
zelfstandige gem. vereenigd. De eerste predikant werd den 14 November
1858 bevestigd,
H a a r -B ÿn , of Bîjn, watering in Utr., loopende van Gieltjesdorp naar
de Veoht, tussehen Maarssen en Breukelen.
Haarsteeg, d. in N.-Brab., deels in de gem. Hedikhuizen, deels in
de gem. Vlijmen. Men telde er in 1840 619 inwoners, als 375 in Hedikhuizen,
in welk ged. de B.-Kath. kerk staat, en 242 in Vlijmen.
Haart, b. in de Geld. gem. Aalten, in 1840 met 390, in 1872 met 329 inw.
Haarst, of Haerst, buurtsch. in de Overijsselsche gem. Zwollerker-
spel, in 1840 met 201, in 1870 met 239 inw. Men vindt in deze bnurt,
oudtijds Haersolte gebeeten, de havezathe den D oom. Vroeger lagen er nog 2
anderen: Haerst of Haersolte en Ordel of Ordal, waarvan de eerste van
hoogen ouderdom was. Haerst is in 1803 gesloopt. Te Haarst is een
veer over de Vecht, het Haarsterveer genoemd.
Haarzilllens, gem. in Utrecht, tussehen Utrecht, Maarssen, Laag-
Nieuwkoop en Vienten. Zij beslaat nagenoeg 699 bund., door rivierklei
gevormd, en bevat meest wei- en hooiland, doch ook deels korenakkers.
In 1822 had deze gem. 254, in 1840 286, in 1874 381 inw., in laatstge-
noemd ja a r onderscheiden in 349 B.-Kath. en 32 Ned.-Herv.
De gem. bevat het kleine, maar fraai gelegen dorp de Haar, nevens
de overblijfselen van het evenzoo genoemde eens zeer trotsche slot. Verdor
vindt men er de b. Themaat. De kerk is weinig meer dan een bouwval.
Haastel (den), geh. in deZ.-Holl. gem. Spijkenisse, in 1840 met 56 inw.
Ha a str e cht, gem. in Z.-Holl., tussehen Hekendorp, Beeuwijk, Gouda,
Gouderak, Stolwijk en Vliet (Z.-Holl.) en Hoenkoop (Utr.), Zij bezit haar
tegenwoordigen omvang eerst sedert 1 Januari 1846, toen de gem. Vliet, die
nu het oostelijk deel uitmaakt, daarbij werd ingelijfd. Haastrecht, uit een
aantal polders gevormd, op de zuidzijde van den Hollandschen IJssel,
beslaat nu 1706 bund., meerendeels laag veen, doch langs de rivier
klei. Behalve door den IJsse l wordt de gem. door de Vliet bespoeld. In
1822 had Haastrecht 1177 en Vliet 44 inw;, die in 1840 tôt 1425 en 45
vermeerderd waren. De vereenigde gem. had in 1860 1475 en in 1874
1503 inw. Bij de volkstelling van 1 Dec. 1869 vond men er: 823 Ned.-
Herv., 4 Ev.-Luth., 1 Bem., 631. B.-Kath. en 1 Oud-B. De middelen
van bestaan zijn veeteelt en zuivelbereiding. Het aankweeken van granen
en veldvruchten is, met uitzondering van hennip, die in vrij groote
hoeveelheid gezaaid wordt, gering. Voorts zijn er looierijen en eenige
andere inrichtingen van volksvlijt. Ten tijde van Keizer Karel V waren
er 8 steenbakkerijen, die allengs in getal verminderd zijn. Het middelpunt
der gem. is de kleine stad Haastrecht. De heerl. Haastrecht was lang een
twistappel tussehen de Graven van Holland en de Bisschoppen van Utrecht.
Het steedje Haastrecht, veelal als een dorp aangemerkt, is gebouwd
ter plaatse waar de Vlist in den IJssel valt. Het had in 1860 739, in
1870 729 inw., en bevat een stadhuis, een marktveld, eene Herv. en eene
B.-Kath. kerk. Vroeger schijnt het kasteel, waarmede Graaf Floris V
Heer Herbern van Haastrecht in April 1290 beleende, gestaan te heb-
ben ter plaatse van de steenachtige hoogte Steenbergen. E r is ook
een Doelen geweest, benevens één of twee kloosters. De Haastrechtsche
paardenmarkt wordt druk bezocht. Zoowel in 1511 als in 1512 werd de
stad door de Gelderscben geplunderd.
H a a str e eh tseh e -B ru g , brug, die over den Hollandschen-IJssel in de
gemeenten Gouda en Haastrecht is geslagen, i uur ten oosteu van Gouda,
i J uur ten westen van Haastrecht.
Haaswjjk, fraai landg. in de Z.-Holl. gem. Oegstgeest.
H a a tlan d , pold. in de Overijsselsche gem. Kampen, in 1840 met 62,
in 1870 met 83 inw.
H a chm eu le , of H a gm eu le , havez. in de Overijsselsche gem. Ambt-
Delden. Onder de bezitters telde men de geslachten Bentinck, Dedejn en
Waander ten Heggeler.
Ha ckfo rt, of H ak v o o r t, adell. huis in de Geld. gem. Vorden, dat
sedert 1324 in de geschiedenis wordt genoemd.
H a ok fo r tsch e -Be ek , beek in het Geld. arr. Zutphen, die uit de
vereeniging van de Vordensche en Hissinkbeek ontstaat en naar den
IJssel vloeit.
H a e len , of H a len , gem. in Limb., ingesloten door Buggenum, Heit-
huizen, Baëxem en Horn, 1112 bund. groot, gevormd door diluvisch
zand, waardoor zich de Ghoor- of Haelenerbeek kronkelt, en in het noord-
westen door de Neer bespoeld. De gem. telde in 1822 563, in 1840 681,
in 1874 730 inw. In 1871 vond men er 721 B.-Kath. en 1 Lid der
Schotsche gem. De landbouw is hier het hoofdbedrijf. Behalve het d.
Haelen, bevat de gem. de geh. Overhaelen en B roek of Halerbroek, het
geh. Broekkant, de kasteelen Aldengoor en Waeremberg, benevens eenige
verstrooide hoeven. Ter hoogte van de plaats Melenborg zijn Bomeinsche
oudheden gevonden. De heerl. Haelen, die vroeger tôt het graafschap
Hoorn of Horn behoorde, werd den 15 Dec. 1679 aan den Baron Budolf
van Keverberg verpand. Vroeger was de heerl. eene bezittmg der van
Boetzelaar’s.
Het d. Haelen, in 1840 met 374, in 1870 met 396 inw., ligt rondom
de B.-Kath. kerk, op den linkeroever van de Haelerbeek.
H a e r e , havez. in de Overijsselsche gem. Olst. Een der eigenaars,
Pierre Voûte, van Amsterdam, heeft veel bijgedragen tôt de verbetering
der wegen in de gemeente.
Haersma, landhuis bij het Friesche d. Buitenpost, in de gem. Acht-
karspelen.
H a e r sm a -sta te , in 1843 gestieht landhuis bij het Friesche d. Dragten
in de gem. Smallingerland.