
D ru ten , deken. van het aartsbisdom ’s-Hertogenbosch, bevattende de
18 parochien: Afferden, Alphen, Altforst, Appeltern, Batenburg, Berg-
haven, Deest, Dreumel, Druten, Ewijk, Hernen-en-Leur, Horssen, Leeu-
wen, Maasbommel, Niffrik, Puyflyk, Warn el, Winssen.
D ru ten , gem. in Geld, op de zuidzijde van de Waal, ingeslaten door
Wamel, Appeltern, Horssen, Bergharen, Ewijk, Dodewaard, Echteld en
IJzendoorn. De oppervlakte van den bodem — in het geheel 2984 bund. —
bestaat uit vruchtbare klei, zoodat land- en ooftbouw er ruime opbreng-
sten leveren. Onder de voortbrengselen van den grond bekleedt, nevens
tarwe en andere granen, de tabak eene voorname plaats. De gem. bevat
de 4 d o rp en : Druten, Afferden, Deest en Puyflyk. Daarin telde men ten
jare 1822 2709, ten jare 1840 3340, ten jare 1860 3797, en ten jare
1872 4442 inw. Bij de laatste opgave splitste men deze bevolking in
4177 K.-Kath., 199 Herv., 5 Ev.-Luth., 2 Doopsg., 58 Isr. en 1 ongenoemde.
Het d. Druten is längs den Waaldijk gebouwd en eene zeer aanzienlijke
plaats, daar zij in 1840 1583, in 1860 1820, in 1872 2090 inw. telde.
Onder de gebouwen onderscheidt men de R.-Kath. en de I-Ierv. kerk, de
Synagoge en het Huis te Druten. In eene oorkonde uit de tweede helft
der 12de eeuw, een giftbrief van Aartsbisschop Philips van Köln (Keulen)
wordt Druten Truhtene genoemd.
D u b b e l, riv. op het Eiland-van-Dordrecht, die, aan de oostzijde bij
den Biesbosch ontstaan, in eene noord-westelijke richting naar het Mallegat
loopt. In de 12de eeuw liep deze rivier verder westwaarts door den
tegenwoordigen Zwijndrechtschen-Waard, doch dit gedeelte heeft sedert
den naam van Devel gekregen. De Dubbel wordt in 1064 onder den
naam van Düble vermeld.
D u b b e ld am , gem. in Z.-Holland, uitmakende het middel- en zuider-
gedeelte van het Eiland-van-Dordrecht, eenige eilanden in den Biesbosch,
de Krabbe en het poldertje Klein-Koningrijk op den Hoekschen-Waard-
Zij wordt omringd door de gemeenten ’s-Gravendeel, Groote-Lindt, Zwijn-
drecht, Dordrecht en Sliedrecht (Z.-Holl.), Werkendam, Dussen c. a.,
Made-en-Drimmelen en Hooge-en-Lage-Zwaluwe (N.-Brab.).
De gem. is in den jongsten tijd twee malen in uitgestrektheid ge-
wijzigd. Bij de wet van 27 December 1856 werd daarmede de gem.
Wieldrecht vereenigd, benevens de oosthelft van de gem. de Mijl. Bij de
wet van 19 Ju n i 1871 heeft zij daarentegen eenige bunders nabij hot
spoorwegstation Dordrecht aan de hoofdplaats van het arr. verloren.
Dubbeldam had den 30 Ju n i 1871 3797 inw., maar met het aanbreken
van den 1 Ju li gingen 191 aan Dordrecht over. Op 1 Jan . 1872 telde
het 3566, den 1 Jan . 1873 3579 inw. In 1860 telde men er 2934 Herv.,
45 Chr.-Afg. (Chr.-Geref.), 1 Luth. en 40 R.-Kath.
Dubbeldam is ongeveer 6090 bund, groot en bestaat geheel uit vruchtbare
kleipolders en buitengronden. Het bevat het d. Dubbeldam, do
buurten de Mijl on Wieldrecht, de geh. Willemsdorp en Kop-van-het-Land.
