
IJliorst en Hesselingen), Steenwijk, Steenwijkerwold (te Steenwijkerwold,
Zuidveen, Eesveen, Onna, Muggebeot, ’t Nederland, Kalenkote en Willems-
oord), Wanneperveen. — Tot het a c h t s t e de seholen : in Almelo (stad),
Diepenheim (te Diepenheim en Markvelde), Goor, den Ham (den Ham,
Lende en Vroomshoop), Hellendoorn (te Hellendoorn, Noetsele, Haarle,
Elen-en-Rhaan, Egede, Marie, Daarle, en Nijverdal), Markelo (te Mar-
kelo, Elsen-en-Herike, Stokkum en Kerspel-Goor), Rijssen, Wierden,
(te Wierden, Enter, Notter, Hooge-Hexel en I<Fpelo).
In bet gebeel telde Overijssel in 1874 674 lagere seholen, t. w. 549
openbare en 149 bijzondere.
Yoor middelbaar onderwijs bestaan hoogere burgerscbolen te Zwolle,
Deventer, Kampen en Almelo, eene hoogere burgerschool voor meisjes
ta Deventer, eene handel- en industrieschool te Enschede, eenige burger-
dag- en avondscholen, enz.
Voor het hooger onderwijs heeft Overijssel: inrichtingen te Deventer,
Kampen Zwolle en Oldenzaal.
Naar de Eerste Karner der Staten-Generaal vaardigt Overijssel 3 leden
af. Voor de verkiezingen van leden voor de Tweede Kamer vormen 21
gem. het kiesdistrict Almelo. Tot het kiesdistrict Steenwijk behooren
14, tot Zwolle 13, tot Deventer 11 gem. Eene gem. (Diepenheim) be-
hoort tot het kiesdistrict Zutphen.
Voor de verkiezingen der Provinciale Staten is Overijssel in 13 dis-
tricten gesplitst. Zwolle bevat 1, Deventer 2, Kampen 5, Steenwijk 9,
Zwartsluis 4, Dalfsen 4, Raalte 5, Markelo, 5 Enschede 7, Oldenzaal 6
Almelo 6, Ommen 7 gem. — de distr. Zwolle, Deventer, Steenwijk, Raalte
en Ommen benoemen elk 4, Kampen, Dalfsen en Markelo elk 3,
Oldenzaal en Almelo elk 5 leden. Zwartslnis vaardigt er 3 en Enschede 6 af.
Voor de rechterlijke macht bevat Overijssel 3 arrondissementen: Zwolle,
Deventer en Almelo, te zamen met 13 kantons.
Ov e r ijsse lseh-kana a l, vaart in Overijssel, die het midden en noordoos-
ten van dit gewest met de beide hoofdsteden Zwolle en Deventer in ver-
binding brengt. Het kanaal bestaat uit vijf panden: van Zwolle naar den
Dalmsholte, van Deventer naar de Dalmsholte, van de Dalmsholte naar
Daarle, van Daarle naar Almelo, en van Daarle naar Gramsbergen. Met
het graven 'is in 1851 begonnen, nadat daartoe door Koning Willem
I I I in October 1850 concessie was verleend. Het noordwestelijk ged.
is de verbreede en verdiepte Nieuwe-Wetering, t. w. van Zwolle tot de
Wetering, lang ongeveer 7000 meter. Dit werk is in Mei 1852 voltooid.
He t ged. van de Linthorst tot de Regge, ruim 20,000 meter, kwam in
Mei 1853; d a t v a n d e R e g g e tot A l m e l o , 21,900 m e t e r , in Jnni 1855 ; datvan
Daarle tot de Vecht, lang 21,400 meter, in December 1855 ; dat van
de Dalmsholte naar Deventer, lang 27,000 meter, in September 1858 gereed.
De kosten, oorspronkelijk geraamd op f 1 .100,000, hebben nagenoeg 1 It
millioen bedragen. In 1872 brachten de doorvaartsgelden op: /66,832,61;
in 1873 /63,882,46, in 1874 / 58,946,2673.
Ovorfewartier, een der vier deelen, waarin tot 1 7 9 6 het p la tte lan d
van Utrecht was verdeeld. Het bevatte de heerl. Amerongen, Leersum
0f Zuilenstein, Ginkel, Darthuizen, Doorn, Langbroek, Hardenbroek,
Sterkenburg, Cothen, Nijendijk of Dwarsdijk, Werkhoven, Odijk, Zeist,
Driebergen, Rijzenburg, de Bilt-en-Oostbroek, Amelisweerd, Bunnik-en-
Vechten, Slagtmaat, Rhijnauwen, 't Overeinde van Jutphaas, Rijnhuizen,
de Groote-en-Kleine-Koppel, Maarschalkerwaard, Oud-Wulven-en-Waijen,
Heemstede, Wulven, Houten-en-’t Gooi, Schonauwen, Schalkwijk, Hons-
wijk, Tull-en-’t W aal, Heeswijk, Oost-Raven, en Hagestein.
O v e r k w a r tie r , zuidelijk deel van het Hertogdom Gelder, dat in
1648 bij den vrede van Münster aan Spanje bleef, in 1715 tusschen Oos-
tenrijk, Pruissen en de Vereenigde-Nederlanden werd verdeeld en voor
een klein deel aan Pfalz-Neuburg kwam. Het wordt ook wel Opper-
Gelder, alsmede het Kwartier van Roermond genoemd. In uitgestrektheid
heeft het meermalen gewisseid. Sedert den tijd van Keizer Karel V be-
hoorden daartoe de steden : Roermond, Venlo, Gelder, Stralen, Wachtendonk,
Erkelens, Nienwstadt en Montfort. In 1795 werd het deels gevoegd
bij het Departement-van-de-Neder.-Maat.,. deels bij het Departement van
de Roer. Thans behoort het deels tot Nederland (Limburg), deels tot
Pruissen (Rheinland).
Over-Langbroek, d. met eene Herv.'kerk in de Utr. gem. Langbroek,
in 1840 met 263, in 1870 met 218 inw. Wegens de boschrijke
streek levert het zeer bevallige gezichten op.
Over-Langel, d. met eene R.-Kath. kerk in de'N.-Brab. gem. Herpen,
aan de Maas. Het had in 1840 330 inw.
Overlangel - Meerloon- Huisseling - Deurzen - Dennenburg -
Langel - Deinen - en - Dieden, pold. van 1533 bund. in het noord-
oosten van N.-Brab.
Overleek, geh. in de N.-Holl. gem. Monnickendam, in 1840 met
66 inw.
Overloon, of Over-Loon, d. met eene R.-Kath. kerk in de N.-Brab.
gem. Maashees-en-Overloon. Het had in 1840 532, in 1870 612 inw.
Overlotbroek, of Over-Lotbroek, geh. in de Limb. gem. Hoens-
broek, in 1840 met 53 inw.
Overmaas, of Land-van-Overmaas, landstreek in Z.-Holl. tegen-
over de stad Rotterdam.
Overmaze, of Land-van-Overmaze, landstreek grootendeels in
het tegenw. hert. Limb., doch deels ook in Belgie en Pruissen. De naam
Overmaze is gegeven door de Brabanters aan die landen, welke aan Brabant
achtereenvolgens tusschen de Maas en de Roer zijn gekomen, namelijk
het Graafschap Daelhem, de heerl. ’s-Hertogenrade en het graafschap
. Vaikenburg. Sommigen rekenden zelfs het geheele hertogdom Limburg
het Land van Overmaze. Bij den vrede van Münster in 1648 waren
ete landen tusschen Spanje en de Vereenigde-Nederlanden onverdeeld