
Grootven, geh. in de N.-Holl. gem. st.-Maarten.
Groot-Vuilkoop, pold. in de Utr. gem. Houten, 300 bnnd. groot.
Groot-Waakemeer, voorm, meer van ongeveer 10 bund. oppervlakte
bij het Friesche d. Duurswolde (gem. Opsterland).
Groot-Waspik, bet deel der gem. Waspik, hetwelk het d. Waspik,
benevens de geh. Buyt en Scharlo, te zamen 1320 bund., bevat.
Groot- Wijngaarden, geh. bij het Friesche d. Langezwaag (gem.
Opsterland).
Groot-Zeewijk, groote boerderij in den Noordpolder, onder de Gron.
gem. Warffum, beroemd wegens de daar gedreven wetenschappelijken
iandbouw.
Groot-Zuidoreind, geh. bij het Friesche d. Hieslum (gem. Wonseradeel).
Groot-Zundert, of Hertgang, d. in de N.-Brab. gem. Zundert, aan
den grooten weg van Breda naar Antwerpen, in 1840 met 1217, in 1870
met 1329 inw., meerendeeis landbouwers. T ot op de tijden van Keizer
Karel V woonden hier vele lakenwevers en lederbereiders, doch de zware
brand van 1554 die wel 200 huizen vernielde, deed de nering dier werk-
lieden geheel verloopen. De voornaamste gebouwen zijn het gemeente-
huis, de B.-K, en de Herv. kerk. T o t 1849 stond bij Groot-Zundert het
Huis te Haar, ook wel het Hof genoemd.
Gros (de), geh. in de Gron. gem. Hoogezand.
Grosthuizen, d. met eene Herv. kerk in de N.-Holl. gem. Avenhorn,
in 1870 met 359 inw. Het maakte tot de wet van 13 April 1854 eene
afzonderlijke gem. uit, van 370 bund. oppervlakte. Zij had in 1822 235,
in 1840 307, in 1860 375, in 1870 384 bew. In 1572 heeft dit dorp in
den oorlog door de inlegering van Staatsche troepen veel geleden.
Group, b. in de Z.-Holl. gem. Westmaas, uitmakende eene heerl. die
in 1840 177 inw. telde. Deze heerl. was tot in de 16de eeuw slechts een
gors, dat toen met andere rijpe slikken werd ingedijkt.
Grouw (de), breede stroom in Friesland, die uit het Pikmeer naar
de Boome loopt.
Grouw, d. in de Friesche gem. Idaarderadeel, waaraan het ten hoofd-
plaats strekt. Op een vöoruitstekende piek lands gebouwd, wordt het aan
drie zijden door de Grouw en het Pikmeer bespoeld. Eerst sedert 1769 heeft
het eene voldoende gemeenschap te lande met de overige rijwegen der
provincie verkregen, en sedert 1 September 1868 een Station van de
staatsspoorwegen. Grouw, of Grouwerga, is eene zeer fraaiei welvarende
plaats, die vooral door scheepvaart en handel in hout, boter, kaas enz.
to t bloei is gekomen. Men telt er verscheidcne scheepstimmerwerven,
uurwerkmakerijen en molens. In 1840 telde men in de kom van het
d. 1429 en in 1870 1586 inw. Men vindt er een gemeentehuis, een
marktplaats, 2 kerken (waarvan een den Hervormden, een den Doopsge-
zinden behoort), een telegraafkantoor en eene nieuw-aangelegde bcgraaf-
plaats. Een groot aantal boerderijen in een wijden omtrek behoort tot
dit dorp, van waar het beroemde geslacht Halbertsma afkomstig is. Te
Grouw verloor Wybe Jarichs in 1496 door zijne vijanden het leven.
Grovestins, stins to Koudum, in de Friesche gem. Hemelumer-Olde-
phaert-en-Noordwolde. De Grovestins te Gaastmaburen in Tietjerkstera-
deel, en die te Engelum in Menaldumadeel zijn gesloopt. Grovestins te
Heerenveen is verbouwd tot gemeentehuis van Schoterland. Deze vier
stinsen waren de stamzetels van een beroemd geslacht.
Grubbenvorst, gem. in Limb., die, door Horst, Broekhuizen, Arcen-
en-Velden, Maasbree en Sevenum ingesloten, eene oppervlakte beslaat
van 4438 bund. Längs de Maas, die de oostgrens vormt, ligt klei. Ove-
rigens ecbter.bestaat de grond uit diluvisch zand. In 1822 had deze gem.
1195, in 1840 1321, in 1874 1431 inw., meest allen landbouwers. In
1874 onderscheidde men hen in 1429 B.-Kath. en 2 Herv. De gem. bevat
de dorpen Grubbenvorst en Lottum, de b. Broekeind, Baaieind en Hout-
huizen, benevens de geh. Heijerhoeven, Veestraat, Homberg, Wilder, de
Bleek, het Opperdonk, Broekhuizerweg, het Hoogbroek, Op-de-Kampen,
Aast, Konijnskamp en Californie.
Het d. Grubbenvorst, in 1840 met 219, in 1870 met 204 inw., ligt aan
de Maas. Het heeft eene B.-Kath. kerk en eenige overblijfselen van een
kasteel. Oudtijds gingen de knapen van Grubbenvorst tegen vastenavond
rond om fooien ie jagen, die hun veelal rijkelijk werden geschonken.
Voor het verkregene geld kocht de jeugd versnaperingen en bier, dat onder
vroolijke scherts gedurende den vastenavond in de school werd genuttigd.
Gruisberg, een der heuvelen, waarop de stad Nijmegen is gebouwd.
Grunsfoort, buitenverblijf in de Geld. gem. Benkum, dat onlangs
dezen naam heeft verkregen ter vervanging van dien van den Kortenberg.
De Kortenberg was namelijk aangelegd op de gronden van het oude
Geldersche slot Grunsfoort, waarvan de Heer van Blois, echtgenoot van
Machteid van Gelder, zieh in 1372, en de Heer vaD Montfoort zieh in
1379 meester maakte. Het werd omstreeks 1780 gesloopt.
Gulik, of Jülich, voorm. hertogdom, waarvan de geschiedenis nauw
met die der naburige Nederlanden is saamgeweven. Beeds ten jare 912
komt zekere Graaf Gerhard van Gulik in oorkonden voor, en in 1029
werden Gérard en Giselbert graven in de Gulikergouw genoemd. De er-
felijke opvolging vindt men eerst gestaafd sedert de tijden van Graaf
Willem I (1147—1168) en zijn broeder Gerhard. Aanvankelijk was het
graafschap zeer klein. Willem V verkreeg van Keizer Frederik I I de
voogdij over de stad Aken, hetgeen dien Graaf echter het leven kostte, daar
hij in 1277 binnen genoemde rijksstad met zijn oudsten zoon verslagen
werd. Willem V II werd door Keizer Lodewijk in 1337 tot Markgraaf, en