
G ie te rh o o g te , heuvelaehtige streek in de Drenthsche gem. Gieten,
17 el boven A. P . of 10 el hooger dan de oeverlanden der naburige
Oostermoersche-Vaart. Met sierlijk geboomte getooid, levert de/c streek
zeer aangename wandelwegen op.
G ie te r v e en , d. in de Drenthsche géra. Gieten. In 1795 was het
slechts eene b ., met 211 inw. Sedert 1840 bezit het eene Herv. kerk,
zijnde het getaî inw. van 1840 tôt 1870 van 595 tôt 673 gestegen.
G ie te r v e en s ch e -k a n a a l, vaart in het oosten der Drenthsche gem.
Gieten.
G ie thm en , of G i e tm e n , b. in de Overijsselsche gem. Ambt-Ommen,
in 1840 met 149, in 1870 met 173 inw.
G ie th o o rn , gem. in Overijssel, die door Steenwijkerwold, Ambt-Vol-
lenhove en Wanneperveen wordt ingesloten en 3898 bund. beslaat. De
lage grond bestaat geheel uit laag veen, met het Giethoornsche meer,
het Bovenwijde en andere wateren daartusschen. Yanhier dat de veenderij
er een der voomaamste bronnen van bestaan nitmaakt. De geringe land-
bouw bepaalt zich genoegzaam tôt eenige bnnders, waar men aardappelen
poot. Eenige ingezetenen leven van vogelvangst en visscherij, van het
scheepstimmeren, smeden, enz. Het aantal ingezetenen bedroeg in 1822 1163,
in 1840 1570, in 1873 1801. E r waren in laatstgen. jaar 919 Doopsgez.,
868 Ned.- Herv., 8 Chr.-Geref. en 6 R.-Kath. Behalve het d. Giethoorn,
bevat de gem. de geh. Noorder-Dwarsgracht, Zuider-Dwavsgracht, Jonen en
Muggenbeet. Tôt in het begin der 14de eeuw lagen de veenen van Giethoorn
woest, doch omstreeks dien tijd zijn ze door den Utrechtschen Bisschop
nitgegeven aan eenige landverhuizers, die sedert st.-Maartensmannen
werden genoemd. Hunne dienstbare verplichtingen hebben voortgeduurd
tôt 1624, wanneer die tegen afkoop in geld als anderzins zijn afgeschaft.
Door den watervloed van Pebruari 1825 leed G ie th o o rn /119,000 schade.
Het d. Giethoorn, veelal Gieteren genoemd, telde in 1840 1400, in 1860
1473, in 1870 1465 inw. Het bevat 2 Doopsgez. kerken en een Herv. kerk.
Het is in de lengte van het noorden naar het zuiden gebouwd ter lengte
van bijna 1J- uur. Tôt in het begin der 17de eeuw stond er een slot,
de Daalhof, dat toen werd afgebroken. Vdor de Herv. stond in het
noorder ged. van het d. ook een Eranciscaner convent, waarnaar een
deel van het d. nog het Klooster heet. Van de broeders dier inrichting
gaat het verhaal, dat zij het eerst tnrf gestoken hebben.
G ie tho o rnsche -M e e r , meer van 160 bund. oppervlakte in de Overijsselsche
gem. Giethoorn, op de grenzen van Ambt-Vollenhove en Steenwijkerwold.
G ijb e lan d , heerl. en pold. in de Z.-Holl. gem. Brandwijk.
G ijb e la n d sch e -D ijk . buurt in de Z.-Holl. gem. Brandwijk, in 1860
met 329 inw.
G ijz e l, b. in de N.-Brab. gem. Helvoirt, in 1840 met 118 inw.
Gijzenrooi, geh. in de N.-Brab. gem. Zes-Gehuchten.
G ild en b u r g , voorm. kasteel in de Utr. gem. Vreeswijk.
G ild en s te in , buurt in de gem. Utrecht, 10 bund. groot, waar in 1820
de veeartsenijschool is gevestigd.
Gilze, d. in N.-Brab., in de gem. Gilze-en-Rijen. Het is van hooge
oudheid en telde in 1840 306, in 1870 322 inw. In 992 door Hilswin-
dis, Gravin van Strijen, aan de abdij Thorn geschonken, was het in de
volgende eeuwen de hoofdplaats der uitgestrekte bezittingen, die dat
vorstelijke stift in de Baronie van Breda bezat. De R.-Kath. kerk van
Gilze is de moederkerk van Etten, Ginneken, Princenhage, Bavel en
Molenschot. In 1764 is een groot deel van dit d. afgebrand.
Gilze-en-Rijen, gem. in N.-Brab., ter grootte van 7148 bund. Zij
wordt ingesloten door Oosterhout, Dongen, Tilburg, Alphen-en-Riel,
Chaam en Ginnekert, en bestaat geheel uit zandgronden, die ten deele
broek- en veenachtig zijn. In 1822 had deze gem. 2119, in 1840 2764,
in 1860 2734, in 1873 2676 inw. Men onderscheidde hen in 1870 in
2569 R.-Kath. en 19 Herv.
Behalve de dorpen Gilze, Rijen en Molenschot, bevat de gem. nog onder
Gilze: de bnnrten H u lten , Nerhoven, Biesstraat, Bolberg, Haanstraat,
Vossenberg, Raakeind en Aalstraat, benevens de geh. Weilenseinde,
Verhoven, Valkenberg, Horst, Langereit, Brakken, Driehoek, Moleneind
en den Aart ; en onder Rijen : de buurten Laareind en Laagstraat, benevens
de geh. Heikant, Haansberg en den Hoek. De ingezetenen zijn
bijna allen landbouwers. Men heeft er echter ook 26 leerlooierijen, 19
linnenweverijen, 3 bierbrouwerijen, 2 olieslagerijen, 2 mouterijen, 2 svas-
kaarsenmakerijen en 1 touwslagerij.
G ilz eb ro ek , moerassige .streek van ongeveer 650 bund. in de N.-Brab.
gem. Gilze-en-Rijen, die niet dan een weinig slecht hooi oplevert.
Ginderdoor, of G ende rdo o r , b. in de N.-Brab. gem. Lieshout, in
1840 met 328, in 1870 met 352 inw. Tôt in onze eeuw heeft er eene
kapel gestaan.
G in d e ro v e r , b. in de N.-Brab. gem. Heeze, in 1840 met 150, in
1860 met 235 inw. Zij ontleent haar naam aan haré ligging over de Rul.
G in k e l, b. in de Geld. gem. Ede, in 1840 met 74, in 1870 met 106
inw., in vorige tijden eene pleisterplaats der wagens tusschen Amsterdam
en Arnhem. E r is eene fraaie hofstede, mede Ginkel genoemd.
Gin k e l, heerl. in de Utr. gem. Leersum, in 1840 met 113 inw.
G in n ek en , kant. van het N.-Brab. arrondissement Breda, bevattende
de 7 gemeenten: Ginneken-en-Bavel, Chaam, Gilze-en-Rijen, Alphen-en-
Riel, Zundert-en-Wernhout, Baarle-Nassau, Rijsbergen. -