
Z e stien h o v en sch e -p o ld e r , pold. ran 432 band, in de Z.-Holl. gem.
Overschie, een vroegere veenplas, drooggemalen van 1788 tot 1791.
Z e stien r o ed en , geh. onder het d. Tjallebird in de Eriesche gem.
Aengwirden.
Z e tten , of S e tten , d. in de Geld. gem. Valburg. Het is eene oude
plaats, want bij eene oorkonde ran den 1 Ang. 1015 gaf Aartsbisschop
Heribert ra n Keulen de kerk aldaar aan het klooster te Deutz. Sedert 1601
wordt de dorpskerk door de Herv. voor hunne godsdienstoefeningen ge-
bruikt. In 1840 telde Zetten 510, in 1872 1096 inw. De brave Hemmensche
leeraar Otto Gerhard Heldring, die den 12 Ju li 1876 te Marienbad in Bohemen
overleed, stichtte hier in 1849 het asyl Steenbeek voor gevallen
boetvaardige vrouwen, in 1858 het opvoedingsgesticht Talitha-Kumi voor
meisjes, wier opvoeding was verwaarloosd, vervolgens de wijkplaats voor
oudere meisjes Bethel en in 1864 eene christelijke normaalschool. Verder
liet hij een vluchtheuvel met een kerkje aanleggen. Bij den watervloed van
1809 werd hier veel verwoest, en verloren zes menschen het leven.
Zeum e r en , of Seum e r en , b. onder Voorthuizen in de Geld. gem.
Barneveld, in 1840 met 180, in 1872 met 203 inw., allen Herv.
Zevenaar, kiesdistr. voor de prov. staten in Geld. Het bevat de 10
gem.: Gendringen, Bergh, Didam, Zevenaar, Herwen-en-Aerdt, Fannerden,
Duiven, Westervoort, Angerlo, Wehl.
Zev ena a r , tweede kanton van het arr. Arnhem in Geld. Het bevat
de 5 gem.: Duiven, Herwen-en-Aerdt, Pannerden, Westervoort, Zevenaar.
Z evenaar, gem. in Geld., ingesloten door de gem. Bergh, Didam,
Angerlo, Duiven, Pannerden, Herwen-en-Aerdt, benevens de Pruiss. gem.
Elten. Zij is door een arm van den Ouden-Kijn in het zuiden bezoomd,
en bestaat, wat de oppervlakte betreft, meest uit vruchtbare klei. Door
het znidoosten loopt echter eene strook diluvisch zand. De gem. is 2764
bund groot.
Zevenaar telde in 1811 2290, in 1822 2804, in 1840 3530, in 1876
3916 inw. In laatstgen. jaar waren zij onderscheiden in 3438 ß .-K ath„
361 Herv., 5 Chr.-Geref., 4 Luth., 1 Doopsgez., 1 Bem. en 106 Isr.
Landbouw en veeteelt zijn de hoofdbronnen der welvaart. De gem. bevat
he t steedje Zevenaar, het d. Oud-Zevenaar, benevens de b. Kwartier,
Babberich, Holthuizen, Ooy, het Grieth en Zweekhorst.
