
D o o rn sp ijk , gem. in Gelderland, naar het westen bepaald door de
Zuiderzee en de gem. Elburg, en overigens door Ermelo, Epe en Olde-
broek (Geld.) en Kamperveen en Kampen (Overijssel). H ave grootte be-
loopt 7939 bund. Het gansche zuiden en midden heeft een zandigen
bodem (diluvium), in het oosten met belangrijke verhefdng van den
grond. In het noorden bestaat de grond deels uit lage veenen, deels
(längs de Zuiderzee) uit kleistreken. In 1822 had deze gem. 2214, in
1840 2849, in 1860 2900, in 1872 2897 inw ., voor laatstgenoemd jaa r
onderscheiden in 2892 Ned -Herv., 4 Chr.-Geref. en 1 B.-Kath.
Landbouw, veeteelt en veenderij maken de hoofdbronnen van bestaan
der bevolking uit. Verder zijn er 2 korenmolens. De gem. bevat 2 dorpen
of kerkbuurten : Doornspijk of Werf hörst en Oosterwolde-Hoogerot of Zandweg.
Verder vindt men er de buurten Oostbeek, Lage-Rijssel, Wessingen,
Aperloo, Oostendorp, Oosterwolde-Zuiderot en Oosterwolde-Noorderot of
Kamper-Nieuwstad, benevens de geh. H orst en Hooge-Bijssel. Eindelijk heeft
men er vele groote landgoederen, waaronder het merkwaardige Old-Putten.
Het d. Doornspijk is klein. Het is het middelpunt der wijk Werfhorst,
die in 1872 833 inw. bevatte. De fraaie, in 1831 gebouwde Herv.
kerk Staat aan den straatweg van Elburg naar Harderwijk. Dit is eigen-
lijk het nieuwe Doornspijk. Het oude Doornspijk, dat reeds in de 8ste
eeuw bestond en in 805 onder den naam van Thornspyc voorkomt, werd
in 1825 door den watervloed van 4 Eebruari vernield. Van de toen ver-
woeste kerk is nog het kerkhof over. Beeds in de 8ste eeuw bloeide op
den Karmelietenheuvel een monnikenklooster.
D o o rn ste e g , buurt in de Geld. gem. Nijkerk, teilende in 1840, met
Bontepoort, Ark, Nekkevcld en Watergoor, 247, in 1860 251, in 1872
349 inw.
D o o rn v e ld , duinvallei in de N.-Holl. gem. Bergen.
D o om w a a rd , pold. van 89 bund, in de N.-Brab. gem. Herpt-en-Bem.
D o o r sla g , geh. in de Utr. gem. Jutphaas, ontstaan bij eene sluis, die
in 1671 in de vaart van den Hollandschen IJsse l naar den Vaartschen-
Rijn werd gelegd. In 1872 werden 6912 vaartuigen door deze sluis geschut.
