
noord-oost. grens, de Roode brug genoemd; eindelijk in de hoeve de
Offerkamp, wier naam op heidensche geloofsvereering wijst. Als Romein-
sche stichting droeg deze plaats den naam van Mederiacum, die nog in
het middelpunt der gemeente, Merum, voortleeft. Als Germaansche stichting
ontleende zij haar naam aan de godin Hertha (de aarde).
Het d. Herten bevatte in 1840 153, in 1870 178 inw. De R.-Katb.
kerk, onder het Oostenrijksch gouvernement van Opper-Gelder vernieuwd,
is een eenvoudig gebouw, dat de gem. door eene grootscher stichting
wenscht te vervangen. Moge dan de toren, die door zijne dikke mnren,
bouworde en weinige lichtopeningen zijne oude herkomst vermeldt, ge-
spaard blijvcn! De hooge spits op den toren is een werk uit latere
eenwen.
Hertenheuvel, hoogste heuveltop in het Berghsche-Bosch, in de
Geld. gem. Bergh. Hij verheft zieh tot 105 el boven A.P.
H e r t g a n g , naam, die doorgaans aan de hoofdwijk van de N.-Brab.
gem. Groot-Znndert wordt gegeven.
Hertme, d. met eene R.-Kath. kerk in de Overijsselsche gem. Borne,
teilende in 1840 302, in 1870 303 inw ..
’s H e r to g en b o sch , rijkskiesdistrict voor het afvaardigen van Leden
naar de Staten-Generaal. Het bevat, volgens de wet van 6 Mei 1869 de
37 gem.: ’s Hertogenbosch, Empel c. a., Engelen, Boxtel, Liempde, Esch,
Helvoirt, st.-Michielsgestel, Vucht, Schijndel, Berlicum, Dungen, Dinther,
Heeswijk, Rosmalen, Osch, Geffen, Nuland, Lith, Lithoijen, Alem c. a.,
Ravestein, Deurzen c. a., Huisseling c. a., Schayk, Dieden c. a., Herpen,
Heesch, Berchem, Megen c. a., Oijen c. a., Waalwijk, Baardwijk, Drunen,
Vlijmen, Nieuwkuik c. a., Bokhoven. Het had in 1869 89,214 inw. en
2764 kiesgerechtigden.
’S H e r to g en b o sch , prov. kiesdistrict van N.-Brab., bevattende de 15
gem.: ’s Hertogenbosch, Rosmalen, Düngen, st.-Michielsgestel, Schijndel,
Vucht, Heeswijk, Dinther, Geffen, Nuland, Heesch, Nistelrode, Lith,
Lithoijen, Berlicum.
’s Hertogenbosch, eerste arrondissement van N.-Brab., het noorde-
lijk deel der prov. uitmakende. Nadat ten gevolge van het tractaat van
den 16 Maart 1810 de landen ten zuiden van de Waal bij het Fransche-Keizer.
rijk waren gevoegd, werd bij decreet van 26 April daaraanvolgende een Departement
derBouches du Rhin (Monden-van-den-ßijn) opgericht, dat in 3 arron-
dissementen werd gesplitst: ’s Hertogenbosch, Nijmegen en Eindhoven.
Het arr. ’s Hertogenbosch werd in 1814 met de overige deelen van N.-
Brab. hereenigd en bevatte toen tot 1838 9 kantons, t. w. ’s Hertogenbosch,
Tilbürg, Oisterwijk, Boxtel, Osch, Heusden, Waalwijk, Grave, Ravestein.
In 1^38 kreeg het arr. gewijzigde grenzen en indeeling. Sedert
bestaat het uit de 9 kantons: ’s Hertogenbosch, Osch, Grave, Heusden,
Tilburg, Boxtel, Waalwijk, Veghel, Boxmeer.