Het d. Dubbeldam is niet groot, maar fraai gelegen, waartoe het land-
goed Dubbelstein en eenige kleinere buitenverblijven veel bijdragen. De
Herv. kerk is een net, maar geenszins indrukwekkend gebouw. In 1421
is het oude Dubbeldam door den st.-EIizabethsvloed ondergeloopen. Eerst
sedert 1589 is h et allengs teruggewonnen, doch hoevele zorgen en kosten noo-
dig zijn om het tegen ovevstrooming te beveiligen, kan blijken uit de omstan-
digheid, dat de Aloisenpolder of Bovenpolder-van-Dubbeldam acht malen
is ondergevloeid, t. w. in December 1652, Nov. 1653, Maart 1662, December
1665, Jan u a ri ,1682, Maart 1715 en September 1717. Alleen de kosten
der laatste herdijking beliepen / 161,811.
D u b b e ld am s ch ep o ld e r , of O ude -Land-v an-D ubbe ldam, pold.
in de gemeenten Dordrecht en Dubbeldam, in 1589 door eene kade omringd
en in 1603 bedijkt. Zij is 637 bund, groot, waarvau 518 onder
Dubbeldam en 119 onder Dordrecht behooren.
D u b b e le -B u u r t, buurt in de N.-Holl. gem. Haarlem, aan het Zuider-
Buiten-Spaarne.
D u b b e le -B u u r t, buurt in N.-Holland aan den Overtoom, onder de
gem. Nieuwer-Amstel.
D u b b e le -W ie r ik k e , vaart in Z.-Holl., uit den Hollandschen-IJsscl
bij de Goe-Jan-Verwellesluis naar de b. Nieuwerbrug.
D u b b e lin g , of D u b b e lin k , havez. in de Overijsselsche gem. Ambt-
Delden, achtereenvolgens eene bezitting der geslachten Rammelman, Blanck-
foort, von Munohhausen en van Heeckeren.
D u b b e lm o n d e , voorm. d. in Z.-Holl., bij den watervloed van 18
Nov. 1421 te gronde gegaan.
D u b b r o e k , g e t. in de Limb. gem. Maasbree.
D u ffe l, of D u ffe lt, landstreek op de grenzen van Nederland en
Pruissen, aan de zuidzijde van den Rijn. In de middeleeuwen een gouw,
schijnt zij toen met de Betuwe verbonden en door den Rijn en de Waal
naar drie zijden omspoeld te zijn. Het oord wordt ten jare 720 als pagus
Dublen, in 793 als pagus Dubia en in 891 als Duvelero-Marca vermeld.
Sedert de 12de eeuw kwam de Duff'el deels aan Gelder, deels aan Cleve.
Door de verpanding op last van H ertog Arnold in 1445 werd de Duffel geheel
met Cleve vereenigd, hetgeen bevestigd werd door een bepaalden afstand in
1473 u it naam van H ertog Karel de Stoute. Bij de grensregeling met Pruissen
van 7 October 1816 werden de dorpen Kekerdom en Leuth van den
Duffel aan Nederland afgestaan.
D u ffe l, of D u ffe lt, bedijking in Pruissen en Nederland, waarvan het
bestuur geregeld is naar aanleiding eener overeenkomst van 9 Ju n i 1821.
Zij omvat de Pruissische dorpen Duffel ward, Keeken, Bimmen, Mehr en Niel,
benevens de Nederlandsche dorpen Kekerdom en L euth. De geerfdendagen
worden te Cleve gehouden onder gemeenschappelijke leiding van een Pruis-
sischen en een NedBrlandschen Commissaris, van welken de laatste door
den Commissaris des Konings in Gelderland wordt benoemd. De besluiten
en begrootingen der geerfden zijn onderworpen aan de Pruissische regee-
ring .te Düsseldorf en der Gedeputeerde Staten van Gelderland te Arnhem.