
Barbarossa, in 1174; de komst van Keizer Hendrik VI, in 1192; de komst
van den Roomsch-Koning Otto, in 1202; het schenken van Maastricht
door den Roomsch-Koning Filips aan Hertog Hendrik van Brabant, in
1204; het sleehten der vestingwerken der stad door Bisschop Hugo van I
Luik en Graaf Lodewijk van Loon, mede in 1204; de bruiloft van Keizer
Otto IV met Maria van Brabant, in 1214; het stichten van het ge-
bouw voor de melaatschen te Scham, in 1216; het verlof door Hertog
Hendrik aan de burgerij gegeven, om hare stad te bemuren, in 1229; het
gewapenderhand binnentrekken van den Luikschen Bisschop Hendrik van
Gelder, in 1267; het instorten van de Maasbrug, den 12 Ju n i 1275; het
oude manifest, regelende de rechten der beide Heeren van Maastricht, in
Februari 1283; het verslaan der Maastrichtenaars onder hun Schout Jan
van Mijlen door Walram van Valkenburg en het vruchteloos beleg door
de Gelderschen, in 1283 o f 1284; het beslechten der twisten over de rechtsmacht
van den Hertog van Brabant en den Bisschop van Luik, in 1296 ; het
beleg door de Luikenaren, in 1304; de vijandelijkheden door Bisschop Adolf
van Mark tegen de stad ondernomen, in 1334; het verblijf van Hertog Wences-
laus te Maastricht, in 1356; het uitvaardigen van de „dochter der ouder grond-
wet,” mede in 1356; de vestiging der balije Oude-Biesen van de Duitsche
Orde, in 1362; het verzamelen der Brabanters, Namurezen enz., om den
Hertog van Gulik te beoorlogen, in 1371; de komst van den Luikschen
Bisschop Jan van Arkel, in 1375; de heillooze krijgstocht der Maastrichte-
naren tegen den Graaf van Meurs, in 1393; de komst van den voor zijn
oproerige onderzaten gevluchten Luikschen Bisschop Jan van Beijeren, den 6
Sept. 1406; de komst van H ertog Antonie van Bourgondie te Maastricht, den
7 October 1407; het beleg door de Luikenaars, die zieh van Bisschop
J an van Beijeren wilden meester maken, van 24 November 1407 tot 7
Jannari 1408; het vernieuwd beleg door de Luikenaars, van Mei tot 21
September 1408; het schenken van het nieuw privilegie door Hertog
Filips van Bourgondie, in overeenstemming met den Luikschen Bisschop
Jan van Henneberg, in Mei 1428; het sluiten van den vrede tusschen
Cleve en Keulen, in 1449; het onthoofden van Willem van Aremberg,
Graaf van Mark, op den JVrijthof, den 18 Ju n i 1485; de plechtige'
mtrede van Hertog Filips de Schoone, in Mei 1496; de plechtige intrede van
Keizer Karel V, in 1520; de komst van Filips H, in 1550; de komst van
Duitsche troepen op bevel van de Gouvernante, in 1567; het gevangen
nemen van den Spaanschen bevelhebb^r Francisco Montesdoca en de verlossing
van Montesdoca door Marlin de Ayela, waarop het deerlijk
mishandelen der ingezetenen volgde,(den 20 October 1576; hetmislukken I
van een aanslag door Don Jan Tvan Oostenrijk beraamd, in 1578- de
verovering door Parma en de treurige verwoesting der stad, den 29 Ju n i
1579; de mislukte aanslag van den Prins van Oranje, in 1580- de
mislukte aanslag van Prins Maurits, in 1594; de inhuldiging van den
Luikschen Bisschop Frederik van Beijeren, in 1618; de overgave der stad
aan Prins Frederik Hendrik, na een merkwaardig beleg sedert den 10
um, den 22 Augustus 1632; de mislukte onderneming van den Spaanschen
Markgraaf Aitona, in 1634; het verraad van den brouvver Landsman
in 1638; de overgave aan de Franschen, den 29 Jan u a ri 1673;
de mislukte poging van Prins Willem I I I om de stad te heroveren,
in 1676; de aftocht der Franschen, den 6 November 1678; de mislukte
poging der Franschen, om zich door eene heimelijke verstandhouding van
de stad meester te maken, in 1701; de overgave aan de Franschen,
onder Lowenthal, den 7 Mei 1748 ; bet gevangennemen en ontslag van
den Vice-hoofdschout van Slype, in 1785; de ontwapening der misdadige
militairen u i t ’s Hertogenboseh overgekomen, in 1787; h et beleg der stad door
de Franschen, in Februari en Maart 1793; de overgave aan de Franschen,
na een beleg van ruim zes weken, den 4 November 1794; het aftrekken
der Franschen, in Mei 1814; de blokkade door de Belgen, in 1830 en
vervolgens; de opening van den spoorweg naar Aken (Aachen), den 23
October 1853; de opening van den spoorweg naar Hasselt, den 31
December 1856; de opening van den spoorweg naar Luik (Libge,) den 24
November 1861; de opening van een spoorweg n a ar Venlo, den 6 November
1865 ; het houden van een Nederlandsch letterkundig Congres, in Augustus
1875.
M a a str ich t-W ijk , dek. van het bisd. Roermond, bevattende 9 par.
en 1 rectoraat. De par. zijn: Breust, Cadier-en-Keer, Eckelrade, st.-Geertnide,
Gronsfeld, Heer, Heugem, st.-Maarten te Maastricht, Mesch. Het rectoraat
is Eysden.
M a a tlan d en , lage weilanden langs de Zuiderzee in Gooiland, zichuit-
strekkende in de gemeenten Blaricum, Huizen, Naarden en Muiden, 260
bund, groot.
Maay (de), geh. in de N.-Brab. gem. Borkel-en-Schaft:
Macharen, d. met eene R.-Kath. kerk in de N.-Brab. gem. Megen.
Het had in 1840 389 inw.
Macharen, pold. van 467 bund, in de N.-Brab. gem. Megen.
Macharensohe-waardje, pold. van bijna 10 bund, in de N.-Brab.
gem. Megen.
Made, fraai d, in de N.-Brab. gem. Made-en-Drimmelen. Het had
in 1840 1104, in 1870 1170 inw. E r zijn 2 kerken, den voor de Herv.
en een voor de R.-Kath.
M ad e -en -Dr im m e len , gem. in N.-Brab, die, in het noordwesten
reikende tot de Z.-Holl. gem. Dubbeldam, naar de overige zijden inge-
sloten wordt door de N.-Brab. gem. Zwaluwe, Geertruidenberg, Raamsdonk,
Dussen en W erkendam. Zij is 6903bund. groot,waarvan eenaanmerkelijk deel
op het tot deze gem. behoorende deel van den Biesbosch valt. De meeste gron-
den hebben klei, doch in het zuiden heeft men ook zand. In 1822 had deze
gem. 1203, in 1840 1789, in 1875 2878 inw. Bij de telling voor 1870
onderscheidde men er: 2093 R.-Kath. en 517 Herv. Zij bestaan meest
van landbouw, veeteelt en visscherij. De gem. bevat de bride dorpen
Made en Drimmelen, de b. Oude-Kerk en Oud-Drimmelen, benevens het
geh. Standhaze.
Madroel, pold. van ruim 17 bund, in de Z.-Holl. gem. Pernis.