
Thulle, Hegge en Wolfhagen, de geh. Daniken, Heisterbrug, Hommert,
Boschgrohben en Breinder, benevens een klein deel van de b. Wintraak.
Het d. Schinnen, met eene R.-Kath. kerk, telde in 1840 280, in 1870
293 inw. Het wordt reeds in 1147 vermeld.
Schin-op-Geulle, gem. in Limb., tusschen Valkenbnrg, Hulsberg,
Klimmen, Wijlré, Strncht en Oud-Valkenburg. Hare oppervlakte bestaat
uit een deel van het Geuldal en de heuvels, die deze vallei in het noorden begrenzen,
zijnde de oppervlakte — in het geheel 387 bund. — door mer-
gel en rivierklei gevormd. In 1822 had de gem. 319, in 1840 348, in
1875 414 inw. Alle ingezetenen zijn R.-Kath., en op enkelen na bestaan
allen van den landbouw. De gem. bevat het d. Schin-op-Genlle, de b.
Walern, benevens de geh. st.-Pieter, Ransdaal en Opscheumert.
Het d. Schin-op-Geulle ontleent voor een deel zijn naam aan het
riviertje de Geul of Geulle. Br is eene R.-Kath. kerk. In 1840 had het
92, in 1870 139 ingezetenen.
S o h in v e ld , gem. in Limb., tusschen de Nederl. gemeenten Jabeek,
Bingeirade, Merkelbeek en Brunssem, benevens de Pruiss. gemeenten
Teveren en Gangelt. Zij wordt door de Roodebeek besproeid, is ruirn
1191 bund. groot en bestaat deels uit morgelgronden, deels uit kleilanden,
waarvan eenigen van zeer drassigen aard. In 1822 had Schiuveld
696, in 1840 828, in 1875 1105 inw., in laatstgen. jaa r onderscheiden
in 1103 R.-Kath. en 2 Herv. De meeste ingezetenen zijn landbouwers.
Behalve het d. Schinveld, bevat de gem. het hu is'd e Hering, dat in een
uithoek aan de Pruiss. grens ligt, alsmede de hoeven Huske en Stokerij.
■ Het d. Schinveld telde in 1870 binnen de kom 932 inw. De R.-Kath.
keik is het voornaamste gebouw. ln het najaar van 1830 redde de
dappere vrouw van het raadslid J . P . Buysers door eene kloeke houding
de echtelijke woning, toen deze door het grauw werd bedreigd.
Den 19 September 1849 werd de Commissaris des Konings, Jh r. van
Meeuwen, hier onder groot gejuich ingehaald, doch den 16 Ju n i 1864 had-
den hier treurige tooneelen plaats bij de begrafenis van een arm kranksinnige,
H. Hendriks, uit Gangelt.
S ch ip b e ek , gegraven vaart in het zuiden van Overijssel, deels op de
grens van Gelderland. Zij voert uit de Regge naar den IJssel. In 1366
bestond reeds het voornemen om deze vaart te graven, Zij schijnt in den
herfst van 1422 voltooid te zijn.
S ch ip b e ek , of S ch ip b eak sh u iz en , b. in de Ov. gem. Diepenheim,
in 1840 met 139, in 1870 met 194 inw.
S ch ip b o rg , b. aan de Drenthsche-Aa, in de Drenthsche gem. Anloo,
in 1811 met 48, in 1840 met 84, in 1870 met 123 inw. Aan de zuid-
zijde ligt een klein, zeer geschonden hunebed.
S ch ip b ro ek en , Streek Weideland in de N.-Holl. gem. Velsen, ten
westen van Santpoort.
S ch ip h o l, fort aan den ringdijk van de gem. Haarlemmermeer in N.-
IIoll., eenige minuten ten zuiden van den mond van het Nieuwe-Meer.
Schipho r st, b. in de Drenthsche gem. de Wijk, in 1811 met 265,
in 1840 met 323, in 1870 met 350 inw.
S ch ip lu id en , gem. in Z.-Holl., tusschen Hof-van-Delft, Vrijenban,
Vlaardinger-Ambacht, Maasland en de Lier, met eene oppervlakte van
ruim 1427 bund. Deze uitgestrektheid bezit de gem. echter eerst sedert
1855, toen de gemeenten Hodenpijl en st.-Maartensregt daarmede ver-
eenigd werden. De grond bestaat deels uit klei, deels uit laag veen. In
1822 had Schipluiden alleen 386, in 1840 512 inw. Met Hodenpijl
en st.-Maartensregt telde het in 1860 829, in 1875 1020 inw. Bij de
telling voor 1870 onderscheidde men er : 608 R.-Kath., 329 Herv., 11
Chr.-Geref. en 12 ongenoemden. De gem. bevat het d. Schipluiden met
eene Herv., en Hodenpijl met eene R.-Kath. kerk. Verder vindt men er
de b. Oost-Gaag en eenige verspreide landhoeven.
Het d. Schipluiden is zeer oud. Graaf Dirk V noemde het in een
brief van 1083 Schipleden. Het ligt aan de vaart en den rijweg van
Delft naar Maassluis. In 1870 telde het binnen de kom 504 inw.
S ch o e lieb e rg , b. in de N.-Brab. gem. Huybergen, in 1840 met
91 inw.
S chokland, lang, smal en zeer laag eil. in de Zuiderzee, thans een
deel der Overijsselsche gem. Kämpen. Het is ongeveer 140 bund. groot
en heeft een drassigen veengrond. Oudtijds een deel der heerl. Kuinre,
was het vervolgens tusschen Holland en Overijssel verdeeld. Het noor-
derdeel (Emmeloord) behoorde tot Holland, het zuiderdeel (Ens) tot
Overijssel. Dit veranderde in 1798, doch de oude verdeeling keerde in 1801
terug, om in 1807 te eindigen. Tot 1859 bleef Schokland eene zelfst.
gem., die in 1811 637, in 1822 616, in 1840 695, in 1850 641 inw. telde.
In laatstgenoemd jaa r bestonden zij uit 458 R.-Kath., 181 Herv., 1 Herst.
Luth. en 1 Chr.-Afg. De vischvangst was hun middel van bestaan. Na
1830 werd er eene calicotweverij opgericht, die echter der welvaart meer
nadeel dan heil aanbracht. In 1859 werden de woningen der ingezetenen,
volgens de wet van 18 Dec. 1858, door het Rijk onteigend en
vervolgens gesloopt. Daardoor zijn de d. Emmeloord en Molenbuurt,
even als de Zuiderbuurt, ontvolkt, wordende op Schokland thans geene
andere inw. dan enkele ambtenaren aan de haven en op den vuurtoren
met hunne gezinnen gevonden (in 1860 16, in 1870 28, of zonder de tij-
delijk aanwezigen 24).
S ch o lfe r s (de), polderl. ter grootte van ongeveer 40 bund. in de
Geld. gem. Herwen-en-Aerdt.
S ch on auw en , heerl. van 680 bund. in de TTtr. gem. Houten, die
vroeger eene zelfst. gem. uitmaakte, doch door de wet van 27 Ju n i 1857
als. zoodanig ophield te bestaan. Zjj ontleent haar naam aan het kasteel
Schonauwen, waarvan tegenwoordig nog slechts een enkele toren over is.
Schonauwen had in 1822 214, in 1840 210, in 1870 221 inw.