
beeidwerken en overblijfselen van een ronden afgpdstempel. De voor-
naamste beeldwerken, waaronder eenigen van de Godin Nehalennia *) zijn
in 1647 uit het strand opgegraven. Latere belangrijke vondsten van
oudheden hadden plaats in 1687, 1747 en 1817.
Domburg wordf reeds in 1223 eene poorte en de inwoners poorters
genoemd. De rechten der stad werden in 1424 door Ja n van Beijeren beves-
tigd, doch in 1452 verkocht Eilips de Goede Domburg als heerlijkheid
aan Hendrik van Borssele, Heer van Veere. In 1834 kreeg Domburg
eene bad-inrichting, en den 10 October 1848 werd'het steedje geteisterd door
een onweder, dat den toren der kerk trof. Daardoor werden de oude
beeiden van Nehalennia, Herkules Magusanus enz., die men in een
afgeschoten vertrekje hewaarde, geheel verloren, of deerlijk beschadigd.
De niedwe Herv. kerk is in 1850 ingewijd.
Domburg-Buiten, het ged. der gem. Domburg, dat buiten het
steedje ligt. Het is eene afzonderlijke heerlijkheid, waarin het groote
buiten st.-Jan-ten-Heere ligt. In 1840 had het 136, in 1860 147 inw.
Bommel, riv. in de Belgische prov. Limburg en de Nederlandsche prov.
Noord-Brabant. Deze stroom ontspringt bij het gehucht Waberg, in de gem.
Beer, bereikt bij Schaft den Nederlandschen bodem, neemt te Waalre
de Keerschop, bij Eindhoven de Tongelreep, iets lager de Gender, bij
Eckart de Rul of Kleinen-Dommel, bij Boxtel de Lei en bij Herlaar de
Run op, waarna hij zieh binnen ’s Hertogenbosch met de Aa vereenigt.
De Dommel is slechts voor het gedeelte beneden Boxtel bevaarbaar, maar
zelfs deze vaart is voor de schepen nog moeielijk en lästig. Men schat
de lengte van den Dommel in Belgie op 4£, in Nederland op 21 § uur. Door
de vereeniging van den Dommel en de Aa ontstaat de Dieze.
Bommel, of Departement-van-den-Dommel, departement der
Bataafsche-Bepubliek, gevormd bij de Staatsregeling van 1798 en in stand
gebleven tot 1801. Het was saamgesteld uit deelen van Staatsch-Brabant,
Gelderland en Holland. De verdeeling was in 7 ringen, die tot hoofd-
plaatsen hadden: ’s Hertogenbosch, Heusden, Tilburg, Eindhoven, Helmond,
Oseh en Nijmegen.
Bommelen, gem. in N.-Brab., die voor het grootste deel door de
rivieren den Dommel en de Keerschop omspoeld, ingesloten wordt door
Waalre, Yalkenswaard, Borkel-en-Schaft, Westerhoven en Riethoven.
Met’ uitzondering der oeverranden van de beide stroompjes, waar
beekklei lig t, bestaat de grond uit diluvisch zand, met eenige
poelen daarin, vooral naar het zuiden. De grond brengt rogge, boek-
weit, haver en aardappelen voort. Doch van de 757 bunders die de
*) Dat Nehalennia eene godin was, die ook elders dan in Zeeland werd
vereerd, is door mij aangetoond in de Geschiedenis dur Zeventien Nederlundeny
Deel I, bladz. 18.
gomeente beslaat, ligt nog veel woest. In 1822 had Dommelen 309, in
1840 347 in 1872 332 inw. Al de inwoners belijden den R.-Kath. gods-
dienst. Behalve het d. Dommelen bevat het een ged. van het geh. Keerschop
of Keersop.
Het d. Dommelen ligt wijd uiteen. In 1860 rekende men in de kom
slechts 73 bewoners. In vorige eeuwen stond er het klooster Agnieten-
daal, waarvan de kapel in 1821 tot eene parochiekerk is ingericht.
In 1599 werd het d. door de Spanjaarden gebrandschat.
Dommelrode, voorm. kasteel, doch sedert 1818 nonnenklooster in de
N.-Brab. gem. st.-Oedenrode. In 1834 kreeg het een eigen kapel.
D om m e lsv o o r t, buurt in de N.-Brab. gem. Oostel-Westel en-Middel-
Beers, in 1860 met 148 inw.
D om p r o o s ten -en g , of D om p r o o sten -g e r e g t, deel der voorstad
Buiten-de-Weerd in de gem. Utrecht.
Donck, geh in de Limb. gem. Kessel.
Donderberg (de), heuvel in de prov. Utrecht bij het landgoed
Broekhuizen. Daarop verrijst een grafgesteente der Heeren van Nelle-
steyn, dat door een der zangen van vader Tollens algemeen bekend
is geworden.
D o n d e r d a g s c h e -W e t e r in g , wetering in de Z.-Holl. gemeenten
Noordwijk en Noordwijkerhout. Zij begint bij Langeveld en eindigt aan
de Woensdagsche-Wetering.
Donderdarn, dijk of dam op de grens der Z.-Holl. gemeenten Moer-
capelle en Waddinxveen.
Donderen, buurt in de Drenthsche gem. Vries, in 1811 met 184,
in 1840 met 267, in I860 met 291 inw.
Donderveld, heidestreek tusschen Donderen, Zeijen en Peest. Daarin
vindfc men een bunebed en de overblijfselen van eene Bomeinsche legerplaats.
Donderzand, in 1808 bedijkte polder in. den Biesbosch, 50 bund,
groot, onder de N.-Brab. gem. Werkendam.
Donge (de), riv. in N.-Brab., die op de heide bij Baarle ontspringt,
längs Biel, Dongen en ’s Gravenmoer loopt en te Geertruidenberg in den
Biesbosch uitloopt. Het bcvaarbare gedeelte, van ’s Gravenmoer to t den
riviermond, is ruim 2 uren lang. De geheele rivier heeft nagenoeg 9
uren lengte.
Dongen, gem. in N.-Brab ., die 2451 bunders groot, door de gemeenten
Oosterhout, ’s Gravenmoer, Waspik, Capelle, Loon-op-Zand, Tilburg en
Gilze-en-Bijen wordt bepaald. De grond bestaat nit diluvisch zand, die
wbl ontgonnen tot akkers en weiden, goede oogsten van granen en andere
veldvruchten geeft of tot weiden dient. Door de westerhelft vloeit de riv.
de Donge. In 1822 had deze gern 2882, in 1840 3346, in 1872 3884