
E em n e s-B u iten , d. in het noorden der gem. Eemnes, met eene aan-
zienlijke Herv. kerk. In 1840 had het 954, in 1860 936 inw. Ten tijde
van Koning Willem I I was hier, naar de zijde van Laren, eene inrichting
van onderwijs voor R.-Kath. blinden.
Eems, rivier in de Pruissische provinciën Westphalen en Hannover en in
Nederland. Zij ontspringtop de Sennerheide, neemt de Lutter, de Bever, de
Werse, de Ahe, de B aase en de Leda op, en valt, na aan de D ollard een deel
Yan haar water toegevoerd te hebben, op beide zij den van het eiland Borkum
in de Noordzee. Duitsche geologen beweren, dat de Beneden-Eems, hetzij van
Rheine, hetzij van hleppen het benedenpand van de Weser is geweest, alvorens
deze zieh door de Porta-Westphaliea bij Minden een weg baande. De voor-
naamste steden aan de Eems zijn Warendorf, Telgte en Rheine, in de
prov. Westphalen ; Lingen en Meppen in de prov. Hannover; Delfzijl in
Nederland. Vroeger lag ook Emden, de grootste stad van Oost-Fries-
land, aan de Eems, doch door de aanhechting van Nesserland lieeft
Emden thans alleen door een kanaal met de Eems gemeenschap.
E em s, of D ep a r tem en t-v an -d e -E em s, volgens de Staatsregeling van
1788 het eerste Departement der Bataafsche-Republiek. Het was saam-
gesteld u it de prov. Groningen en Ommelanden, het westelijke en noord-
oostelijke deel van Friesland en den noordelijken uithoek van Drenthe.
Het was verdeeld in 7 ringen, die tot hoofdplaatsen hadden : Dokkum,
Leeuwarden, Boisward, Dragten, Groningen, Middelstum, Winschoten.
E em ste r , of E em sh o om , buurt in de Drenthsche gem. Dwingelo,
in 1811 met 120, in 1840 met 179, in 1860 met 213 inw.
E em sw ou d e , of Ym sw o u d e , geh. onder het Friesehe d. Tjerkwerd
(Wonseradeel). Bij dit geh. begon de aanslijking van de Middelzee, waarom het
eerst-ingepolderde land van dien zeearm de Eemswouderhem is genoemd.
E em ten (de), geh. in de Drentsche gem. de Wijk.
E en, of Eden, d. of kerkbuurt in de Drenthsche gem. Norg, uit drie
groepen bestaande, die in 1811 100, in 1840 134, in 1860 135 inw. telden.
Door zijne zware eiken is het zeer bekoorlijk. De kerk, eene stichting
der Chr.-Geref. van 1858, Staat in het Zuideind of Zuid-Een.
E en d eb e ek , beek in de Overijsselsche gem. Tubbergen en Vriezen-
veen, die in de A a valt.
E en d je , buurt in de N.-Brab. gem. Vucht.
Eendragt. pold. in de N,-Holl. gem. Texel, in 1846 bedijkt en 247
bund, groot.
E en d ra g t, of E en d ra ch t, stroom tusschen Zeel, en N.-Brab., die uit
de Ooster-Schelde, längs den vasten wal en Tholen, naar het Slaak en de
Mosselkreek loopt.
E en d ra g tp o ld e r , pold. in de N.-Brab. gemeenten Nieuw-Vossemeer
en Halsteren, in 1697 bedijkt en 243 bund, groot.
E en d r a g tp o ld e r , pold. in de Z.-Holl. gemeenten Goudswaard en
Piershil, in 1653 en 1654 gewonnen en 1272 bunder groot.
E en d ra g tp o ld e r , pold. in de Z.-Holl. gem. Stellendam, in 1780
bedijkt en 578 bund, groot.
E en d r a g tp o ld e r , pold. in de Z.-Holl. gem. Zevenhuizen, in 1760
bedijkt en 985 bund, groot.
E en d r a g tp o ld e r , pold. in de Zeeuwsche gem. Zaamslag, in 1777
omdijkt en na de overstrooming van 1808, weder beverscht, 170 bund, groot.
E en e in d , geh. in de N.-Brab. gem. Nuenen c. a.
E en -en -V ijftig -M o rg en , pold. in de Z.-Holl. gem. IJsselmonde,
48 bund, groot.
E en ig en b u r g , d. met eene Herv. kerk in de N.-Holl. gem. st.-Maarten,
aan den voet van den W est-Frieschen-Zeedijk, die het van de Zijpe scheidt.
In 1295 stichtte Graaf Floris V hier het kasteel Eenigenburg, dat echter
reeds in 1297 door de West-Friezen werd vernield. Het d. had in 1840
160, in 1860 182 inw.
E on ig en b u rg , pold. van 179 bund, in de N.-Holl. gem. st.-Maarten.
Eonrum, gem. in Groningen, die in het noorden door de Wadden
bepaald, naar de landzijde door Kloosterburen, Leens, Winsum en Bailo
wordt ingesloten. Zij is 2876 bund, groot en heeft een vruchtbaren klei-
grond. In 1822 had zij 1791, in 1840 2391, in 1860 2518 in 1873 2779
inw. die zieh in het laatstgen. jaa r onderscheidden in 2276 Herv., 2 Luth.,
84 Doopsgez., 155 Chr.-Geref., 229 R.-Kath. en 33 Israelieten. De land-
bouw die rijke oogsten geeft, is hun hoofdbedrijf. Verder beoefenen de
inw. de veeteelt. Ook zijn in Eenrum 5 korenmolens, 1 montmolen, 1
mostaardmolen, 1 grutterij, 1 bierbrouwerij, 1 kalkbranderij, 7 leerlooie-
l'ijen, 1 ververij en 7 grofsmederijen. De gem. bevat 4 dorpen : Eenrum,
Pieterburen, Westernieland en Wierhuizen, benevens de geh. Deikum,
Drieborg, de Hander, de Horn en de Streek.
Het d. Eenrum is van hooge oudheid. Het had in de middeleeuwen vele
adellijke huizen, die in de burgeroorlogen echter verwoest zijn. De Herv.
kerk heeft een hoogen fraaien toren, die in 1652 werd voltooid. Met de
geh. dé Hander, de Horn en de Streek, had Eenrum in 1840 1150, in
1860 1115 inw.
Eenrum, geh. onder het Gron, dorp Eexta (gem. Scheemda).
Een um , fraai gelegen d. met eene Herv. kerk in de Gron. gem.
’t Zandt, in 1840 met 163, in 1860 met 211 inw., die van het geh. R andelweer
daaronder begrepen. Oudtijds vond men er den bürg Alberda. In 1506
is het d. door de Groningers, in 1590 door Staatsche benden geplunderd.
E en um , geh. in de Gron. gem. Oldehove.
E e rb e ek , d. in de Geld. gem. Voorst, in 1840 met 747, in 1860 met
809, in 1872 met 859 inw., die bf in den landbouw òf in het papierma