
U r e te rp e r -V e r la a t, geh. onder het d. Ureterp, in de Friesche gem.
Opsterland, in 1840 met 78 inw.
Urk, eil. en gem., tot N.-Holl. behoorende. Het ligt in de Zuiderzee,
op bijna gelijken afstand van den vasten wal van Holland, Friesland,
Overijssel en Gelderland. De afstand tot den mond des IJsse l’s beloopt
17,320, die tot Enkhuizen 20,280, die tot de Lemmer 20,340, die to t
Eiburg 28,200 meters. Het beslaat nog geene 81 bund. en smaldeelt zieh
in twee zeer onderscheidene deelen. Het westen, door diluvisch zand met
gerolde steenen gevormd, ligt hoog (8 el boven den zeespiegel). Het oostel.
deel bestaat uit alluvisch zand, dat doorgaans slechts 1—3 palm boven A. P.
is verheven en eindigt in een smalle landtong, de Staart, die haar ont-
staan aan de noordwester stormen van Nov. 1775 en 1776 verschuldigd
is. Onder dit alluvisch zand ligt, althans op eenige plekken, klei, en
daaronder veen. Vroeger is op Urk meermalen barnsteen gevonden, of-
schoon steeds in geringe hoeveelheid. Men ziet op het hooge ged. een twin-
tigtal putten, die het noodige drinkwater leveren. In 1637 rekende men
de bev. op 300 zielen, van welken toen 149 door eene besmettelijke ziekte
werden weggerukt. In 1750 telde men er 389, in 1789 520, in 1811 685,
in 1822 642, in 1830 789, in 1840 1130, in 1850 1205, in 1860 1391,
in 1875 1791 inw. Bij de telling voor 1870 onderscheidde men er: 1272
Chr.-Geref., 354 Herv. en 3 Isr. De visscherij maakt voor bijna alle Ur-
kers het hoofdmiddel van bestaan uit, en, daar zieh op dit eiland slechts
zelden vreemdelingen nederzetten, onderscheidt de bev. zieh in vele op-
zichten van die, welke op andere plaatsen in Nederl., zelfs aan de kust
van de Zuiderzee, wonen. Het läge deel des eilands voedt een kleinen
veestapel, meest runderen, die wegens de melk gehouden worden.
Alle huizen van Urk staan op het hooge ged., in grootere en kleinere
groepen, of geheel van elkander gescheiden. Zij vormen te zamen een
d., onderscheiden in vier wijken. De Bovenbuurt had in 1870 437, de
Binnenbuurt 300, de Achterbuurt 267 en de Havenbuurt (9 schepelingen
medegerekend) 150 inw. E r zijn kerken voor de Chr.-Geref. en de Herv.,
benevens eene school en een vuurtoren. Aan de zuidzijde van dit onre-
gelmatige d. is de ruime haven, die, in 1819 aangelegd, in 1834 en 1856
veel is verbeterd en vergroot.
Urk, in Febr. 966 door Keizer Otto de Groote ter helfte aan het st.-
Pantaleonsklooster te Keulen geschonken, kwam vervolgens, door eene gifte
van Graaf Wichman van Hameland aan het klooster te Elten. Daarna
verkregen het de Heeren of Graven van Kuinre, en eindelijk de Heeren
van Voorst. In 1660 verkocht Johan van de Werve de heerl. aan de stad
Amsterdam.