D o o rw e r th , of D o r enw e e rd e , gem. in Geld., op beide oevers van
den Eijn, tusschen de gemeenten Eenkum en Heteren. Terwijl nogtans het
ged. op den linker- of noorder-stroomoever op de Veluwe uit een belangrijke
afwisseling van berg, dal, bosch, heide, akkers en weiden bestaat,
bevat dat op den rechter- of zuidelijken oever, in de Betuwe, niets
dan weinige bunders uiterwaard, met het Doorwerthsche-Veerhuis. In
het geheel heeft de gem. 1679 bunders oppervlakte. Aan den Eijn
ligt klei, maar al het overige is diluvisch zand, waardoor de heldere
Heelsummerbeek kronkelt. De gem. bevat het kasteel en de bossehen
van Doorwerth, het d. Heelsum, de hoeve Laag-Wolfheeze, het landgoed
Duno en eenige verstrooide huizen. Zij had in 1822 301, in 1840 366,
in 1872 316 inw., in laatstgenoemd ja a r onderscheiden in 304 Herv.,
1 Ev.-Luth. en 11 E.-Eath.
Het kast. Doorwerth ligt aan den Eijn en aan den voet van de Ve-
luwsche hoogten, wier hellingen en flanken hier met een der schoonste
bossehen van Nederland zijn bedekt. De heerlijkheid Doorwerth was tot
1402 een vrij eigen goed, welks bezitters alleen den Keizer en het Byk
leenhulde schuldig waren. De oudst-bekende bezitter was Barend van
Dorenweerde, die in oorlog met den Heer van Vianen geraakte. Hendrik
van Dorenweerde kwam in botsing met den Heer van Bahr, die het slot
Dorenweerde in 1280 innam. Barend van Dorenweerde was in 1306
Ambtman in Amstelland voor Bisschop Gwy van Utrecht. In het reeds ge-
noemde ja a r 1402 werd de heerlijkheid leenroerig aan het Hertogdom Gelder.
Zij kwam in 1500 in het bezit van het .geslacht Voorst, in 1558 aan dat
van Schellard van Obbendorp, in 1677 aan dat van Altenburg, in 1799
aan dat van Bentinck, in 1840 aan dat van Brakeil van Wadenoijen.
Het slot, nog geheel in middeneeuwschen stijl, bevat eene kapel, die door
edelen eenvoud uitmunt.
Tegenover het slot, längs de Eonteinlaan, strekt zieh de bunrt Doorwerth
uit, die met het kasteel, de lustplaats Duno en de hoeve het
Huis-ter-Aa in 1840 246, in 1860 190, in 1872 161 inw. telde.
D o o rw e r tso h e -B o sc ll, zeer schoon en schilderachtig bosch, dat
zieh van de Eonteinlaan bij Doorwerth tot aan de heide van Wolfheeze
uitstrekt. De schoonste partijen vindt men aan de helling van het geborgte,
waar men op de hoogten, in dalen en kloven gezichtspunten heeft,
die men tot de verrukkelijkste dreven van Midden-Europa kan rekenen.
Dit bosch bezit ook een der merkwaardigste overblijfselen der oudheid:
de Hunenschans.
D o r d r e c h t , rijks-kiesdistrict voor het afvaardigen van Eeden naar de
Staten-Generaal. Het bevat, volgens de wet van 6 Mei 1869, de 29 gem.
Dordrecht, Dubbeldam, Zwijndrecht, Groote-Lindt, Heerjansdam, Hen-
drik-Ido-Ambacht, IJsselmonde, Barendrecht, Eidderkerk, Mijnsheeren-
land, Heinenoord, Westmaas, ’s Gravendeel, Puttershoek, Maasdam, Strijen,
Numansdorp, Klaaswaal, Zuid-Beijerland, Alblasserdam, Papendrecht,
Oud-Alblas, Wijngaarden, Molenaarsgraaf, Bleskensgraaf-en-Hofwegen,
Streefkerk, Nieuw-Lekkerland, Brandwijk, Sliedrecht. Het aantal inw.
beliep in 1869 88,902, het aantal kiesgerechtigden 2037.
D o rd r e ch t, kiesdistrict in Zuid-tlolland voor de verkiezing van Prov.
Staten, bestaande uit de 2 gemeenten: Dordrecht en Dubbeldam.
D o rd r e ch t, 4de arrondissement van Zuid-Holland, omvattende het
Eiland-van-Dordrecht, IJsselmonde en den Hoekschen-Waard.
Het arrondissement werd in 1811 gevormd, als deel van het Departement
der Monden-van-de-Maas, en daarbij in 4 kantons afgedeeld : Dordrecht,
Eidderkerk, Strijen en Oud-Beijerland.
Dit getal kantons werd met de'n vermeerderd door de splitsing van
Dordrecht in Dordrecht Iste kanton en Dordrecht 2de kanton.
In 1838 kreeg het arr. eene nieuwe indeeling, waardoor het getal kan*