
horn en Tuitjehorn, benevens de buurten Kalverdijk en Veldhuizen, een
deel van den Heer-Hugowaard en vele polders.
Het d. Haringcarspel is klein. Men telde er in 1840 slechts 123, den
1 Dec. 1869 niet meer dan 116 inw. De Herr, kerk is in 1830 vernieuwd.
H a r in gh u iz en , d. met eene Herr, kerk in de N.-Holl. gem. Barsin-
gerhorn. Het had in 1840 177, den 1 Dec. 1869 195 inw.
Ha r in gh u izum , roorm. burg of slot bij Visvliet, in de Gron. gem.
Grijpskerk.
H a r in g e in d , b. in de gem. Tilburg.
H a r in g v lie t (het), stroom in Z.-Holl., die van bet Hollandschdiep
naar de Noordzee loopt. Naar bet noorden bespoelt dit water den Hoek-
schen-Waard en Voorne, naar het zuiden Overflakkee.
Harkema-Opoinde, buurt met dorpsrechten in de Friesche gem.
Achtkarspelen, in 1840 met 563, in 1874 met 886 inw. In vorige eeuwen
bad bet eene eigen kerk. Beschaduwd door hoog geboomte, is het eene
fraaie plaats.
H a r k s t e d e , d. met eene merkwaardige Herv. kerk in de Gron. gem.
Slochteren. Het d. bad 1 Dec. 1869 281 inw. in de dorpskom.
H a r l e s , b. in de Limb. gem. Yaais, in 1840 met 103, in Dec. 1869
met 108 inw.
H a r lin g en , kant. van ’t arr. Leeuwarden, bevattende de 4 gemeenten:
Harlingen, Franeker, Franekeradeel, Barradeel.
H a r lin g en , ring der klasse Franeker van de Herv. Kerk, bevattende de 10
gem.: Harlingen, st.-Jacobi-Parochie, Kimswerd, Midlum, Minnertsga, Oos-
terbierum, Pietersbierum, Sexbierum, Tjummarum-en-Firdgum, Wijnaldum.
H a r lin g en , gem. in Friesl., tusschen de Zuiderzee en de gem.
Barradeel. Zij bevat de stad Harlingen en een kleine strook van het
platte land. De grootte beloopt 102 bund. De bodem bestaat u itklei. In
1714 waren er 7106, in 1840 8364, in 1874 10,761 inw., t. w. 7330
Ned-Herv., 1 W.-Herv., 766 Doopsg., 576 Chr.-Geref., 117 Ev.-Luth.,
108 Herst.-Luth., 1460 R.-Kath., 369 Isr. en 34 ongen. Zij vinden bun
bestaan in koopbandel, zeevaart, verschillende fabrieken en handwerken.
Men heeft er o. a. steenbakkerijen, scbeepstimmerwerven, houtzaag- en
andere molens, benevens eene groote, in 1834 opgerichte zaklinnenfabriek.
De stad Harlingen, de aanzienlijkste haven- en zeestad van Friesland,
is ontstaan nit een buurt tusschen de adell. staten Harliga en Hams.
Zij werd sedert 1543 verscheidene malen vergroot, terwijl hare havens in
den jongsten tijd aanmerkelijk zeewaarts zijn uitgebreid. Den 1 Dec. 1869
waren 9807 inw. binnen de stad en 212. in den zeer beperkten klokslag.
Het scboonste deel der stad ligt aan de Noorderhaven en de Voorstraat.
Onder de gebouwen munt b e t van 1730 tot 1733 gebouwde Raadhuis uit.
Het is met een toren gesierd, en bevat in de vestibule een monument
voor den geschiedschrijver Simon Stijl, geplaatst tusschen twee modellen
van sluiswerken. E r zijn 2 Herv. kerken, waaronder de Groote o f Nieuwe-
kerk uitmunt. De Westerkerk bestaat uit een deel van het voorm.
kasteel. Yerder heeft inen er eene Doopsg., eene Chr.-Geref., eene Ev.-
Luth., eene Herst.-Luth. en eene R.-Kath. kerk, benevens eene synagoge.
Als inrichting van onderwijs verdient opmerking: de'zeevaartkundige school.
Aan den dijk ten zuiden der stad, doch op den grond van Almenum,
vindt men een in 1774 vernieuwd gedenkteeken voor den Spaanschen
gouverneur Caspar de Robles.
Tot de geschiedkundige herinneringen der stad behooren: de brand
van 1462; de bezetting door de Groningers, in 1496; de huldiging van
Hertog Albrecht van Saksen, in 1499 ; de bouw van een nieuw kasteel,
in 1502; het in brand steken van dit slot, in 1516; de toetreding der
stad tot de vrijheid, in 1572; de plunderingen, in 1748; de watervloed
van 21 en 22 Nov. 1776; de hevige burgergeschillen van 1787, die in September
van dat jaa r eene blokkade door de Patriotten van Franeker ten
gevolge had; de watervloed van Febr. 1825; de opening van den spoor-
■weg tot Leeuwarden, op 14 October 1863.
H a r lin g e r -tr ek v a a r t, vaart in Friesl., tusschen Harlingen en
Leeuwarden.
H a rm e len , gem. in Utr., die haar tegenwoordigen omvang in 1857,
met de inlijving van Gerverskop, verkregen heeft. Zij is bepaald door
de gemeenten Kamerik, Kockengen, Laag-Nieuwkoop, Vleuten, Veldhui-
zen, Linschoten en Woerden. De grond, uit rivierklei gevormd, is 1912
bund, groot. Men telde in Dec. 1869 1494, in Januari 1874 1624 inw.,
t. w. 911 R -Kath., 704 Ned.-Herv., 1 Waalsch-Herv. en 8 Chr.-Geref. De
veeteelt is nevens den landbouw het voornaamste bedrijf der ingezetenen.
Het d. Harmelen ligt aan den Rijn, in eene bevallige streek. E r zijn
kerken voor de Herv. en R.-Kath. Noordwaarts van daar ligt het fraaie
huis te Harmelen, dat reeds in de 13de eeuw bekend was. Het station
Harmelen van den Rhijnspoorweg ligt westwaarts, op een klein half uur
afstand van het dorp.
Ha rm e le rw a a rd , pold. van 182 bund, in de Utr. gem. Harmelen.
Ha rn s, voorm. stins aan de Zuiderzee, naar - welk adell. slot de
stad Harlingen in het Friesch den naam van Harns voert.
H a r s e le r , b. in de Geld. gem. Bameveld.
H a r s e lo , voorm. kasteel bij Bennekom, in de gem. Ede, reeds in de
14de eeuw bekend, doch in het begin der 19de eeuw afgebroken.
Ha r sen h o r st, geh. in de Overijsselsche gem. Wilsum.
Harsens; geh. in de Gron. gem. Adorp, in vorige eeuwen een kerk-
dorp. Van 1540 tot 1732 stond er de bürg Harsens.
H a r sev e ld , fraaie havezathe in de Overijsselsche gem. Denekamp.
Harskamp, of Ha r tskamp, b. in de Geld. gem. Ede, in een een