
Vrouwepolder (gevormd door de heerl. Vrouwepolder, Schellach en Zandijk-
Buiten) in het noorden, en Gapinge in het zniden. Van die beiden had het
eerste in 1822 641, het laatste 166 inw. In 1840 was de bev. van Vrouwepolder
groot 784, die van Gapinge 203 zielen. De door hunne vereeni-
ging gevormde gern. Vrouwepolder had in 1860 979, in 1876 1131 inw.
in laatstgen. ja a r bestaande uit 1109 Herv., 18 Chr.-Geref., en 4 R.-Kath.’
Vrouwepolder is thans 2319 bund. groot.
Het d. Vrouwepolder, oudtijds Lieve-Vrouwepolder en thans veelal
Vrouwenpolder genoemd, ontleent zijn naam aan eene „wonderdadige”
schildert) der H. Maagd, die in eene kapel geplaatst, in den grafe-
lijken tijd duizenden bedevaartgangers naar het noorden van Walcheren
voerde. In 1572 werd deze kapel verwoest. Sedert werd er eene Herv.
keik gesticht, aanvankelijk een houten loods, doch die in 1622 en 1623
door een steenen gebouw is vervangen. In de kom-van Vrouwenpolder
telde men in 1870 261 inw. Eenige arbeiderswoningen staan ter plaatse
van een in 1452 uit Arnemuiden verplaatst klooster van reguliere
kanunniken. De Oranjezon, een vroeger landhuis, is thans eene veelbe-
zochte plaats van nitspanning.
De heerl. Vrouwepolder, oudtijds eene bezitting der Heeren van Vee-
re en in de 16e eeuw aangekocht door Prins Willem I, had in 1840
385 inw.
V r o uw e -V en n e , geh. in de Z.-Holl. gem. Alkemade. Het telde met
Lageland in 1840 117 inw.
V r o uw e -V en n e , pold. van 168 bund. in Z.-Holl., deels in de gem.
Alkemade, deels in Warmond.
V r o uw e -V e rd r ie t, geh. in de N.-Holl. gem. Assendelft, in 1840
met 50 inw.
V roU w e -V e rd r ie t, geh. in de Zeeuwsche gem. Brouwershaven.
V r o uw g e e s tp o ld e r , polderl. ln de Z.-Holl. gem. Oudshoorn.
V r o uw k en sv a a r t, geh. en vaart in de N.-Brab. gem. Waspik.
V r o uw -M a r iep o ld e r , in 1827 omkade pold. op het eil. Tien-Geme-
ten in Z.-Holl. Dit oord behoort onder de gem. Zuid-Beijerland.
V ru s s ch em ig , of V ru sseh eb r o ek , b. in de Limb. gem. Heerlen,
in 1840 met 226, in 1870 met 228 inw.
V ru ssch en h u isk en , of V ru s seh en h u isje , geh. in de Limb. gem.
Heerlen, in 1840 met 22, in 1870 met 21 inw.
V u c h t, V u g h t of V u g t, gem. in N.-Brab., tusschen ’s Hertogenbosch,
Cromvoirt, Helvoirt, Haaren, Esch, Boxtel en st. Michielgestel,
2838 bund. groot. De grond bestaat uit diluvisch zand, behalve längs den
Dommel en het Halsche-Water, waar men klei vindt. In 1822 had zij
1807, in 1840 2536, in 1870 3303 inw. Bij de telling voor 1870 onderscheidde
men er: 2794 R.-Kath., 226 N.-Herv., 4 W.-Herv., 10 Luth., 3
Rem , 10 Isr. en 1 ongenoemde. Zij bestaan meest van land- en tuinbouw,
alsmede van veeteelt. Men vindt er ook eenige fabrieken, namelijk leer-
looierijen, brouwerijen en mouterijen, eene olieslagerij, eene spijkerfabriek,
enz. Ook worden er vele klompen gemaakt. In de 16e eeuw bloeiden er
lakenweverijen, doch deze zijn sedert 1543 te niet gegaan. De gem. bevat
het groote d. Vucht, de b. Heikant, Taalstraat, Berginkhuizen, Waterkant,
Hoeve of Vuchtsche-Hoeve, het Eendje, Vlasmeer en Vlierd, benevens
verscheidene buitenplaatsen, die deze streek zeer verfraaien.
Het d. Vucht is eene oude plaats. Wellicht was het tijdens de F rä n kische
heersehappij de hoofdplaats der gouw Taxandrië. In eene oor-
konde van 1Ò06 wordt het als Fuchte vermeld. Men telde er in 1840
1018, in 1870 1176 inw. binnen de dorpskom. Door een belangrijken door-
tocht wordt het zeer verlevendigd. Daartoe draagt veel bij, dat
de groote wegen van Breda en Eindhoven naar ’s Hertogenbosch zieh
hier vereenigen. E r is een station der staatsspoorwegen, dat den 1
Januari 1868 voor het verkeer werd geopend. E r zijn kerken voor de
R.-Kath. en Herv., beiden belangrijke gebouwen. In 1543 werd h et d. door
Maarten van Rossum grootendeels afgebrand en al de ingezetenen, ook de
broeders uit het Karthuizerklooster, op zware schatting gosteld. In 1579
had het d. veel last door het inlegeren van Spaansche Soldaten, en vervol-
gens bij eene schermutseling tusschen de Spaanschgezinde Bosschenaren en
de Prinsgezinde Heusdenaars. Gelijke jammeren ondervond Vucht nog
meermalen gedurende den tachtigjarigen oorlog, o .a . in 1583, 1601, 1603
en 1629. In 1630 en 1666 werd Vucht door de pest geteisterd, in
1672 door de Franschen gebrandsehat en in 1794 bij den aanval der
Franschen op ’s Hertogenbosch deerlijk gehavend. In 1814 hielpen de
Vuchtenaars de Pruisen om ’s Hertogenbosch op de Franschen te veroveren.
V u ch tsch e -A k k e r s, pold. in de N.-Brab. gem. Vucht, in 1473 bedijkt
en 433 bund. groot.
V u ch ts ch e -H e id e , heide in N.-Brab.. deels onder Vucht, deels
onder Cromvoirt, vooral bekend door het gevecht van Breauté' en twintig
Fransche ruiters in dienst der Staten tegen Gerard Abrahamsz., genaamd
Lekkerbeetje, met twintig man Spaansch paardevolk, in 1600.
V u eh ts eh e -H o e v en of H o e v en , b. in de N.-Brab. gem. Vucht,
in 1840 met 186 inw.
Vuch.tsch.OOt, b. in de N.-Brab. gem. Princenhage, in 1840 met
132 inw.
V u ilk o o p , ridderhofstad in de Utr. gem. Schalkwijk, waarschijnlijk
door een jongeren zoon uit het adel. geslacht van Schalkwijk gesticht.
V u ile g a t, (het) ged. van het Haringvliet tusschen de eilanden
Hoeksche-Waard en Tien-Gemeten.
V u ilp an , (de) herberg deels in de Zeeuwsche gem. Ecde, deels in d e
O.-Vlaamsche gem. st.-Laurens. Tijdens de onlusten met België zag men