
maar deze dorpen werden daarmede, door hertogelyke giften, den 10 Februari
5, vereenigd. ü it het huis van Brabant kwam de heerl. in 1466 aan dat
van Pallandt, ten gevolge waarvan Keizer Karel V in 1516, ten gunste van
Floris van Pallandt, Wittern to t een graafsehap verhief. Door erfrecht
vtel Wittern vervolgens ten deel aan bet huis Cnlemborg, en in 1597
aan dat van Waldeck.
George Friedrich van Waldeck beweerde van Koning Carlos I I in 1689
de souvereiniteit over Wittern ontvangen te hebben. Ten gevolge daarvan
achtten de volgende graven zieh van den leenband tot Brabant ontslagen
en gerechtigd tot de zitting op de landdagen van den Westphaalschen
kreits.
In 1717 kwam het graafsehap Wittern door koop aan de Heer van
Brettlach of Pretlach, in 1720 aan den Graaf van Giech en vervolgens aan
de Graven van Plettenberg, die er in 1712 een Capucijnerklooster stichtten.
In 1794 wefd het graafsehap door de Franschen in bezit genomen en
vervolgens met het departement van de Neder-Maas vereenigd.
‘Wittern, gem. in Limb., tusschen Slenaken, Gulpen, Wijlrd, Voe-
rendaal, Bocholtz, Simpelveld, Orsbach, Yaals, Gemmenich, Sippenae-
ken, Beusdal en Teuven, van welke Orsbach tot Pruissen, en de drie
laatstgen. gem. tot Belgie behooren. Wittern is 3571 bund. groot en be-
staat meest mt hooggelegen heuvelachtige gronden, doorgaans met mergel of
Limb, klei overdekt. Aan de Geul, de Selzerbeek en de Eys vindt men
ook beekklei.
In 1822 had deze gem. 2820, in 1840 3325, in 1876 4 0 2 2 inw. In
laatstgen. ja a r vond men er geene dan E.-Kath. inw. De landbouw is hun
gewoon mrddel van bestaan. Eene papierfabriek vindt men in het d.
Mechelen.
De gem. Wittern bevat de d. Mechelen, Wittern, Wahlwiller, Nijswiller,
Eys en Epen, de b. Schweyberg, Kommerstraat, Hilleshagen, Partey,
Over-Eys, Banenheide, Trintelen, Eyserheide, Terpoorten, Terzijt en
Eperheide, benevens de geh. Overgenl, Gracht, Dijk, Dal, Bissen,
Kosberg, Höfke, Broek, Hurprisch, Bommerig, Berg, Theenen, Helle,
Ginsterberg, Elzet, Cartils, Plaat, Smitsberg, Kuttingen en Diependal.
De gem. is samengesteld nit het voorm. graafsehap Wittern, benevens de
heerl. Epen en Cartils.
Het d. Wittern is niet groot, zoodat het in 1840 slechts 130 en in 1870
niet meer dan 129 inw. binnen de kom vereenigde. Een groot deel der
bev. bestaat n it paters Eedemptoristen, die sedert 1835 het in 1732 door
Graaf Ferdinand van Plettenberg gesticht Capucynerklooster bewonen.
De kloosterkerk is een merkwaardig gebouw. Het oude slot van Wittern
is vervallen. Het werd in 1286 door Walram van Valkenbnrg te vergeefs
aangevallen. In 1568 werd Wittern, waar Protestantsche predikers
sedert 1566 het Evangelie verkondigden, op last van Alba bezet, doch
de Graaf van Cnlemborg wien het toebehoorde, wist het weder te bemächtigen.
In 1578 nam Parma het in bezit.
Te Wittern zijn tijdens het Belgisch bestunr, in 1838, overblijfselen van Komeinsche
vazen en andere oudheden opgedolven, die naar Brussel zijn
vervoerd. Uit hoofde van zoodanige oudheden hebben de oudheidkundigen
Wendelin en Foulon in dit d. het Atuatuca der Bomeinen willen terug-
vinden. Van Wittern spreekt de oudste oorkonde, als Witham in 1135.
Witten, geh. in de Drenthsche gem. Assen, in 1811 met 80, in 1840
met 86, in 1870 met 70 inw.
Wittepoort, fraai landgoed bij Neerbosch in de Geld. gem. Nijmegen.
Wittewerf, geb. op het N.-Holl. eiland Marken, in 1840 met 42,
in 1870 met 55 inw.
Wittewierum, d. in de Gron. gem. te r Boer, van hoogen ouderdom,
daar de kerk reeds in 1261 door eene tweede werd vervangen. Omstreeks 1209
werd hier de abdij Bloemhof gesticht, die tot 1566 in stand bleef. Aan de
witte kleeding der paters van dit convent heeft het d., dat vroeger alleen Wierum
heette, den naam van Wittewierum te danken. Binnen de kom telde
men in 1840 76 inw. Met de onderhoorigheden beliep de bev. in 1870
775 zielen. Sedert 1600 behoort de kerk aan de Herv. In 1505 roofden
de Groningers het vee der Wittewierummers. In 1515 werd de bev.
gebrandschat door Saksers. Bij den inval van Graaf Lodewijk van Nassau
in 1568 behaalden de Staatschen hier een voordeel op den Spaanschen be-
velhebber, den Heer van Groesbeek.
Wittewijk, vaart en b. in de Drentsche gem. Smilde, loopende van
de Smildervaart in westelijke richting tot nabij de Friesche grens. Eenige
roeden veen scheiden het meest westelijke punt van de Stellingwerver-Com-
pagnonsvaart onder Nieuw-Appelscha. Te vergeefs is tot heden getracht
eene verbinding tusschen beide vaarten tot stand te brengen.
witveen, of Wittevoon, b. onder het Friesche d. Oostermeer (Tiet-
jerksteradeel), in 1840 met 240 inw. Vroeger stond er eene Doopsg. kerk,
die in 1835 werd afgebroken, nadat de gem. in 1778 met die van Eotte-
valle was vereenigd.
Woensdrecht, voorm. d. in de N.-Brab. gem. Woensdrecht-Hpo-
gerheide-en-Hinkelenoord. Het vormt thans eene wijd uiteen gelegen buurt,
in 1840 met 792 inw. Van de oude parochiekerk, die door de Span-
jaarden werd verwoest, doch sedert hersteld en tot 1809 door de Herv.
gebruikt, is n ogde toren over. Oudtijds was in Woensdrecht ook een kasteel.
E r is te Woensdrecht een Station van den spoorweg Bergen-op-Zoom Goes.
Woensdreeht-Hoogerheide-en-Hinkelenoord, gem. in N.-Brab.,
naar de landzijde door de gemeenten Bergen-op-Zoom, Huybergen- en
Ossendrecht bepaald, en naar het westen door de Schelde bespoeld, be-
halve op de piek, waar de spoorwegdam sints 1867 Noord-Brabant met
Zeeland vereenigt. De gem. is uit een deel van he t oude Markgraafschap
Bergen en de voorm. Zeeuwsche heerl. Hinkelenoord samengesteld, be-
sloeg in 1870 ruim 7127 bund. en heeft deels diluvische zand-, ten deele klei-
gronden. In 1822 had zij 1194, in 1840 1375, in 1876 2510 inw. B(j de
telling voor 1870 was de bev. onderscheiden in 2172 E.-Kath., 35 Herv.,