
weiden, bestaat. Längs den IJsse l ligt klei; al het overige bestaat uit
diluviaal zand, dat tot schilderachtige heuvelen opklimt, waarbij eenigen
die omstreeks 100 meter hoog zijn. In 1822 had deze gem. 4327, in
1840 6663, in 1878 10,280 inw., in laatstgen. jaa r ondersoheiden in :
7975 Ned.-Herv., 15 W.-Herv., 1 Eng.-Herv., 105 Chr.-Geref:, 33 Luth.,
8 Doopsgez. 4 Rem., 2093 R.-Kath., 45 Isr. en 1 ongen. De d. der
gem. zijn: Velp, Dieren, Rheden, Ellekom, Middachtersteeg en Spankeren.
Voorts bevat zij de b. Wort-Rheden, Soeren, Rhedersteeg en Havik-
kerwaard, benevens het geh. Eraterwaard.
Het d. Rheden, in 1840 met 965, in 1872 met 1325 inw. ligt aan een
ouden arm des IJsse l’s, de Laak geheeten. Een beroemd geslacht had
hier vroeger zijn stamhuis. E r is eene Herv. kerk. Ook vindt men er
het schoone landgoed Heuven.
Bhederoord, groot en schoon landgoed in de Geld. gem. Rheden.
Bhedersteeg, b. in de Geld. gem. Rheden, in 1840 met 2'23, in 1872
met 216 inw.
Rhee, geh. in de Drenthsche gem. Vries, in 1870 met 37 inw.
Rheese, of Rheezs, b. in de Overijsselsche gem. Hardenbergh (ambt),
in 1840 met 196, in 1870 met 184 inw.
, Rheeserveen, of Roszerveon, geh. in de Overijsselsche gem. Hardenbergh
(amht) in 1840 met 56, in 1870 met 211 inw.
Rhenen, oude heerl. aan den Rijn en de Node (de Grehbe), zieh
noordwaarts uitstrekkende tot Woudenberg en Scherpenzeel. Zij is in 1178
grootendeels met h e t bisdom Utrecht vereenigd, door het afsterven van
den laatsten Heer, Godfried van Rhenen, Bisschop van dat Stift. Eenige
afgelegen goederen zijn echter a an Gelderland gekomen.
Rhenen, tweede kant. van het Utr. arr. Amersfoort, bevattende de
6 gem.: Amerongen, Leersum, Maarn, Renswoude, Rhenen, Veenendaal.
Rhenen, kerk. ring der Utr. klasse Wijk bij Duursteda, bevattende
de 9 gem.: Amerongen, Doorn, Driebergen, Eist, Leersum, Over-Lang-
broek, Renswoude, Rhenen, Veenendaal.
Rhenen, of Renen, gem. in Utr., palende in het noordw. aan de
gem. Veenendaal, in het westen aan Amerongen, in het zuiden aan de
Geld, gem. Lienden en Kesteren, in het oosten aan de Geld. gem. Wa-
geningen en Ede.
Zij wordt in het zuiden door den Rijn bezoomd en door de Grebbe
deels doorsneden, deels in het noordoosten bepaald. De grond — in het
geheel 4393 bund. — wordt gevormd ten deele uit diluvisch zand en voor
een klein deel uit klei. Deze grond ligt over het geheel zeer hoog. De
Heimenberg verheft zieh tot 40, de Buurtsche Berg to t 67 el boven
den zeespiegel.
In 1795 had (Rhenen 1630, in 1811 1922, in 1822 2377, in 1840 3274
in 1875 4150 inw., in laatstgen. jaa r onderscheiden in : 4055 Ned.-Herv.,
5 W.-Herv., 1 Eng.-Herv., 17 Doopsgez., 7 Chr.-Geref., 6 Ev.-Luth.,
1 Herst.-Luth., 2 Angl., 25 R.-Kath. en 31 Isr.
Onder de middelen van bestaan neemt de tabakBbouw den eersten
rang in.
De gem. bevat de stad Rhenen, het oostelijk deel van het d. Eist, de
b. Achterberg, de Grebbe en Remmerden.
De stad Rhenen ligt op den noorder-Rijnoever, op körten afstand van
den stroom, op deels glooiend grondvlak, zoodat het noordelijk deel
eenige vrij steile straten heeft. De stad had in 1870 280 huizen en
1612 ingezetenen.
Rhenen is eene oude stad, daar reeds in een stuk in 855 van de
villa Rhenen wordt melding gemaakt. Nadat zij aan het Sticht was gekomen,
werd zij in ’s lands zaken gekend : b. v. in 1354 bij het uit-
vaardigen van een bisschoppelijken brief. In 1346 versterkte Bisschop
Jan van Arkel de stad op zijne kosten met muren — wellicht nieuwe
vesten ter vervanging van vroegere. In 1840 zijn de poorthuizen ge-
sloopt. De stad heeft een marktplein van kleine afmeting en 10 straten.
Het voornaamste gebouw van Rhenen is de Cunerakerk, die van hoogen
ouderdom is en in de tweede helft der 16de eeuw aan de Hervormden kwam.
De hooge, schoone toren dezer kerk is van den 11 Mei 1492 tot de
28 Mei 1531 opgetrokken.
Voorts heeft Rhenen een in 1738 vernieuwd Stadhuis. Na de komst
van Eriedrich van de Pfalz, Koning van Bohemen, hier te lan d e in 1621,
werd voor hem te Rhenen een paleis geboawd, dat tot 1812, onder den
naam van het Koningshuis, het westelijk deel der stad versierde, maar
toen werd afgebroken.
Tot de historische herinneringen van Rhenen behooren: de overrom-
peling door de Utrechtschen, op den 14 Februari 1483; de overwinning
op de Bourgondiërs en Cleefschen, in 1499; de verrassing van Rhenen,
door de Gelderschen, den 14 November 1527; het aftrekken der Gelderschen,
in Ju li 1528; de huldiging van Keizer Karel V, den 20 November
1528; het binnentrekken der Eranschen, in 1672; het oproer in den zomer
van 1703; de verkleefdheid door de ingezetenen aan de oude regenten
betoond na de omwenteling van 1795.
Rhenensche-Tiude-en-Achtertaergsche-Hooilanden, pold. van
885 bund. in de Utr. gem. Rhenen.
Rhenenscheu-Waard, smalle uiterwaard vo<5r de Utr. stad Rhenen,
aan de Rijn.
Rhenoy, of Renoy, d. in de Geld. gem. Beest, aan de Linge. Er
zijn kerken voor de Herv. en R.-Kath. In 1840 telde men er 319, in
1872 345 inw. Vooral in 1784 en 1809 heeft het d. veel door watervloeden
geleden. Oudtijds stond te Rhenoy een slot, hetgeen Graaf Reinald van
Gelder in 1287 aan Johan van Ilerve als erfkastelein toevertrouwde,
doch in het begin der 16de eeuw door de Holländers gewonnen en vermeid
werd.