’S H ö r to g on b o sch , eerste kanton van het arr. ’s Hertogenbosch, bevattende
de 8 gem.: ’s Hertogenbosch, Rosmalcn, Empel c. a . , Engelen,
Cromvoirt, Vucht, Dungen, Berlicum c. a.
’s Hertogenbosch, klasse der Ilerv. Kerk in N.-Brab., verdeeld in
4 ringen : ’s Hertogenbosch, Osch, Grave, Oisterwijk. E r zijn 20 gem. met
22 predikanten.
’s Hertogenbosch, kerk. ring der klasse ’s Hertogenbosch, bevattende
de 3 gem. : ’s Hertogenbosch, Engelen-Empel-en-Crevecoeur, Viijmen-Crom-
voirt-Haarsteeg-en-Hedikhuizen.
’s Hertogenbosch, ring der Ev.-Luth. Kerk, bevattende de 7 gem.:
’s Hertogenbosch (met de bijgemeente Zalt-Bommel), Breda, Bergen-op-
Zoom, Nijmegen (met de bijgemeente Grave), Maastricht, Vaals, Heusden.
’s Hertogenbosch, bisd. der R,-Kath. Kerk, dat, oorspronkelijk in
1559 opgericht, bij brève van 4 Maart 185 3 werd hersteld. Het is thans
ingedeeld in 15 dekenaten, te zamen teilende 232 parochien, benevens 6
rectoraten, bediend wordende door 232 pastoors, 6 rectors, 1 coadjutor,
252 kapelaans en adsistenten. De 15 dekenaten zijn: ’s Hertogenbosch,
Boxtel, Cuyk, Druten, Eindhoven, Geertruidenberg, Helmond, Heusden,
Nijmegen, Oirschot, Osch, Ravestein-en-Megen, Tilburg, Valkenswaard,
Zalt-Bommel. In de prov. N.-Brab. zijn 188 par. en 6 rectoraten, in Gelderland
44 parochien.
’s Hortogonbosch, dek. van het bisd. ’s Hertogenbosch, bevattende de
5 par: st. Johannes te ’s Hertogenbosch, st. Jaeobus te ’s Hertogenbosch,
st. Catharina te ’s Hertogenbosch, st. Petrusbanden te ’s Hertogenbosch
en Orthen, benevens het rectoraat st. Jo z e f te ’s Hertogenbosch.
’s Hertogenbosch, gem. in N.-Brab. palende in het noorden aan
Engelen en Empel c. a., in het oosten aan Rosmalen en Dungen, in het
zuiden äan st. Michelsgestel en Vucht, in het westen aan Cromvoirt.
De gem. is groot ruim 1759 bund., bestaat uit een laaggelegen diluvischen
zandgrond en wordt doorsneden door de Dommel en de Aa, die zieh
hier tot de Dieze vereenigen.
In 1796 had deze gem. 12,627, in 1822 14,167, in 1830 20,489, in 1840
20,408, in 1860 23,257, in 1874 24,162 inwoners.
Bij de volkstelling voor 1870 onderscheidde men: 21,038 R. Kath.,
1 Ond R., 2558 Ned. Herv., 62 W. Herv., 149 Chr. Geref., 124 Ev. Luth.,
10 Herst. Luth., 12 Doopsgez., 4 Rem., 1 Episc., 348 Ned. Isr. en 8
ongenoemden.
De gem. bevat de stad ’s Hertogenbosch, het dorp Orthen, het geh.
Gerwen of Herwen, benevens een deel van Hintham.
De stad ’s Hertogenbosch licht aan de vereeniging van de Dommel en de
Aa, waardoor de Dieze ontstaat. T er plaatse van ’s Hertogenbosch was in
de 12de eeuw een dit bosch, waarin de Hertogen van Brabant dikwerf
ter jacht gingen. Echter bloeide daarnevens reeds een dorp door kooplieden
gesticht. Hertog Godfried I I I bouwde daarbij een jachthuis (later het
Hazewindje genoemd, een gebouw op de Schapenmarkt, dat ofschoon in