
Luth., 192 R.-Kath. en 9 Isr. De gem. bevat de beide dorpen Oud-
Loosdrecht en Nieuw-Loosdrecht, do bunrten Oud-Over en Mijnden,
benevens het geh. Muiereld of Muideveld.
Loosduinen, gem. in Z.-Holl., in het westen door de Noordzee
bespoeld en verder ingesloten door s-Gravenhage, Rijswijk, Wateringen
en Monster, hebbende eene oppervlakte van 3069 bund. De grond
bestaat deels uit diluvisch zand, deels uit laag veen. De hooge duinen
zijn yeelal onbebouwd, maar aan den voet daarvan strekken zieh weelderige
akkers uit, afgewisseld door buitenverblijven, weiden en warmoezerijen. In
1822 had deze gem. 1543, in 1840 1885, in 1874 2432 inw. Bij de
telling voor 1870 onderscheidde men er 1258 N.-Herv., 4 W.-Herv.
3 R em , 1 Ev.-Luth., 1 Episc., 1080 R.-Kath., 18 Ned.-Isr. De gem.
bevat het d. Loosduinen en het geh. Eikenduinen.
Het d. Loosduinen is zeer oud. Waarschijnlijk is hier of in de
nabijheid het Lugdunum der Romeinen te zoeken. Behalve door de over-
eenkomst van naam wordt dit gevoelen verstärkt doordien in het duin
verschillende Romeinsche penningen en andere oudheden zijn gevonden.
In eene oorkonde van den 7 November 1225 komt het d. onder den
naam Loosdunen voor. E r was toen eene Cistercienser abdij, die in
1579 werd gesloopt. De Herv. en R.-Kath. hebben hier aanzienlijke
kerkgebouwen. In de kom van het d. telde men in 1870 204 huizen
en 966 inw.
Loovaart, geh. in de N.-Brab. gem. Berlicum.
ZiOOVeren, b. in de N.-Brab. gem. Baarle-Nassau, in 1840 met
217 inw.
Loozen, of L o z e n , b. in de Overijsselsche gem. Gramsbergen, in
1840 met 61, in 1870 met 117 inw.
Iioozepolder, pold. in de Zeeuwsche gem. Hoek, in 1851 bedijkt
en 45 bund. groot.
Lopenermark, voorm. mark in Geld., ongeveer de landgoederen
Dreijen en Heijenoord omvattende.
Lopik, gem. in Utr., tusschen IJsselstein, Jaarsveld, Willige-Langerak,
Polsbroek en Benschop. De grond — in het geheel 2030 bund. — is
meest klei, doch naar het noorden met laag veen vermengd. In 1822
had deze gem. 1085, in 1840 1250, ita 1875 1472 inw., in laatstgenoemd
ja a r onderscheiden in 855 Herv., 47 Chr.-Geref., 3 Luth., 564 R.-Kath.
en 3 Isr. De hoofdbronnen van bestaan z ijn : veeteelt, zuivelbereiding
en landbouw. De gem. is grootendeels eene heerl., die voor 1795 aan
de st-Mariakerk te Utrecht behoorde. Het oostelijk deel bestaat uit de
heerl. Sevenhoven. Er zijn 2 dorpen, die doorgaans Lopik en Lopiker-
kapel, doch beter Lopik en Sevenhoven worden genoemd.
Het d. Lopik bestaat, met Lopikerkapel en Sevenhoven, u it eene doorgaande
reeks woningen en boerenhoven längs den Lopikerdijk en de
Lopiker-wetering. De eigenlijke kom bij de Herv. kerk telde in 1870
slechts 31 huizen met 131 inw. In 1672 is Lopik door de Eranschen
zwaar gebrandschat en in 1810 door een feilen brand voor een groot
deel van zijn archief beroofd. In eene oorkonde van 1313 heet dit d.
Loepwic.
liopiker-kapel, b. in de Utr. gem. Lopik, het bovengedeelte van de
heerl. Lopik uitmakende. Vroeger stond er eene kapel, waarvoor
echter eene kerk op Sevenbovenschen grond in de plaats is gekomen.
Daarom wordt de kerk van Sevenhoven nog de Lopikerkapel genoemd.
Lopiker-kapel had met Sevenhoven in 1870 285 inw.
Lopikerwaard, dijksdistrict in Utr., omvattende de polders, die door
het Collegie van den Lekdijk-Benedendams-en-IJsseldam worden heheerd.
De oudst-bekende dijkbrief is door Bisschop J a n van Diest in 1328
gegeven.
Lopik er-V oorwetering, wetering in de Utr. gemeenten IJsselstein,
Lopik en Willige-Langerak.
Loppersum, ring der klasse Appingedam van de Herv. Kerk, bevat-
tende de 12 gem.: Loppersum, Eenum, Garrelsweer, Garsthuizen, Leer-
mens, Lellens, Oosterwijtwert, Westerembden, Wirdum, ’t Zandt, Zeerijp.
Loppersum, gem. in Gron., tusschen Appingedam, Slochteren, ten
Boer, Stedum en ’t Zandt, hebbende eene oppervlakte van 2727 bund.
De grond bestaat voor het grootste deel uit klei; alleen het zuidwesten
bevat läge veengronden. In 1811 had deze gem. 1462, in 1822 1712,
in 1840 2059, in 1875 2586 inw., in laatstgenoemd ja a r onderscheiden
ini: 1831 Herv., 631 Chr.-Geref., 79 Doopsgez., 21 R.-Kath. en 24 Isr.
Zij bestaan meest van den landbouw en aanverwante bedrijven, voorts
van steenbakken, kalkbranden, enz. De gem. bevat 4 dorpen: Loppersum,
Garrelsweer, Wirdum en Loppersumerklap, de b. Hoeksmeer en Eekwerd,
benevens de g e h .: Enzolens, Mesum en Wirdumerklap.
Het d. Loppersum is een der grootste dorpen van Eivelgo, teilende
het in 1870 binnen de kom 800 en met de onderboorigheden 1270 inw.
Het d. is zeer oud, want het komt reeds in 1211 onder den naam van
Loppersum voor. In 1214 brandde er de oude parochiekerk af. De Herv.
kerk is een merkwaardig gebouw. In 1589 had het d. veel last van stroo-
pende Staatsche benden. Oudtijds stonden hier en in de nabuurschap
verscheidene bürgen, als Mepsche, de Ham, enz. Onder de boerderijen
vindt men het d rietal: Voilehand, Vretop en Lege-Schotel.
Loppersumerklap, of Bovendjjk, dorpje of kerkb. in de Gron.
gem. Loppersum. De kerk, in 1841 gesticht, behoort aan de Chr-Gere-
formeerden. Aan de Loppersumerklap is eene nette steenbakkerij. Het
cijfer der bev. was in 1840 slechts 46, doch in 1870 reeds 118 zielen.
Loppersumer-Uiterdijken, geh. in de Gron. gem. Loppersum.
48*