
Westenschouwen, of Westen-Schouwen, heerl. in de Zeeuwsche
gem. Bnrgh, ongeveer 51 bund. groot. Zij telde in 1840 88, in 1870 91
inw. Vroeger bevat te zij een d., dat wegens zijne uitgestrektheid en
welvaart een vlek mocht heeten. Dit onde Westenschouwen bezat eene
goede, welbezochte haven. De Westenschouwonscho handel genoot bij-
zondere voorrechten, o. a. in Engeland en Limburg. Na de verzanding
der haven in de 16de eeuw neigde Westenschouwen ten val. De bev.
verminderde. De eens zeer beroemde kerk zonk in pnin. Alleen de
hooge toren stond nog lang als toonbeeld van vervallen grootheid, tot
ook deze in 1845 werd gesloopt.
Wester, b. in de Gron. gem. Bellingewolde, in 1840 met 111 inw.
Wester-Blokker, d. in de N.-Holl. gem. Blokker, in 1840 met 394,
in 1870 met 495 inw. Het is een der dorpen van de Streek. Men vindt er
kerken der Herv. en R.-Kath. Oudtijds stonden hier twee kloosters, een
van Reguliere kanunnikken (het Nienwe Licht), en een van Augustijner
nonnen (Bethlehem). Den 14 Ju li 1566 werd hier de eerste openbare
Hervormde predikatie in N.-Holl. gehouden, onder de leiding van Jan
A ren tsz , en bijgewoond door wel 4000 menschen.
Westerbeek, landgoed in de Z.-Holl. gem. LoosduineD, in 1430 als
ridderhofstad gestieht door Willem, bastaard van Holland, Heer van
Schagen.
Westerbeeksloot, voorm. landgoed in de gem. Vledder, waar in
1818 de eerste kolonie der Maatschappij van Weldadigheid een begin nam.
Westerbierum, voorm. d. in de Eriesche gem. Barradeei, door de
Zniderzee vermeid.
Westerbork, gem. in Drenthe, ingesloten door de gemeenten Rolde,
Beilen, Hoogeveen, Oosterhesselen en Zweeloo, terwijl zij op een enkel punt
ook Sleen, Odoorn en Borger raakt. Zij is groot rnim 13,650 bund., bestaande
de grond meest nit diluvisch zand. Door eenige beekjes is laag veen gevormd.
Het hoog veen in het zniden is, vooral sedert 1840, ontgonnen. In
1811 had deze gem. 1027, in 1822 1085, in 1840 1345, in 1876 2510 inw.,
in laatstgen. jaa r onderscheiden in 2159 Herv., 345 Chr.-Geref., 3 Luth.,
2 R.-Kath. en 1 Isr. De bev. bestaat meest van den landbouw en de daar-
mede verbonden paarden-, rnndvee- en schapenfokkerij, deels ook van veen-
derij. De gem. bevat het d. Westerbork, de buurten Nieuweroord, Elp,
Zwiggelte, Örvelte en Mantinge, benevens de geh. Garminge, Balinge,
Brnnstinge, Enrsinge en Coehoorn.
Het d. Westerbork bevatte in 1811 466, in 1840 396, in 1874 572
inw., in laatstgenoemd jaa r 501 binnen de kom en 71 daarbuiten. Het is
eene lieve, landelijke plaats, met een aanzienlijk kerkgebouw der Herv.
Sedert 1841 heeft men er ook eene kerk der Chr.-Geref. In eene oorkonde
van 1206, waarbij de kapel te Westerbork als onderhoorig aan de parochie
yan Beilen wordt vermeld, vindt men het alleen Burch genoemd.
Westerbouwing, schoon landgoed nabij Oosterbeek in de Geld,
gem. Renknm.
Westerbroek, d. met eene Herv. kerk in de Gron. gem. Hoogezand,
aan het Schuiten- of Winschoterdiep. Het telde in 1811 371, in 1840
536, in 1870 507 inw.
Westerburen, geh. onder het d. Twijzel in de Eriesche gem. Acht-
karspelen.
Westerburen, geh. onder het d. Oosthem in de Friesche gem.
Wymbritseradeel, in 1840 met 9 inw.
Westerbuurt, wijk van het N.-Holl. d. Venhuizen.
Westerbuurt, wijk van het Overijsselsch d. Wanneperveen.
W ester deel-Langewold, westelijk deel van het voorm. Gron.
ambt Langewold. Het bevatte de kerspelen Opende, Doezum, Grootegast,
Sebaldeburen, Lntkegast en Grijpskerk.
Westerdiep, vaart in Groningen, loopende längs Veendam en
Wildervank.
Westerdÿk, geh. onder het dT Oostwold in de Gron. gem. de Leek.
Westerdijkshorn, geh. in de Gron. gem. Bedum, in 1811 met 128,
in 1840 met 124, in 1870 met 143 inw. T o t 1802 telde men het onder
de d., doch wijl toen de kerk werd afgebroken, heeft het thans slechts
het aanzien eener b.
Wester-Eede-benoorden-den-st.-Pietersdijk, pold. van 1019
bund. in Zeel., deels in de gem. Heille, deels in Aardenburg. D e pold.
is in 1650 ingedijkt.
Wester-Eede-bezuiden-den-st.-Pietersdÿk, pold. deels in Zeel.,
deels in Oost-Ylaanderen, 876 bund. groot en in 1650 ingedijkt. De pold.
is verdeeld onder de gem. Aardenburg, Heille, Eede, Middelburg (O.-
Vlaanderen) en Maldeghem (O.-Vlaanderen).
Wester-Eems, of Departement-van-de-Wester-Eems, voorm.
département van het Fransche-Keizerrijk, in 1810 gevormd uit het met
West-Reiderland ten jare 1807 vergroote département Groningen en
nit het département Drenthe. Het heette bij de Fransche administratie
Departement de l ’Ems Occidental en was verdeeld in 4 arr., met 17
kantons. Het arr. Appingedam bevatte 24, dat van Assen 29, dat van
Groningen 16, dat van Winschoten 31 mairiën. Ten gevolge der om-
wenteling van 1813 werd dit département weder gesplitst in zijne vroegere
bestanddeelen : Groningen, Drenthe en Reiderland, waarvan het laatste
door Pruissen in bezit werd genomen. Het Departement had in 1811
191,094 inw.
Westereinde, b. in de Geld, gem. Oldebroek, in 1870 met 212 inw.
8 5 *