
Banthornpolder, Hazerswoudsche-droogmakerij, Achterofscbe of Droog-
gemaakte-polder (Waddinxveen), Eleine-Droogmakerij (Hazerswoude), Am-
bachtspolder, Gemeenewegsche-polder, BijneDburgerpolder, Oost- en-West*
Geerpolder, Oostbunrtschepolder, Hornschepolder, Eietveldpolder, Simon-
Jansepolder, Eerk-en-Zanen, Bietveld (Alphen), Nessepolder, Laag-Boskoop,
Voorofsehepolder (Waddinxveen), Steekt, Eijneveld, Binnenpolder (Zwam-
merdam), Vereenigde-polder- aan-de-oostzijde- van-de-Gonwe, Eeeuwijk,
Zuidzijderpolder, Boezempolder, Oukoop-en-Negenviertel, Bloemendaal,
Sluipwijk, Willens, Stein.
Het ingepolderde land bevat eene oppervlakte van 76,013 bunders,
van welke 27,131 in Noord-Holländ en 48,882 in Zuid-Holland.
De tijd, waarin het hoogheemraadschap van Eijnland werd opgericht, is
ons onbekend. Het ondste handvest dat daarop betrekking heeft, gegeven
door den Boomsch-Koning Willem van Holland, is van den 9 April 1253.
Bjjnlandsche-Heerlijkliedeil, heerlijkheden in de Z.-Holl, landstr.
Eijnland, zijnde: Koudekerk, Hazerswoude, Benthuizen, Hoogeveen, Bos-
koop, Zuidwijk, Schoot, Nieuwkoop-en-Noorden, Achttienhoven, Vrijhoeve,
Esselijkerwoude-en-Jacobswoude (met Woubrugge), Hoogmade, Alkemade,
Warmond, Vrije-en-Lage-Boekhorst, Oegstgeest, Voorschoten, Veur, Was-
senaar en-Zuidwijk, Valkenburg, de beide-Eatwijken-en-het- Zand, Eijns-
bnrg, Noordwijk, Langeveld-en-Offem (met de Lucht).
Bijnlandsche-Slaperdijk, dijk in de N.-Holl. gemeenten Spaarn-
dam, Schooten en Bloemendaal, in 1612 aangelegd.
Bijnsaterwoude, of Bhijnsaterwoude, gem. in Z.-Holl., inge-
sloten door de gem. Leimuiden, ter Aar, Woubrugge en Alkemade. Zij
beslaat 926 bund., deels kleilanden en laag veen, deels een uitgestrekte
waterplas, namelijk het grootste deel van het Braassemermeer. In 1822
had deze gem. 519, in 1840 561, in 1875 593 inw. Bij de telling
voor 1870 vond men er: 301 B.-Kath., 253 Herv., 15 Chr.-Geref.,
10 Bem. en 1 Luth. Zij bèstaan meest van landbouw en veeteelt. Vroe-
ger waren vele ingezetenen veenlieden.
Het d. Bijnsaterwoude ligt aan den grooten weg van Amsterdam naar
Alphen. Het telde binnen de kom in 1870 172 inw. E r zijn kerken
der Herr, en B -E a th . Het d. wordt reeds in 1063 vermeld.
Bÿnsaterwoudsehe-Veenpolder, pold. in de Z.-Holl. gem. Bijnsaterwoude,
in 1824 bedijkt en 42 bund. groot.
B i jn s b u r g , of B h i jn s b u r g , gem. in Z.-Holl. tusscben Noordwijk,
Katwijk, Oegstgeest en Yoorhout. Zij is 365 bund. groot en heeft ten
deele een klei-, ten deele een zandachtigen grond. In 1822 had zij 1258
in 1840 1581, in 1875 1955 inw. Bij de telling voor 1870 onderscheidde
men e r: 1194 Herv., 513 Chr.-Geref., 2 Luth., 1 Bem. en 190 B.-Eath.
