
Voorschoten, in eene zeer bevallige streek. Zij telde met de verstrooide
huizen in den omtrek in 1840 647 inw.
V ian en , of L an d -v an -V ian en , voorm. heerl. tusschen Holland,
Utrecht, Culemborg, Leerdam en Ameide, omvattende de tegenwoordige
gemeenten Vianen, Heicop-en-Boeicop, Lexmond, benevens het noordoost.
deel van Meerkerk. Oorspronkelijk een deel van Teisterband, kwam deze
streek later aan het geslacbt van Beusichem. Zij werd een afzonderlijke
heerl. toen Zweder van Culemborg, omstreeks het einde der 12de eeuw, een
kasteel te Heelsloot, later Vianen, bouwdo. De naam van Vianen wordt
het eerst gelezen in eene oorkonde van 1272. In 1418 stierf met
Hendrik van Vianen het geslacht der Heeren van Vianen uit, waardoor
de heerl. in het geslacht van Brederode kwam. De Brederode’s werden
in bet hezit opgevolgd door de Graven van Dohna en vervolgens door
de Vorsten van Lippe-Detmold. In 1725 kochten de Staten van Holland
deze heerl. aan. Ofschoon met Holland verknocht, was zij niet bij deze
prov. ingelijfd ; ja, de Heeren van Vianen beweerden altoos soevereine
rechten te bezitten. Van 1801 tot 1805 behoorde Vianen tot het
département Utrecht, doch bij de grondwet van 1805, zoowel als bij
die van 1814, werd Vianen uitdrukkelijk aan Holland toegekend.
V ian en , derde kant. van het Z.-Holl. arr. Gorinchem, bevattende de
9 gem.: Asperen, Everdingen, Hagestein, Heicop-en-Boeicop, Heukelom,
Leerdam, Lexmond, Schoonrewoerd, Vianen.
V ia n en , kerk. ring der klasse Gouda der Herv. Kerk, bevattende de
11 gem.: Vianen, Ameide-en-Tienhoven,Everdingen, Groot-Ammers, Hagestein,
Heicop-en-Boeicop, Langerak-bezuiden-de-Lek, Lexmond-Acht-
hoven-en-Lakerveld, Meerkerk, Nienwpoort, Noordeloos.
V ian en , gem. in Z.-Holl. ingesloten door de Z.-Holl. gem. Hagestein,
Everdingen, Hei-en-Boeicop en Lexmond, benevens door de
Utr. gem. Jaarsveld, IJsselstein, Vreeswijk en Tull-en-’t W aal, loopende
de grens naar de zijde van het Sticht door het midden van de Lek.
Vianen is 1672 bund, groot en bestaat geheel nit kleilanden. In 1811
had Vianen 1753, in 1822 1946, in 1840 2588, in 1876 3366 inw. Bij
de telling voor 1870 vond men e r: 2013 Ned.-Herv., 3 W.-Herv., 13
Chr.-Geref., 10 Luth., 9 Bem., 1 Doopsgez., 1 Episc., 1003 R.-Kath.
en 45 Ned.-Isr. Landbouw en veeteelt maken hun hoofdbedrijf uit. Voorts
beoefenen zij steenbakkerij, visscherij en enkele andere neringen. De
gem. bevat de stad Vianen en de b. Helsdingen.
De stad Vianen had in 1870 1917 inw. Zij is aan den Zuider-Lekdijk
gelegen, en, ofschoon klein van omvang, welgebouwd. De Voorstraat, die de
stad van het noorden naar het zuiden doorsnijdt, is niet alleen buitenge-
meen breed, maar veelal met fraaie huizen bezoomd. Van het voorm.
kasteel, Batestein genoemd, kan men weinig meer dan de plaats aanwijzen.
Het Stadhuis en de Herv. kerk zijn bezienswaardige gebouwen. Genoemde
kerk bevat o. a. eene graftombe van Heer Beinoud van Brederode, die
in 1556 te Brussel overleed. Te Vianen vindt men ook eene R.-Kath.
kerk en eene Synagoge. Aan de oostzjjde der stad ligt de sluis, die uit
de Lek toegang geeft tot het Zederikkanaal. In het Vianensche bosch
zijn de begraafplaatsen der Herv. en R.-Kath. Op de eerstgenoemde prijkt
een ijzeren gedenkteeken voor den waterbouwkundige J a n Blanken Jansz.
Tot de herinneringen van Vianen behooren: de oproeren door den bastaard
Reinier van Broekhuizen verwekt, in 1473 en 1477; het aftrekken van
gezegden Reinier, in 1480; de verovering der stad door de Utrechtschen,
ton gevolge van het verraad van Gijsbert van Bast, in 1482; het verstärken
van Vianen en Batestein door Hendrik van Brederode en het
bezetten der stad door Erik van Brunswijk, in het voorjaar van 1567 ;
de bezetting door de Eranschen, in 1672; het ongestoord binnentrekken
der Pruisen door de voor hen gesloten poorten, in 1787.
V ian en , zeer verstrooide b. in de N.-Brab. gem. Beers, in 1840 met
168 inw.
V ianen, b. in de Zeeuwsche gem. Ouwerkerk, aan het Keeten. E r is
een veer op Stavenisse (eil. Thölen) en eene aanlegplaats der stoomboo-
ten. In 1840 telde men er 80, in 1870 100 inw.
V ian en , pold. van 346 bund. in de Z.-Holl. gem. Vianen.
V ic to r ieb e r g , twee hoogten in Geld, bij het d. Elspeet, waarop
jaarlijks paaschvuren gestookt worden.
V ie l, geh. in de Limb. gem. Bingeirade, in 1840 met 75, in 1870
met 78 inw.
V ie rak k e r , d. met eene nieuwe R.-Kath. kerk in de Geld. gem.
Warnsveld. In het noorden ligt het adel. landgoed Vierakker, in het
zuiden (tegenover de R.-Kath. kerk) het adel. huis Suideras, te midden
van schoono dreven. Men telde er in 1840 526, in 1872 527 inw.
V ie r - Ambaohten, streek in het noorden van het oude graafschap
Viaanderen, bevattende de vier ambachten Assenede, Axel, Bouchoute
en Hulst. Zjj werden door Keizer Hendrik IV in 1057 aan Graaf Bou-
dewijn V geschonken, doch door Keizer Erederik I in 1218 aan den
Hollandschen Graaf Willem I toegekend. In 1221 werd het bezit der
Vier-Ambachten op nieuw aan Viaanderen bevestigd. In 1252 verklaarde
Koning Willem van Holland de Vier-Ambachten door Gravin Margaretha
verbeurd, waarop hij deze streek aan J a n van Avesnes, Graaf van Hene-
gouwen, schonk. Ofschoon niet door den Hennewier bemachtigd, bleven
Jan ’s opvolgers aanspraak maken op de Vier-Ambachten, tot Graaf
Willem I I I van Holland, den 6 Maart 1323, daarop zijne rechten aan
Graaf Lodewijk I van Viaanderen afstond. Van de Vier-Ambachten is
door de veroveringen der Staatschen in den Spaanschen oorlog een
aanzienlijk ged. aan de Vereenigde-Nederlanden gekomen, namelijk de
ambachten van Hulst en Axel geheel, benevens van het Asseneder-
Ambacht de vesting Sas van Gent, en van het Bouchouter-Ambacht
de vesting Philippine met de naaste omstreken.