
het oosten). Vroeger was het een graafschap. Een der graven van
Salland of Salón, die ten jare 956 voorkomt, heette Everard. Een zijner
opvolgers, die vdór 1086 wordt genoemd, droeg den naam van Egbert.
Deventer en de Marken aan de Vecht zijn daarbij ingelijfd.
Sa lland, voorm. drostambt in Overijssel, bevattende het grootste deel
de onde landstreek Salland, doch zonder de 3 Overijsselsche koofdsteden,
de ambtmannij van Colmeschate, het schoutambt van Zwolle of Zwoller-
karspel, het drostambt van IJsselmniden, het hoogschoutambt van Has-
selt en de kleine steden Hasselt, Ommen, Genemniden, Hardenbergh,
Gramsbergen, Wilsum en Grafhorst. Het bevatte 9 schoutambten:
Bathmen-en-Holten, Hellendoorn, Kaalte, Olst, Wijhe, Heino, Dalfsen,
Ommen, Hardenbergh.
Salland, kwartier van de prov. Overijssel tijdens de eerste jaren
van het koninkrijk der Nederlanden (1815—1825). Het bevatte de 15
schoutambten: Bathmen-en-Holten, Dalfsen, Diepenveen, Hardenbergh,
Heino, Hellendoorn, IJsselmniden, Kamperveen, Olst, Ommen-en-den Ham,
Baalte, Schokland, Wijhe, Zalk-en-Veecaten, Zwollerkerspel.
S a lw e rd , geh. in de Eriesche gem. Eraneker.
S am b e ek , gem. in N.-Brab., ingesloten door Boxmeer, Oploo, Bakel
c. a., Venray, Vierlingsbeek en Bergen, derhalve door 4 N.-Brab. en 2
Limbnrgsche gem. Zij beslaat 3124 bund., meest dilnvisch zand, doch
in het noordwesten, waar de Maas vloeit, met eenig kleiland, en in het
zuidwesten met hoog veen. In 1822 had zij 1115, in 1840 1271, in
1875 1438 inw. Bij de telling voor 1870 onderscheidde men er: 1416
B.-Kath., 23 Herv. en 7 Isr. De landbouw maakt hun voorn. middelvan
bestaan nit. De gem. bevat de d. Sambeek en Mullem, benevens de b.
Sambeeksche-Hoek en Heikant.
H e t d. Sambeek heette oorspronkelijk st.-Jansbeek, naar den patroon
der kerk, een aanzienlijk gebonw met een hoogen, zwaren toren. In 1870
had dit d. binnen de kom 484 inw. Behalve genoemde B.-Kath. kerk, is
er een in 1843 gehouwd Herv. bedehuis.
S am b e ek sch e -H o ek , b. in de N.-Brab, gem, Sambeek, in 1840
met 287 inw.
Sam m e rpo lde r , pold. van 306 bund. in de N.-Holl. gem. Egmond-
binnen.
S andbuur, Sandbuir, of Sandebuur, geh. in de Drenthsche gem.
Boden, in 1811 met 45, in 1840 met 48, in 1870 met 40 inw.
S an d e lin g en -Am b a ch t, of Adriaan-.Pieters-Ambacht, zuidelijk
deel der Z.-Holl. gem. Hendrik-Ido-Ambacht, waaraan het door de wet van
11 Ju li 1855 is toegevoegd. Vroeger was het eene zelfstandige gem., die
rnim 332 bund. groot, in 1822 357, in 1840 390, in 1850 364 inw. telde.
De gem. ontleent h aar naam aan een rijk búrger, Adriaan Pietersz. Sandeling.
S a n d e lin g en -Am b a ch t, pold. van 296 bund. in de Z.-Holl. gem.
Hendrik-Ido-Ambacht.
Sanden, geh. onder Siddeburen in de Gron. gem. Slochteren.
S an d en b u rg , reeds in 1320 bekende ridderhofstad in de Utr. gem.
Langbroek.
Sandfirden, San tñ rd e of Z andvoort, d. met eene Herv. kerk in
de Eriesche gem. Wymbritseradeel. Het telde in 1811 67, in 1840 90,
in 1875 98 inw., die van het geh. Sandfirderrijp medegerekend. Het be-
stond reeds in 1132.
Sandfirderrijp, of d e Rijp, geh. onder het Eriesche d. Sandfirden, in
1840 met 38 inw.
Sandfort, of Santfort, b. in Limb., aan de weg van Venlo naar
Maeseyk, deels in de gem. Ittervoort, deels in Thorn. In 1840 waren in
eerstgenoemde gem. 38, in de laatste 37 bew. Deze cijfers waren in 1870
tot 63 en 51 toegenomen.
Sandoel, of Z an d d o e len , wijk van het N.-Brab. d. Eaamsdonk.
San d o e lsch e -p o ld e r , pold. van 61 bund. in de N.-Brab. gem.
Baamsdonk.
Sapmeer, drooggem. meer in de N.-Holl. gem. Graft, 27 bund. groot.
Sappemeer, of D u iv e lsm e e r , voorm. meer in Gron., in de venen.
Ofschoon het eene groote diepte bezat, gelukte het in 1618 om dit meer
af te tappen.
Sappemeer, voorm. rechtstoel in Gron., in de I7de eeuw opgericht
en tot in 1804 in stand gebleven. Het district was gevormd uit deelen
van Selwerd of ’t Goregt en het Oldambt en bevatte de veenstreek, waarin
nu Sappemeer, Hoogezand en Windeweer-en-de Lula liggen.
Sappemeer, gem. in Gron., ingesloten door de gem. Hoogezand,
Slochteren, Noordbroek, Zuidbroek en Muntendam, met eene oppervlakte
van 1302 bund. Zij bestaat uit dusgenoemden dalgrqnd (afgegraven hoog-
veen) en diluvisch zand. In 1811 had zij 2414, in 1822 2478, in 1840
3048, in 1875 4790 inw., in laatstgenoemd jaa r onderscheiden in 2562
N.-Herv., 1 W.-Herv., 602 Doopsgez., 310 Chr.-Geref., 66 Luth., 679 B.-
Kath., 78 Isr. en 3 ongen. De middelen bestaan zijn koophandel, scheep-
vaart, nijverheid — men vindt er o. a. scheepstimmerwerven, smederijen,
touwslageryen en kalkbranderijen — landbouw en veeteelt. De gem.
bevat het d. Sappemeer, de b. Kleine-Meer, Achterdiep, Jagerswijk, benevens
deelen van de b. Burgercompagnie en Tripscompagnie.
Sappemeer, aan het Winschoterdiep, sedert 1618 ontstaan, is een
fraai, welgebouwd vlek. De Herv. kerk werd in 1653, de Luth. in 1714
gesticht. Voorts zijn er kerken der Chr.-Geref., Doopsgez. en B.-Kath.,
waarvan de beide laatsten in 1845 en 1873 de vroegere kerken te Kleine-
Meer hebben vervangen. Sappemeer telde binnen de kom in 1870 1582 inw.
Sappewerf, polderl. in de N.-Holl. gem.-Heer-Hugowaard.