
en-Velden, Beesel, Broekhuysen, Grubbenvorst, Helden, Kessel, Maasbree,
Belfeld, Tegelen, Venlo.
V en lo , derde kanton van het Limb. arr. Boermond, bevattende de
7 gem.: Venlo, Arcen-en-Velden, Beesel, Belfeld, Kessel, Maasbree,
Tegelen.
V e n lo , deken. van het bisd. Roermond, bevattende de 11 par.: Arcen,
Baarlo, Beesel, Belfeld, Blerik, Kessel, Maasbree, Reuvor, Tegelen,
Velden en Venlo. Voorts bevat het ééa rectoraat, zÿnde dat te Steyl
(Tegelen). Openbare kapellen zijn te Lomm (Arcen), in de Hoogstraat
(Baarlo), te Boekend (Blerik), te Geneu of Genoy (Venlo).
V en lo , ring van de Herv. Kerk in Limb. Deze ring bevat de 6
gem.: Venlo, Blitterswijk, Gennep, Roermond, Stevensweert, Weert.
V en lo , gem. in Limb., grenzende in het noorden aan de gem. Velden,
in het westen aan Maasbree, in het zuiden aan Tegelen, terwijl zij
in het oosten wordt bepaald door de Pruiss. gemeenten Kaldenkirchen,
Leuth, Heringen en Straelen.
Zij beslaat ruim 2687 bund., bestaande de grond, die in het westen
deels door de Maas wordt bezoomd, deels doorsneden, meest uit diluvisch
zand, met een weinig klei längs den stroom.
Venlo had in 1822 6306, in 1830 6610, in 1840 6606, in 1850 7610,
in 1860 7293, in 1876 8372 inw., in laatstgenoemd ja a r onderscheiden in
7741 R.-Kath., 446 Ned.-Herv.j 1 W.-Herv., 32 Luth., 10 Doopsg., 1
Angl., 140 Isr. en 1 ongen.
De gem. bestaat uit de stad Venlo en hären „Bantuin”, waaraan in 1817
een klein ged. der Pruiss. gem. Straelen is toegevoegd.
De stad Venlo ligt op den rechteroever der Maas. Ofschoon deze lig-
ging allergunstigst is, maakt zij geene fraaie vertooning, daar geen van
haré straten schoon genoemd kan worden. De vestingwerken worden
thans gesloopt, en daarbuiten zijn reeds nieuwe straten afgebakend, b.
v. de Havenstraat. Doch men ziet in die nieuwe stads wijken nog
slechts weinige gebouwen. Door de stad vlieten twee beken. In 1840
telde men binnen de wallen 844 huizen en 5513 inw., welke cijfers in
1870 tot 949 en 6352 waren toegenomen.
Venlo drijft een niet onbelangrijken handel, die door de Maas en vier
spoorwegen zeer wordt bevorderd. Daarenboven is de nijverheid er be-
langrijk ontwikkeld. E r zijn stoom-korenmolens, bierbrouwerijen, azijn-
makerijen, zoutziederijen, eene zeepziederij, smederijen, enz. Ook trekt de stad
voordeelen uit het verblijf eener doorgaans aanzienlijke krygsbezetting.
Tusschen de Groote-Markt en de Groenmarkt Staat het Stadhuis, dat,
in 1595, ter plaatse van een vroeger Raadhuis gebouwd, met twee
torens prijkt. De raadzaal is fraai en versierd met tafereelen uit de
geschiedenis der stad, het portret van Erik van Putten en eene voorstel-
ling van het Laatste Oordeel door Goltzius.
Opmerking verdient onder de militaire gebouwen het Ziekenhuis (dat
vroeger tot Hertogs- of Prinsenhof was ingericht). Vorder heeft men er
het st.-Jorisgasthuis en andere burgerlijke godshuizen.
Te Venlo zijn 3 kerken, waarvan die der R.-Kath., de st. Maartenskerk,
met een zwaren toren van 160 voet hoogte prijkt. De kerk is vddr 1804
gesticht en in 1411 vergroot. Van 1480 tot 1766 stond vddr dien toren
een tweede, die tot 300 voet was opgetrokken, doch in 1511 van zijne
spits werd beroofd en wegens bouwvalligheid van 1764 tot 1786 afge-
broken. Het beeid- en schilderwerk in deze kerk verdient opmerking. De
koperen doopvont en de predikstoel zijn meesterstukken van giet- en snij-
kunst. De Hervormden oefenen hun godsdienst uit in de voormalige st.-
Joris- of Gasthuiskerk. De Isr. hebben er eene Synagoge. Eenige vroegere
kerken staan ledig of dienen tot magazijnen of soortgelijke doeleinden.
Venlo heeft eene hoogere burgerschool met driejarigen cursus, waaraan
eene rijks-subsidie is toegelegd.
Venlo, zegt eene overlevering, is door den reus Valuas, den Brukterschen
veldheer, gebouwd. T er „herinnering” daaraan worden bij optochten poppen,
dien reus en zijne gade voorstellende, rondgedragen. De plaats wordt het
eerst vermeld (als Venia) in een stuk van 1170. Het was toen nog
een dorp en bleef dit, tot Hertog Reinald I I , den 1 September 1343,
der plaats stedelijke rechten verleende.
Latere historische herinneringen zijn: de verovering der stad door
Bisschop Arnold van Hoorn en Adolf van Cleve, in 1373; het viermaan-
delijksch beleg door Arnold van Egmond, in 1459; de overgave aan
Hertog Karel de Stoute, den 24 Ju n i 1473; de overgave aan Maximiliaan
van Oostenrijk, in 1481; het toetreden der stad tot het verbond der
Hanzeaten, mede in 1481; het uitroepen van Karel van Egmond tot
Hertog van Gelder, in Maart 1492; het oproer gericht tegen den kamer-
ling Albert van Lawick, in 1495; het vruchteloos beleg der stad door
de Bourgondiers, van 28 Augustus tot 1 December 1511; de onderwer-
ping van Willem van Gulik aan Keizer Karel V, den 7 September 1543;
de overeenkomst tusschen de Gelderschen en Keizer Karel, getroffen den
12 September 1543; de huldiging van Prins Eilips als toekomstig lands-
heer, den 19 October 1549; de beeldstormerij, in Augustus 1566; de
vruchtelooze opeisching der stad door Prin s Willem I, in Augustus 1572;
de weigering aan Hohenlo om zijne troepen te ontvangen, in Januari
1578; het vruchteloos beleg der Spanjaarden, in November 1578; de ge-
welddadigheden tegen de kerken van het klooster Trans Cedron en der
kruisheeren bedreven, in November 1578; het gevecht tusschen Spaansche
Soldaten en de burgers, waarbij de laatsten het onderspit dolven,
den 3 Eebruari 1579; het uitdrijven der Waalsche troepen van den Heer
d’Estourmelles, den 5 Maart 1579; het teekenen van de Unie van Utrecht
door Venlo, den 11 April 1579; de overgave der stad door den bevel-
hebber Maarten Schenk van Nideggen, aan Parma, na een negeodaagsch
beleg, den 28 Ju n i 1586; het verjagen der Duitsche en Italiaansche
bezetting, den 13 October 1590; de mislukte poging van Prins Maurits
om Venlo te verrassen, den 21 Mei 1597; eene tweede mislukking van
dit ontwerp, den 30 September 1606; het aanvangen van het nimmer
voltooide werk om Venlo door een kanaal naar Rheinberg met den Rijn
te verbinden, in September 1626; de overgave der stad aan Prins