
de hoofdplaats van het Halve-Ambt. Het werd door den Kersvloed van
1717 deerlijk geteisterd. In 1840 had het 688, in 1860 553 inw.
Bagbon, buurt in de N.-Brab. gem. Princenhage, in 1840 met 210,
in 1860 met 206 inw.
Bagijnenhoek, zuidwestelijk deel van het vlek Boxmeer.
Bahr, bannerij in Gelderland, achtereenvolgens in bezit der Heeren
van Bahr, der Graven van Menrs, der Graven van Egmond en der Graven
van Bronkhorst. Door het huwelijk van de eenige dochter van Graaf
Diederik van Bronkhorst, kwam deze bannerij, in de eerste helft der 17de
eenw, aan den Bijngraaf en Prins van Salm-Salm Leopold Pilip Carel,
wiens nakomelingen haar den Heeren van Westerholt verkocht hebben,
welke haar bij verkoop overgaven aan de Staten van Gelderland. In 1471
is de heerlijkheid Lathum daarmede vereenigd geworden.
Bahr, buursch. in de Geld. gem. Angerloo, in 1840 met 144, in 1860
met 143 inw. In den hertogelijken tijd stond hier het kasteel Bahr,
het stamslot der bannerheeren van dien naam, dat op Hemelvaartsdag
1495 op last van Hertog Karel van Egmond werd ingenomen en gesiecht.
Bajorzuno of Bajaurana, voorm. Priesch vlek, dat in 880 door
de Noormannen werd verwoest.
Bajum, of B a y u r n , d. in de Friesche gem. Hennaarderadeel, in
1840 met 108, in 1860 met 119, in 1870 met 151 inw. De kerk,
die den Herv. behoort, bewaart eene oude doopvont.
Bakel, d. in de N.-Brab. gem. Bakel-en-Milheeze, in 1860 met 241
inw. E r is eene R.-Kath. kerk. Reeds ten ja re 721 was dit d. bekend.
Toen schonk Herelaef er goederen aan den geloofsprediker Willebrord.
Het komt in den giftbrief daarvan onder den naam Baclaos voor. In
Januari 1511 is Bakel door Gelderschen, in September 1599 door de
Spanjaarden geplunderd.
Bakel-en-Milheeze, gem. in de prov. N.-Brab., tusschen Deurne,
Vlierden, Lierop, Helmond, Aarle-Rixtel, Gemert, Oploo en Sambeek
(N.-Brab.) en Venray (Limb.) Op eene oppervlakte van 7587 bund., bevat
het het d. Bakel, de buurt Milheeze, en de geh. Zand, Genenend, Bsp,
Neerstraat, Nienwereind, Mathyseind, Benthem, Overschot, Hilakker, Schonw,
Ravensgat, Brug, Rijpelberg, Brouwhuis, Kruisschot, Grootel en Kawei. De
grond is zand, en in de Peel (in ’t oosten der gem.) hoog veen, dat reeds
ten deele is afgeveend. Aan de Bakelsche-Aa ligt klei. De landbouw is het
hoofdbedrijf der ingezetenen, wier aantal in 1822 1549, in 1840 1756 en
in 1870 1777 beliep. Onder laatstgenoemde opgave waren 1773 R.-Kath.
en 4 Herv. begrepen.
Bakelsche-Aa, beekje in de gemeenten Deurne en Bakel, dat uit de
Peel komt en in de Aa of Ade valt.
B ak en b e rg , prächtig landgoed in de gem. Arnhem.
Bakendorp, heerl. en geh. in de gem. Baarland, in 1840 met 51,
in 1860 met 41 inw. E r is een overzetveer van Zuid-Beveland naar
Zeeuwsch-Ylaanderen.
Bakenes, voorm. d. in Kennemerland, dat in dp eerste helft der
14de eeuw bij Haarlem is getrokken.
Bakenhage, voorm. havez. in de Overijsselsche gem. Ambt-Delden,
het stamhnis der Heeren van Bake, Baeke of Baecke, die reeds in 1267
in de gesch. voorkomen.
Bakervond, geh. in de N.-Brab. gem. Goirle.
Bakerweerd, of Baakerweerd, geh. in de Geld. gem. Steenderen.
Bakhuisterhoog, gedeelte van een hoogen zandrug in Gaasterland,
bij Bakhuizen.
Bakhuizen, d. in de Friesche gem. Gaasterland, met eene R.-Kath.
kerk. Het vormt in administratieven zin met Mirns één dorp, ofschoon
beiden meer dan i nur van elkander verwijderd lig g e n . Zij hadden in
1840 te zamen 572 en in 1870 812 inw.
Bakkersdam, dam in Zeeland, 1789 door het Coxysche-Gat gelegd,
waardoor Cadzand aan den vasten wal werd gehecht.
Bakkershagen, schoon landgoed in de Z.-Holl. gem. Wassenaar,
thans met de Paauw den geheel uitmakende, dat aan Prin s Frederik
der Nederlanden toebehoort.
Bakkerskil, een der voornaamste killen van den Biesbosch, onder
Werkendam, de Werken c. a. en Dnssen.
Bakkeveen, dorp, in administratieven zin onder het Friesche dorp
Duurswonde behoorende. Het ligt niet ver van de Drenthsche grens, in
een fraai, boschrijk oord. Siard, abt van Mariëngaard, stichtte er ten
jare 1225 den uithof Mariënhof, die het middelpunt werd van eene buurt.
Later werd er ook eene kapel gebouwd. Doch in den Spaanschen tijd
verminderde Bakkeveen door de plnnderingen der krijgslieden tot een
gehucht van 2 huizen. Naarmate echter in volgende jaren de Dragtster-
vaart werd verlengd, verhief zieh het onde Backefene, zoodat het van
lieverlede weder in eene aanzienlijke buurt werd herschapen, die in 1860
432 inw. telde. In 1856 is er eene Herv. kerk met pastorie gesticht, na-
dat het twee jaren te voren een eigen hulpprediker had bekomen.
Bakkeveenstervaart, zuidoostelijk deel der Dragtstervaart.
Bakkum, heerl. in de N.-Holl. gem. Castriçum, waarvan het 't noor-
delijke deel uitmaakt. Oorspronkelijk een deel van Egmond, had Bakkum
eenige eeuwen een zelfstandig bestuur gehad, toen het ten tijde van Keizer
Napoleon bij Castricum werd ingelijfd. De heerl. bevat de oude buurt
Bakkum, waar in den grafelijken tijd eene kapel stond, en eenige ver-
strooide huizen. Men telde er in 1811 110 en in 1840 176 inw. Koning
Willem I bezat hier vele woeste gronden, die hij zorgvuldig heeft doen
ontginnen.