Het steedje Zevenaar ligt te midden der vruchtbare Lijmers, aan den
weg van Arnhem naar Emmerich. De plaats is zeer oud, want het goed
te Zevenaar werd door Keizer Hendrik III — die van 1046 tot 1058
regeerde — aan »zjjn getrouwe” Anselm geschonken. In die oorkonde
komt de plaats als Subenhare voor. De hof te Zevenaar (Sevenare) werd
den 28 December 1255 door het kapittel van st. Maria te Utrecht aan
Graaf Otto van Gelder verkocht. Welke rechten de Cleefsche Graaf op
Zevenaar kon doen gelden, is onzeker, doch al spoedig werd Zevenaar
een twistappel tusschen Gelder en Cleve. Van 1300 to t 1412, vobral in
de laatste helft der 14de eeuw, waren Zevenaar en de Lijmers nu eens in
het bezit van den eenen en dan van den anderen Vorst, werden genomen
en hernomen en stonden soms zelfs onder het gemeenschappelijk bestuur
van beiden. Beinald van Gelder en D irk van Cleve gaven in 1328 gezamenlijke
dijkrechten aan de ingezetenen van de Lijmers. Gedurende de broedertwist
tusschen Beinald en Eduard, gaf de eerstgenoemde, den 31 Januari 1406,
zgne rechten op de Lijmers en Zevenaar in pand aan Graaf Adolf van
Cleve voor 10,000 oude Schilden, eene pandschap, die nooit werd afge-
lost. Na het uitsterven van het Huis van Cleve kwam Zevenaar aan dat
van Brandenburg en had vervolgens dezelfde staatkundige lotwisselingen
als het naburige Huissen. Sedert 1 Ju n i 1816 maakt het weder een deel
van de Nederlanden uit.
De kom van Zevenaar, in 1487 door Hertog Johan I I van Cleve met
stadsrechten begiftigd, heeft eene aanzienlijke uitgestrektheid van het zuiden
naar het noorden, doch de breedte wisselt af van 200—400 meter. Oudtijds
was het versterkt met wallen, grachten en 4 poorten. Ook was er een bürg.
Van dit alles is weinig meer dan eenige ondiepe sloten over, ter plaatse
van de oude stadsgracht. Men heeft er een tamelijk ruime Markt, terwijl
de voornaamste straten de namen dragen van Kerkstraat, Didamsche straat
en Marktstraat.
In 1722 had Zevenaar 1371, in 1763 822, in 1811 1001, in 1840 1226,
in 1872 1249 inw.
De opmerkelijkste gebouwen zijn: het Stadhuis, de B.-Kath. kerk, de
Herv. kerk, en de synagoge. Aan de zuidzijde der stad is het uitgestrekte
stationsgebouw van den Bhijn-Spoorweg. Voorts liggen binnen of in de onmid-
dellijke tabijheid de adel. huizen Zevenaar, Enghuizen en Mathena. Tot de lief-
dadige inrichtingen behoort de in 1875 tot stand gebrachte Pelgromsstichting.
Tot de historische herinneringen behooren: de. inneming door Prins
Maurits, in 1595; de teruggave aan de Stenden van Cleve, in 1596; de
jammeren, door de twist om de erfopvolging in het hertogdom Cleve voort-
gebracht, van 1609 tot 1666; de inlijving bij het koninkrijk Holland, den
1 April 1808; de terugkeer aan Pruissen, op het einde van 1813; de
terugkeer aan Gelderland, den 1 Ju n i 1816; de opening van den Ehijn-
spoorweg van Arnhem tot Emmerich, den 15 Eebruari 1856.
Z ev en a a rp o ld e r , of Ou d -Zev en a a rp o ld e r , pold. van 328 bund.
in de Zeeuwsche gem. ter Neuzen. De pold. is ingedijkt, volgens octrooi
der Staten van 21 Maart 1595, hebbende de gronden die daardoor gewonnen
werden, deels vöör 1543, deels v<5<Sr 1583 reeds tot de bedijkte
landen van het noordelijk Viaanderen behoord. L ater heeft de polder
nog herhaaldelijk door vloeden geleden.
Z ev en a a r sch e -A a , sloot in de Geld. gem. Zevenaar, tusschen Zevenaar
en Oud-Zevenaar. Vroeger was het een bevaarbaar riviertje.
Z e v en b a n n en (de), streek in N.-Brab., deels in de gem. Woudrichem,
deels in de Werken c. a., deels in Bijswijk, deels in Almkerk c. a. Zij
bestaat uit de polders Oude-Ban, Niouwe-Ban, de Banne-van-Bjjswijk, de
Banne-van-Zandwijk, de Banne-van-Uitwijk, de Banne-van-Oud-Uppel en
de Banne-van-Honswijk, te zamen 1717 bund. groot,