
I
m
f l
B u iten p o s t, oudtijds Uitpostema, d. en hoofdplaats der Pritsche
gem. Achtkarspelen, aan den straatweg van Leeuwarden naar Groningen,
in 1811 met ruim 600, in 1840 met 882, in 1870 met 943 inw., de be-
volking der kleine buurtjes Uitland, Klein-Ditland en de Home medege-
rekend. Het fraaie dorp bevat, behalve de Herv. kerk, bet gemeentehuis
van Achtkarspelen en de sckoone state Haersma. Vroeger vond men er
ook de staten Herbranda en Jelkema of Jeltinga. De Buitenposter jaar-
en paardenmarkt wordt drnk bezocbt. Het dorp heeft ook een Station
van den spoorweg van Leeuwarden op Groningen, die den 1 Ju n i 1866
geopend werd. Van 1811 tot 1838 was Buitenpost de hoofdplaats van
een kanton, omvattende Achtkarspelen en Kollumerland c. a.
B u iten s lu is, sluis in den Numanspolderschen dijk, binnen het d.
Nurnansdorp, wäarnaar dat dorp in de wandeling de Buitensluis wordt
genoemd.
B u iten -T h am e rp o ld e r , pold. van 56 bund. in de N.-Holl. gem.
Uithoorn.
B u iten v e ld e r t, wijk van de gem. Nieuwer-Amstel, zieh uitstrekkende
van den Overtoom tot aan de Kalfjeslaan, of het Kleine-Loopveld, vroeger
met een schoone rij van buitengoederen. Daaronder was Reigersdaal van
schier vorstelijke schoonheid. E r is een in 1656 gestichte R.-Kath. kerk.
B u iten v e ld je , pold. in de N.-Holl. gem. Broek-in-Waterland.
B u itenw e g seh e -p o ld e r , polder van 289 bund. in de ü tr. gem.
Westbroek.
B u itenw e id e , pold. van 38 bund. in de Z.-Holl. gem. Vlaardingen.
B u ite r -B om , pold. in de N.-Holl. gem. Broek-in-Waterland.
B u iz e r g a t, kleine inham der Noordzee op de N.-Holl. kust tusschen
den Helder en Callantsoog.
B u iz en p o ld e r , polderland van 30 bund. in de Zeeuwsche gem. Groede.
B u lg e r ste in , voorm. kasteel in Schieland (toen N.-Holl., thans Z.-
Holl ). Het lag ten westen der tegenwoordige Hoogstraat binnen de stad
Rotterdam. Volgens overleveringen was het zoo oud, dat men het jaartal
1071, dat op een der torens stond aangeteekenÜ, voor een aanduiding
houdt van den tijd van herbouw. In het midden der 17de eeuw was
de slotgracht nog aanwezig. Aan dit slot en aan het naburige Wena
is de stad Rotterdam haar oorsprong verschuldigd.
B u lk en a a r (de), geh. in de N.-Brab. gem. Roosendaal.
B u lk e s te in , voorm. kasteel in de Geld. gem. Deil, in 1788 gesloopt.
B u llev r ijk , wijk der N.-Holl. gem. Ouderkerk, aan de zuidzijde der
Bullewijk of Holendrecht. De R.-Kath. kerk, die omstreeks 1620 in het
midden dier buurt werd gesticht, is in 1820 naar Ouderkerk verplaatst.
B u llew ijk e r -en -H o len d r e ch te r -p o ld e r , pold. in de gem. Ouder-
Amstel, ten noorden van het water der Holendrecht of Bullewijk, van
1802 tot 1860 uitgeveend, doch in 1864 droog gemaakt. De polder, die
430 bund. groot is, werd onvevwacht, den 24 December 1869, ondergezet,
doch sedert weder beverscht.
Bult (de), geh- bij het Eriesche d. Teridzerd (West-Stellingwerf).
Bult (de), wljk van de N.-Brab. buurt Slieven (Someren).
B u lt (de), geh. in de Gron. gem. Bellingewolde.
B u lt (de), buiten met zwaar geboomte in de Overijsselsche gem.
Stecnwijkerwold, ten oosten van den Woldberg, aan den weg naar Ere-
deriksoord.
Bulter-verlaat, sluis in de Gron. gem. Bellingewolde, waardoor de
Pekel-Aa in de Westerwoldsche-Aa valt.
Bultje (het), geh. in de Gron. gem. Kloosterburen.
Bultvenne, hooge piek in de Gron. gem. Termunten, in de oudste
eeuwen onzer geschiedenis een begraafplaats der Heidensche landzaten.
Bulwijk, pold. in de Z.-Holl. gem. Woerden.
Bunde, gem. in Limb., ingesloten door de Nederl. gemeenten Geul,
Meerssen en Itteren, en door de Belg. gem. Neerharen. Op 528 bunders
had zij in 1822 512, in 1840 632, in 1870 695 inw., wat laatstgenoemd
jaar betreft onderscheiden in 689 R.-Kath., 3 Herv. en 3'Ev.-Luth.
Landbouw is de hoofdbron der welvaart, doch men vindt er ook een
brouwerij en 2 branderijen. Behalve het d.. Bunde, bevat de gem. de buurt
Casen, of Käsen, een deel van de buurt Weert, het geh. Voulwames, be-
nevens de verspreide huizen Hoolhuis, Aan-de-Baan, Over-Bunde, Steenberg
en Hoolstraat.
Bunde wäs in den grafelijken tijd een afzonderlijke h e e rl., die in
1244 aan Reinard van Bunde toebehoorde. Aerl van Bunde was sehepen
te Maastricht in 1570, doch Jonker Jan van Bunde werd uitgesloten,
toen Parma in 1579 eene algemeene vergiffenis voor de Maastrichtenaren
afkondigde. In 1626 was Bunde aan den Heer van Geul voor 4000 gülden
verpand.
Het d. Bunde, dat sedert 6 November 1865, door de opening van den
staatsspoorweg Maastricht—Venlo een gemakkelijk verkeer heeft met alle
aanzienlijke plaatsen des Lands en den vreemde, bevatte zoowel in 1840
als in 1860 386 inw.
Bunne, buurt in de Drenthsche gem. Yries, in 1840 met 110, in
1860 met 103 inw. In den bisschoppelijken tijd was te Bunne een kom-
' manderij van de Duitsche Ridderorde. Pie te r van Hemert, de laatste
Kommandeur van Bunne, verliet zijn residentie, den 15 Maart 1560,
i in stilte.
Bunnik, gem. in ü t r . , ingesloten tusschen de Bilt, Zeist, Odijk en
Honten, beslaat, sedert de wet van 27 Ju n i 1857 uitvoering erlangde
[ (waarhij de gemeenten Bunnik-en-Vechten en Rhijnauwen werden vereenigd),
mim 1453 bund. Hare oppervlakte, die door den Ouden-Rijn wordt
doorsneden, bestaat uit vruchtbare klei, die deels tot weiden wordt ge