
oorlogschepen tegen de Holländers, in 1420; de twist met den Heer ran
Buckhorst, in 1448; het verkrijgen van het nitsluitend recht op het Ka-
terveer, in 1464; de terugkeer van Wolfgang van Ittersum, in 1466; de
inneming van het Huis te Rechteren, in 1483; het geschil met Kämpen
en Deventer over de vaart op den IJssel, in 1490; het aannemen van Hertog
Karel van Gelder tot bescherenheer, in Ju li 1521; de mislukte poging van
Karel van Gelder, om Zwolle te dwingen, hem als opperheer te ontvangen,
den 4 Maart 1524; inhuldiging van George Schenk van Toutenberg
als vertegenwoordiger van Keizer K arel V, den 31 Maart 1528 ; de vervolging
der Lutheranen, in 1532; het vonnis, waarbij Hasselt het recht isontzegd
om eene brug over het Zwartewater te leggen, in 1545; de schanddaden
der „kinderen van den Emmelenkamp”, in 1554 en 1555; het in beslag
nemen der Lieve-Vrouwekerk door de Herv., in 1566; de inlegering
van Spaansch krijgsvolk, in 1571; de watervloed van 1 November
1571; het binnenkomen van Staatsch krijgsvolk onder den Graaf van
den Bergh, den 10 Augustus 1572; de voetval van Burgemeester Jan van
Haert voor Don Frederik, na de inneming van Zutphen, in 1572; het
binnenlaten van den Graaf van Rennenberg en de toetreding der stad
tot de Unie, in 1579; het vernielen der beeiden in de kerken, in 1580;
het fnuiken van een opstand der Spaanschgezinden, den 17 Jn li 1580;
het verijdelen van een aanslag van Spinola, in 1606; de watervloed van
19 Eebruari 1651 ; het afbranden van de Berkumerbrug door de Miln-
sterschen, den 3 Ju n i 1665; de overgave aan de Münsterschen en Ken-
lenaren, den 23 Ju n i 1672; het aftrekken des vijands, in Mei 1674; de
komst van Prin s Willem I I I , den 19 Februari 1675; de binnenlandsche
geschillen, in 1690; de watervloed van November 1775; de watervloed
van 1784; de burgergeschillen, van 1783 tot 1787; de aansluiting van
Zwolle bij de groote omwenteling, den 30 Januari 1795; de komst der
Kozakken, den 12 Nov. 1813; de komst van Koning Willem I, den 2
Juni 1818; de watervloed van Eebruari 1825; de intocht van Koning
Willem I I , den 18 Mei 1842; de opening van den spoorweg van Hattem naar
Zwolle, den 6 Ju n i 1864; de opening van den spoorweg van Deventer
naar Zwolle, den 1 Oct. 1866 ; de opening van den spoorweg van Zwolle
naar Meppel, den 1 October 1867 ; de verbetering der slüizen aan. het
Katerveer, in 1873.
Zwolle, b. in de Geld. gem. Eibergen, in 1840 met 245, in 1872
met 231 inw. Wellicht is het ’t Swelle uit eene oorkonde van 1025, tenzij
onder dit Swelle het Sualengoed onder Didam verstaan moet worden.
Zwollerkerspel, gem. in Overijssel, ingesloten door de gemeenten
Zalk c. a., Wilsum, IJsselmuiden, Grafhorst, Genemuiden, Zwartsluis,
Hasselt, Staphorst, Nieuw-Leusen, Dalfsen, Heino, Wijhe en Heerde, terwijl
zjj op hare beurt de gem. Zwolle binnensluit. De gem. beslaat 14,283
bund., deels klei*, deels zand* en deels uit veengronden. In 1811
had Zwollerkerspel 3464, in 1822 3715, in 1840 3900, in 1860 4735, in
1876 5355 inw., in laatstgenoemd ja a r onderscheiden in ; 3966 Herv.,
292 Chr.-Geref., 5 Doopsg., 1078 R.-Kath., 8 Isr. en 4 ongenoemden.
Veehouderij, zuivelbereiding en landbouw zijn hunne voornaamste midde-
len van bestaan. Ook zijn er steenbakkerijen, waarvan die te Oldeneel
door stoom wordt gedreven. De gem. bevat het d. Windesheim, een
deel van het d. Mastenbroek, de b. Nieuwe-Wetering, Oude-Wetering,
’s Heerenbroek, Westenholte, Yoorst, Spoolde, Schelle, Oldeneel, Harculo,
Hoog-Zuthem, Ittersum, Zaine, Wijthmen, Herfte, Berkum, Langenholte,
Haarst, Genne en Holten, benevens de geh. Cellemuiden, Robolligehoek,
Hasselterdijk, Genne-Overwaters, Zeedijk, Biswetering, Laag-Zuthem en
Streukel.
Bg den mond van IJssel en Willemsvaart vindt men het vermaarde
Katerveer.
Z w o llin g e rk am p , voorm. havezathe in de Ov. gem. Wanneperveen,
in 1840 gesloopt.
Z w o ls c h e -d ie p , inham van de Zuiderzee, van de Voorst bij Vollen-
hove en de Ramspolle bij het Kampereiland in de oostelijke richting tot
aan den mond van het Zwartewater. Het Zwartewater en de oostelijke
armen van den IJssel loopen daarin uit. Wegens de ondiepte van een
groot deel dezer golf zijn van 1845 to t 1848 aan den mond van het
Zwartewater twee leidammen in zee aangelegd, waarvan de zuidelijke bij
de haven Kraggenburg eindigt. Over dien aanleg zgn echter voortdurend
klachten aangeheven.