Zij bestaan voornamelijk van land- en tuinbouw, inzonderheid van het
kweeken van bloemkool, alsmede van veeteelt en zuivelbereiding. Oudtijds
was Bijnsburg eene heerl., die tot 1572 de eigendom was der Abdis van
Bijnsburg, een beroemd adelÿk courent, in 1133 door Vrouwe Petronella
van Saksen, de gemalin van Graaf Floris I I , gesticht en in den Spaan-
schen tijd verwoest.
Het d. Bijnsburg is eene belangrijke plaats, in 1870 met 1850 inw.
binnen de kom. Van de voorm. abdij bestonden nog lang overbljjfselen,
doch de laatst overgebleven bouwvallen zijn in 1811 opgeruimd. E r zijn
kerken der Herv. en Chr.-Geref. Tot de merkwaardige herinneringen
behooren (behalve die, welke zieh aan de stichting, den bloei en het verval
der abdij hechten), een strijd tusschen de landzaten en de Eriezen, om-
streeks het midden der 9de eeuw; een geveebt tusschen de Holländers
en West-Eriezen, onder Graaf Dirk I I ; woeste bedrijven der Spanjaarden
in 1573 en 1574; plunderingen ten gevolge van binnenlandsche twisten
in 1787.
In een geschrift van omstreeks 866 wordt Bijnsberg B inasburg genoemd
en daarbij vermeld, dat het vroeger Bothulvashem heette.
B i jn s b u r g , landgoed in de Zeeuwsche gem. Serooskerke, op Wal-
cheren. Het behoorde oudtijds aan de abdij Bijnsburg in Holland.
Bjjnwetering, wetering in Geld., een der vaarten die de Linge
vormen.
Bijnwijk, landgoed in de Utr. gem. Zeist, reeds in 1003 bekend en
in 1723 een toevluchtsoord van monniken uit de abdij Orval (Luxemburg),
die hun klooster verbeten omdat zij de gevoelens van Jansenius
waren toegedaan. Voor eenige jaren is het oude huis afgebroken.
W M of de Bijp, kerk ring van de klasse Alkmaar der Herv. Eerk
in Noord-Holland, bevattende de 8 g em .: Bedijkte-Schermer, Driehuizen-
en-Bedijkte-Schermer-Zuidzijde, Graft, Groot-Schermer, Oost- en-West-
Graftdijk, Oudorp-en-Oterleek, de Bijp, Schermerhorn.
Bijp, of de Bijp, gem. in N.-Holl,, tusschen Graft, de Beemster en
Jisp, 371 bund. groot, meest laag veen, maar in den drooggemaakten
Eamerhop klei. In 1811 had deze gem. 1509, in 1822 1630,
in 1840 1967, in 1875 1981 inw. Bij de telling voor 1870 vond men
e r: 1160 N.-Herv., 2 W.-Herv., 326 Doopsgez., 56 Ev.-Luth., 2 Herst.-
Luth., 1 Bem., 446 B.-Eath,, 5 Ned.-Isr., 1 Port.-Isr. en 9 ongenoemden.
Vroeger bloeide de gem. vooral door de walvisch- en de haringvangst
en de neringen die daarmede in verband stonden. Van die takken van b e staan
zijn weinig meer dan sporen over. Maar nog altoos zijn nijver-
heid en handel aanzienlijk. Het platteland der gem. bestaat bijna uit-
sluitend uit veeweiden.
Het vlek of d. de Bijp was oorspronkelijk slechts eene tot Graft
behoorende bnurt, die echter dat dorp boven het hoofd wies, toen de
hariDgvisscherij door vele Bijpers werd opgevat, en in 1594 de eerste sluis
alhier was gelegd. In 1605 werd de Bijp voorloopig en in 1607 voor
goed van Graft gescheiden. Omstreeks 1467 werd er eene kapel en omstreeks
1529 eene kerk gebouwd. Den 6 en 7 Januari 1654 werd het
vlek met den ondergang bedreigd, daar toen, behalve de Herv. en
Doopsgez. kerken, 430 woonhuizen en 150 pakhuizen afbrandden. Doch
de Bijp herstelde zieh van die ramp, even als van die van 11 November 1657