
Nieuwerkerk, voorm. d. in de Zeeuwsche landstr. Zuid-Beveland,
in 1530 door oyerstrooming te gronde gegaan.
Nieuwerkerk, voorm. d. in Zeeuwsch-Vlaanderen, tusschen Biervliet
en Axel, door overstroomingen in de 14de en 15de eeuwen vernietigd.
Nieuwerkerk, of Nieuwerkerk-aan-de-Drecht, voorm. d. in het
tegenw. Noord-Holl., tusschen Sloten en Heemstede. In vroegere eenwen
was het eene aanzienlijke plaats. Doch het Haarlemmermeer beknelde het in
het begin der 16de eeuw zoo hevig, dat de kerkelijke en wereldiÿke overheid
in 1515 verklaarde, dat jaarlijks zoo hier als het aanpaiende Rietwijk
gemiddeld 25 morgen lands wegspoelden. Er waren toen, behalve de kerk,
nog 28 hnizen, een zelfde getal als er ook in 1632 werden gevonden, doch
in 1687 was het d. reeds eene prooi ,der golven. Van het ambacht was bij
het droogmalen van het Haarlemmermeer nog bijna 49 bund. over, waarop
één huis, dat toen binnen de droogmakerij werd ingesloten. Dit huis
werd aan de nieuw-opgerichto gem. Haarlemmermeer, bij de wet van 11 Ju li
1855, toegevcegd, en het overblijvende, dat bij Zuid-Schalkwijk c. a. en
vervolgens bij Haarlemmerliedo was ingedeeld, door de wet van 13 Jnni
1857 met Sloten vereenigd.
Nieuwerkerk, of Nieuwerkerk-op-den-IJssel, gem. in Z.-Holl.,
ingesloten door de gemeenten Moordrecht, Zevenhuizen, Capelle-aan-den-
IJsse l, Onderkerk en Gouderak. In 1870 bedroeg de grootte 1939 bund.,
doch door de indeeling van den drooggem. Prins-Alcxanderspolder is
dit cijfer eenigzins gewijzigd. Langs den Hollandschen-IJssel, die de
ooster grens helpt vormen, en in den Prins-Alexan lerspolder ligtklei. Ove-
rigens bestaat de grond meest uit laag vcen. In 1822 had Nieuwerkerk
1111, in 1840 1668, in 1875 2297 inw. Bij de telling voor 1870 was
deze bev. onderscheiden in 1950 N.-Herv., 1 W.-Herv., 14 Ev.-Luth., 1 Chr -
Geref. en 151 R.-Kath. Vroeger voor het meerendeel veenlieden, zijn zij
in den laatsten tijd meerendeels landbouwors en veefokkers geworden. Behalve
het d. Nieuwerkerk, liggen in do gem. de b. ’s-Gravenweg en Kortenoord.
Het d. Nieuwerkerk ligt op een kwartier afstand van den Rhijn-Spoor-
weg, die aldaar een station heeft nabij den grooten weg tusschen Rotterdam
en Gonda. Het telde binnen de kom in 1870 454 inw. E r is eene
Herv. kerk. In 1400 en vervolgens heeft het veel van den Iloekschen en
Kabeljauwschen tweespalt, en in 1682 van overstrooming te lijden
gehad.
Nieuwerkerkepolder, pold. op het Zeeuwsche eil. Walcheren, in
1661 bedijkt en ruim 106 bund. .groot.
Nieuwerkerkerpolder, kleine pold. tusschen den Haarlemmermeer
en Lutkemeer, in de N.-Holl. gem. Sloten.
Nieuwersluis, schans of vesting in de Utr. gem. Loenen, ter plaatse
waar de Rechte-Angstel uit de Vecht is geleid. De vesting is in 1673
op last van Prins Willem XII gesticht, en in 1745 vernieuwd. In 1875
is daarbij, ten noorden der V echtbrug, eene schutsluis in de rivier gebouwd.
In 1787 was de schans na een korten tegenweer der patriotten door de
Pruisen bezet, in 1795 na de opeiscbing door den Generaal Daen-
dels, door do Staatsche troepen verlaten. In de 17de eeuw heeft Nieu-
wersluis een korten tijd eene Herv. gem. gevormd, doch na den dood van
den eersten predikant is geen tweede beroepen. Het station Nieuwersluis
van den Rhijnspoorweg ligt ongeveer tien minuten ten westen van de
schans. Deze had in 1870 178 bew.
Nieuwer-ter-Aa, d. in Utr., deels in de gem. Ruwiel, deels in de
gem. Loenersloot.' E r is eene Herv. kerk. Nieuwer-ter-Aa ligt aan den
Angstel. Het telde ip 1840 117 inw. in Ruwiel en 72 in Loenersloot,
welke cijfers in 1870 waren gewijzigd tô t 118 en 64.
Nieuw-Erve, heerl. op het Zeeuwsche eil. Walcheren, in de gem.
. Ritthem, 176 bund. groot. Zij bevat alleen verstrooide woningen, in
1840 met 41 inw. Vroeger stond er ook het gesloopte kasteel Nieuw-Erve.
Nieuweschans, of Nieuwe-Schans, gem. in Groningen, op de
grenzon van Hannover, door welke Pruiss. prov. zij in het oosten is
bepaald. Naar het noorden, westen en zuiden, grenst zij aan de gem.
BeertaenBellingwolde. Zij beslaat 774 bund., genoegzaam ailes klei, doch
voor een klein ged. laag veen. In 1822 had zij 836, in 1840 934, in
1875 1154, inw. t. w. 1071 Herv., 7 Luth., 6 Doopsg., 1 Chr. Geref., 13
R.-Kath., 53 Isr. en 3 ongeuoemdën. Behalve landbouw, maken door-
tocht, kleiuhandel, scheepvaart en andero burgerlijke bedrijven de hoofd-
bronnen der welvaart uit. De gem. bevat het vlek de Nieuwe- of
Langerakkerschans, de b. de Hamdijk en het geh. Oude-Zijl.
Het vlek, de voormalige vesting Nieuweschans, vroeger veelal de
Langeakkerschans genoemd, dagteekeDt uit de eerste helft der 17de eeuw.
Deze sterkte, op last van Ernst Casimir aangelegd, werd in 1628 voltooid.
De grond, aan de Aa gelegen, behoorde oorspronkelijk tôt Oost-Eriesland,
hetgeentot verscbillende vertoogen bij de Staten aanleiding gaf, doch wegens
deze inbezitneming van terrein werd met den Graaf in 1636 eene overeen-
komst getroffen. De vestingwerken zijn eerst in de laatste jaren gesloopt.
Men telde er in 1840 731, in 1870 626 inw. E r zijn kerken der Herv.
en der Isr. De schans is in den zomer van 1672 door de Münsterschen
bezet, doch in den nacht van 21 op 22 Juli 1673 door Rabenhaupt her-
overd. In 1795 werd de schans door de Eranschen, en in 1813 door de
Kozakken bezet. Den 31 December 1833 zette eene doorbraak den
geheelon omtrek onder water. Den 1 November 1868 werd de spoorweg
van hier op Winschoten geopend.
Nieuwe-Schans, geh. in de Geld. gem. Appeltern, nabij Alphen.
Nieuwe-Schieveensche-polder, pold. in de Z.-Holl. gem. Over-
schie, in 1853 uit een vroegeren veenplas gewonnen, 164 bund. groot.
Nieuwe-Schild, geh. op het N.-Holl. eiland Texel, met eene in 1844
aangelegde haven. Het had in 1840 32 inw,