
komen, werd het gebouw vernieuwd en verfraaid. Maar de omwenteling
van 1795 beroofde het van zijn luister. In 1798 werd het eene staats-
gevangenis, in 1799 een hospitaal voor de Engelsche en Russische krijgs-
gevangenen, in 1806 eene kweekschool voor kadetten, in 1811 ander-
maal een hospitaal. Vervolgens werd het door Keizer Napoleon I aan
zijn nicht Borghese ten geschenke gegeven. Na Nederland’s herstel aan
het bestuur der domeinen gekomen, werd het den 21 December 1814 tot
afbraak verkocht en dien ten gevolge in 1816 deelswijze gesloopt. Het
overblijvende is sedert in burgerwoningen herschapen.
H on d sru g , heuvelrug in Drenthe en Groningen, merkwaardig om de
vele zware veldsteenen. Bij Gieten verrijst deze henvel tot 17 el boven
A.P. Bniten het noorderfront der stad Groningen daalt hij tot de hoogte
van het omringende land (0,7 el) af. Even ten zuiden van genoemde
stad is hij nog 6,52 el hoog.
H on d sru k , geh. in de 'Limb. gem. Simpelveld.
H on d z en e lleb o o g , b. in de U tr. gem. Veenendaal in 1840 met 89, inw.
H o n e s ch , of H on e s ch e , b. in de Overijsselsche gem. Haaksbergen,
in 1840 met 446 inw.
H on g a r ije geh. in de N.-Brab. gem. Bergeyk.
H on g e r lj, geh. in de Gron. gem. Wedde.
H on g e r sch a r , geh. in de Eriesche gem. Doniawerstal.
H o n g e r sd ijk , voormalig d. en heerl. op het Zeeuwsche eiland
Wolphaarsdijk, in 1231 overstroomd. Een deel daarvan is later weder
ingedijkt toen de Heerenpolder werd gewonnen.
H ö n in g en , voormalig sterk slot in de Z.-Holl. gem. Krälingen, ter
plaatse waar thans tninen en heerenhuizen worden gevonden.
H on k o op , of Ho enko op, gem. in Utr. tusschen Willeskop en Pols-
broek (Utr.), Vlist-en-Bonrepas, Haastrecht en Oudewater (Z.-Holl.). Zij is
groot 755 bund. heeft deels laag veen, deels klei en wordt gevormd door
de onde heerlijkheden Honkoop, Dijkveld, Rateles en IJsselvere. In 1822
had zij 251, in 1840 324, in 1874 391 inw., in laatstgenoemd jaa r onder-
scheidenin: 244 R.-Kath., 4 Oud-Roomschen en 143 Herv. De inwoners
bestaan meest van veeteelt, deels ook van landbouw. Behalve het geh.
Honkoop, bevat de gem. ook de Vuilebuurt.
De b. Honkoop maakt het meest-bevolkte deel der heerl. Honkoop uit,
waarvan de jurisdictie reeds in 1122 werd bepaald. Gijsbrecht, Heer van
Amstel, droeg in 1285 zijn domein te Honkoop mede aan Graaf Eloris V
in leen op.
H on k o op , pold. in de t ì r l gem. Honkoop, 601 bund. groot.
H o n sw i jk , b. in de Utr. gem. Tull-en-’t Waal, aan de Lek, in 1840
met 220, in 1870 met 219 inw. Zij was vroeger een d., welks kerk in de
vorige eeuw begon te vervallen en in 1837 is gesloopt. De heerl. Honswijk
was oorspronkelijk een deel in Hagestein. In 1747 viel bij Honswijk
eene doorbraak in den Lekdijk. In 1843 is in deze buurt een sterk
fort aangelegd.
H on sw ijk e rp o ld e r , pold. van 220 bund. in de N.-Holl. gem. Wees-
percarspel.
H o n sw ijk sc liep o ld e r , pold. van 128 bund. in de N.-Brab. gemeen-
ten de Werken c. a., Almkerk c. a., Rijswijk en Woudrichem c. a.
Hon t, H on te , of W e ste r -S ch e ld e (de), het breede benedenpand
der rivier de Schelde, stroomt zuidwaarts van Zuid-Beveland en Wal-
cheren noordwaarts van Zeeuwsch-Ylaanderen. De oude loop van dezen
stroom is nog geenszins voldoende toegelicht, in weerwil van ijverige historische
nasporingen. In de 13de en 14de eeuw schijnt de Hont die
belangrijke breedte bekomen te hebben, waardoor het menschelijk oog
de noorderoevèrs van de zuidzijde en omgekeerd de zuideroevers van de
noordzijde slechts met moeite ontwaren kan.
H on tem , b. in de Limb. gem. Gronsveld, in 1840 met 127, in 1870
met 146 inw.
H o n ten iss e , gem. in Zeeuwsch-Ylaanderen, in het noorden en noord-
oosten bespoeld door de Hont of Wester-Schelde en overigens bepaald door
Ossenisse, Hengstdijk, Stoppeldijk, Hulst en Graauw-en-Langendam. De
grond — in het geheel 3819 bund. — bestaat uit verschillende polders,
door zanderige klei gevormd. In 1822 had deze gem. 3745, in 1840
4769, in 1874 4907 inw. in laatstgenoemd ja a r onderscheiden in : 4605
R.-Kath. en 302 Herv. De inw. vinden meest hun 'bestaan in landbouw,
verder in scheepvaart, dijkwerken, het vletten van schoraarde, n^eekrap-
bereiding, steenbakkerij en het graven van derrie.
Het d. Hontenisse, of Oud-Hontenisse, is in 1384 en 1511 overstroomd.
Ook Nieuw-Hontenisse is dit Jot gevolgd.
Thans bevat de gem. de 3 dorpen : Groenendijk, Lamsweerde en Kloos»
terzande, de buurten Kuitaart, Terhole, Kruisdorp en Walsoorde, de gebuchten
Noordstraat, Molenhoek, Baalhoek, Rozenberg, Kruispolder en
Duivenhoek, benevens ongeveer 500 verspreide woningen.
H o o fd (de), geh. in de Gron. gem. Bellingwolde.
H o o fd (het), geh. in de Geld. gem. Appeltern.
Ho o fd p la a t, gem. in Zeeuwsch-Viaanderen, in het noorden door
de Hont bespoeld en naar de landzijde ingesloten door de gemeenten
Schoondijke, IJzendijke en Biervliet. De grond bestaat uit vruchtbare
zeeklei en is 1113 bund. groot. Eerst was deze grond eene plaat in
de Hont, de Hoogplaat genoemd, die allengs tot een schor aangewassen,
deels in 1775, deels in 1778 door dijken werd ingesloten. In dat
tijdperk was de bedijking grooter dan thans, maar in 1795 en 1828 heeft
men eenige gronden wegens dreigend gevaar van het water moeten buiten-
sluiten, de eerste maal een aanzienlijk deel, de laatste maal slechts
weinige bunders. In 1822 had de gemeente Hoofdplaat 818, in