
Bellingewolde, gem. in Gron., tusschen Nieuwe-Schans, Wedde,
Ylagtwedde en Prnissen, groot 7073 bund. De grond is van zeer onder-
scheiden aard. In het noord-westen bestaat hij uit klei, in h et noord-oosten
uit laag veen, in het midden uit diluvisch zand en in de geheele zuidelijko
helft uit hoog veen, waarvan een deel is afgegraven. Van hier dat nevens
landbouw en veeteelt, de veenderij een voorname tak van bestaan voor de
ingezetenen nitmaakt, wier aantal, in 1822 nog slechts 2358, in 1840 tot
2946 en in 1870 tot 3924 was toegenomen. In laatstgenoemd jaa r onder-
scheidde men hen in 3847 Herv., 1 Ev.-Luth., 4 Doopsgez., 11 Christ.-
Geref., 18 E.-Kath. en 43 Isr. De gem. bevat de dorpen Bellingewolde,
Vrieschelo en de Oude-Schans, de buurten Leete, de Bovenstreek, Ham en
Wester, benevens de geh. de Straat, Koudenhoek, Klein-Ulsda, Vrieschelo-
sche-Heide, de Bult, Draaijerij en Veendijk.
Het d. Bellingewolde, in 1860 met 1187 inw. binnen de kom, ligt nabij
de Duitsche grens, op een zandigen grond, en kenmerkt zieh door een
schoonen aanleg en rijke boerenhoven. Het eenige kerkelijke gebouw is
dat der Herv. gemeente. In 1438 had dit d. bij de binnenlandsche be-
roerten veel te lijden.
B e l l i n g e w o ld e r d i e p . watering in Bellingewolde, die naar het Buis-
kooldiep voert.
Bellingewoldermeer, voorm. meer op de Hannoversche grens, door
afwatering en plantengroei in het ondiepe water verdwenen.
Bellingewolderzijl, sluis, die h e t water uit Bellingewolde, längs de
Tjamme naar den Dollard afroert.
Bellinkhof, buurt in de Overijsselsehe gem. Ambt-Almelo. Zij telde
in 1860 1184 inw. De havezathe Bellinkhof is sinds 1460 bekend.
Belmonte, prächtig landgoed in de Geld. gem. Wageningen.
Belmermeer, drooggem. meer in de Noord-Holl. gemeenten Broek-
in-Waterland, Nieuwendam en Eansdorp. Het werd lediggemalen van
1624—1628, en is 141 bund. groot.
Belt (de), geh. in de N.-Holl. gem. Wieringen.
Belteklap, geh. in de Gron. gem. ten Boer.
Belt (de), of Zandbelt, westelijk deel der buurtschap Zandbelt-en-
Schutsloot, in de Overijsselsehe gem. Wanneperveen.
Belterbeek, beekje in de Overijsselsehe gem. Ambt-Hardenbergh. Het
ontstaat in het Bruchterbroek en valt in de Vecht.
Belterwijde, groote veenplas in de Overijsselsehe gemeenten Wannoperveen
en Ambt-Vollenhove, ten deele door een bij storm met overstroo-
ming bedreigden weg van de Beulakerwijde gescheiden.
Beltrum, d. met E.-Kath. kerk in de Geld. gem. Eibergen, in 1840
met 1068, in 1860 met 1022 inw.
Bemelen, gem. in het hert. Limburg, ingesloten door erg-en-Ter-
blijt, Heer, Cadier-en-Keer* Wijlre en Oud-Valkenburg, 355 bund. groot.
De grond bestaat uit Limburgsche klei en rijst in heuvelen omhoog, die
tot 120 voet hoogte hebben. Uit de groeven van Haagwilder worden
bouwsteenen gewonnen. In 1822 had deze gem. 208, in. 1840 235 en in
1870 253 inw. A l de ingezetenen zijn E.-Katholieken en bestaan voor
het meerendeel van den landbouw. Behalve h e t d. Bemelen, bevat de
gem. ook het geh. Gasthuis.
Het d- Bemelen ligt 1 uur ten oosten van Maastricht, aan den
wester voet van het gebergte. Het heeft eene E.-K. kerk en eene
bevolking van 138 inw. in 1840, of 142 in 1860. In de nabuurschap,
op de grenzen van Amby en Heer, ligt een tumulus, de Tomme ge-
noemd, die, vroeger aanmerkelijk hooger, zieh nu nog 20 voet boven
het maaiveld verheft. Zijne middellijn is 120 voet. In de middeleeuwen
hieven de Heeren van Valkenburg en hunne opvolgers, de Hertogen
van Brabant, hier een toi van allen, die längs de door de Eomeinen
aangelegde heerbaan reisden. Een roofslot alhier werd in 1490 door de
Maastrichtenaars ingenomen en gesiecht.
Bomelerhoido, heuvel bij het Limb, dorp Bemelen, waar in 1827
een Eomeinsch kerkhof werd ontdekt, waaruit men meer dan veertig
voorwerpen der oudheid, onder anderen rood aardewerk, heeft opgegraven.
Bemmel, gem. in Geld, tusschen de gem. Huissen, Duiven, Panner-
den, Millingen, Gent, Eist en Valburg. Zij is groot 4219 bund., en
vormt een der schoonste gedeelten van de Over-Betuwe. De grond, een
vruchtbare klei, brengt voortreffelijke tarwe, nevens tabak, kersen en andere
veldvruchten voort. Ook zijn er vele schoone, uitgestrekte, welbeplante
landgoederen. De bevolking, die in 1822 2749 zielen bedroeg, was in
1840 tot 4126 en in 1870 tot 4903 geklommen. Bij de volkstelling van
1860 onderscheidde men hen in 585 Ned.-Herv., 3 Waalsch-Herv., 4 Ev.-
L u th ., 1 Herst.-Luth. ,• 1 E p is c ., 3 P re sb ., 3929 E .-Ka th ., 12 Isr. en
1 ongen. De gem. bevat de dorpen Bemmel, Angeren, Doornenburg en
Eessen, de buurten Haalderen, de Honderd-Morgen en Doornik, benevens
de geh. Heuvel, Baal, Bergerden en Houtakker.
Het d. Bemmel, aan den Waaldijk, is groot en wijd uiteen gebouwd.
Het ligt allerbevalligst uithoofde der menigte van landgoederen, die het
omringen. Daartoe behooren het Huis te Bemmel, de Kinkelenburg, Strijd-
hagen, de Leemkuil, enz. Men vindt er verder eene Herv. en eene E.-
Kath. kerk. In 1840 waren er 1270, in 1860 1450 ingezetenen.
Bemmelsclie, Gentsche-en-Ooische-polder, pold. in de Geld,
gemeenten Bemmel en Gent, 207 bund. groot. Vdör 1655 lag het Ooische
deel van dezen polder aan de andere zijde van de Waal.
Bemmelstraat, geh. in de N.-Brab. gem. Beek-en-Donk.
Bemuurde-Weerd, voorstad van Utrecht, in den bisschoppelijken
tijd en nog zelfs onder de Eepubliek eene stad op zieh zelve, met eigene
muren en poorten.