
in een fraai relief de voornaamste onderwerpen dier dichtwerken ver-
toonen), de Waag, de oude, raime H erv. kerk en het bedehuis der Chr.-
Gereformeerden.
Bebalve in landbouw, winkelnering en handel, vinden de ingezetenen
van Brouwershaven bronnen van welvaart in de scheepvaart en meekrap-
bereiding. Sedert de betonning van het Brouwershavensche-Gat wordt de
reede van Brouwershaven steeds drukker bezoeht. In 1839 vielen er 14,
in 1870 83 Oost-lndievaarders binnen. Van de eens zoo bloeiende laken-
weverij en zoutziederij zijn geene zichtbare sporen meer over.
B r o uw e r sh a v en sch e -G a t, mond van de Bieningen of Grevelinge,
die in 1838 werd betond en sedert veel bevaren.
B ro uw e r sh o ek , buurt in de Geld. gem. Buurlo, zoowel in 1840 ais
in 1860 met 133 inw.
B r o uw e r sk o lk , schilderachtig gelegen waterplas in het duin bij
Overveen, in de N.-Holl. gem. Bloemendaal, tevens een veelbezochte
uitspanringsplaats. Aan het westeinde is een sluisje, waardoor de kolk
gemeenschap heeft met de Brouwersvaart, die naar de Leidschevaart bij
Haarlem loopt.
B r o u w h u i s , buurt in de N.-Brab. gem. Vlierden, in 1840 met 138,
in 1860 met 224 inw.
B r o uw h u is, geh. in de N.-Brab. gem. Bakel.
B ru ch em , heerl. in de Geld. gem. Kerkwijk, een oude bezitting van
het geslacht de Cock. Zij had in 1840 452, in 1860 490 inw.
Het d. Bruchem, in het midden van den Bommelerwaard, heeft een
Herv. kerk.
B ru ch em sch e -p o ld e r , pold. van 488 bund. in de Geld. gem. Kerkwijk.
B ru ch t, buurt in de Overijsselsche gem. Ambt-Hardenbergh, in 1840
met 195, in 1860 met 249 inw.
B ru ch te rb e ek , beek in de Overijsselsche gem. Ambt-Hardenbergh,
die bij Brucht in de Yecht valt.
B ru e lis, buitengoed in de Zeeuwsche gem. Kapelle, in den grafelijken
tijd een wachttoren of burg, die door Graaf 'Willem IV aan zijn bloed-
verwant Simón ter leen gegeven, het stamhuis werd der edelen van
Bruelis. Door huwelijk en erfmaking kwam dit slot aan het geslacht van
Kats. Het werd in ’t begin dezer eeuw gesloopt, om voor een nieuw
heerenhuis plaats te maken.
B ru g , geh. in de N.-Brab. gem. Bakel.
B ru g g e , geh. in de N.-Brab. gem. Deurne.
B ru g g en , buurt in de N.-Brab. gem. Bosmalen, in 1840 met 108 inw.
B ru g g en (de), geh. in de N.-Brab. gem. Mili c. a.
B ru g g en h u is, geh. in de N.-Brab. gem. Leende.
Brugsche-polder, oude pold. in de Zeeuwsche gem. st.-Anna-ter-
Muiden, bijna 24 bund. groot.
Brugsche-Vaart, oude kreek of vaarwater in het tegenwoordige
Zeeuwsch-Vlaanderen, dat uit het Zwin naar Biervliet liep. Mogelijk is
het in 1377 bij het wegspoelen van Oud-IJzendijke, Gaternesse en Elle-
mare door de invloeii'ng der Wester-Schelde, mogelijk door arbeid ont-
staan. Door het bedijken van den Mauritspolder in 1614 en den Oranje-
polder in 1617 werd deze vaart ingekort, waarna zij, in 1650 en 1651, door het
bedijken der Prins-Willemspolder en in 1684 door het bedijken van den
Brugsche-Vaartpolder bijna geheel te niet ging. Het overgeblevene deel
bij Oostburg draagt den naam van het Groote-Gat.
Brugsche-Vaartpolder, pold. in de Zeeuwsche gem. Oostburg, in
1684 ingedijkt en 86 bund. groot.
Brugsloot, deel van het vaarwater ten zuidoosten van Sneek (Eries-
land), langs het dorp Uitwellingerga.
Bruheze, voorm. kasteel in de N.-Brab. gem. Baarle-Nassau, te Xo-
veren, het stamhuis van een beroemd Brabantsch geslacht.
Bruil (de), buurt in de Geld. gem. Buurlo, in 1840 met 161, in 1860
met 167 inw.
Bruindeer, geh. bij het Eriesche dorp Allingawier (Wonseradeel).
Bruindyk, geh. bij het Eriesche dorp Sehettens (Wonseradeel).
Bruine-Haar, buurt in de Overijsselsche gem. Vriezenveen, in 1840
met 80, in 1860 met 119 inw.
Bruinemeer, voorm. meer in de N.-Brab. gem. Deurne. Sedert den
aanleg van het Helenaveen is het water afgetapt.
Bruinenberg, heuvel in de Overijsselsche gem. Ambt-Hardenbergh.
Bruinenhoeksche-W aard, pold. in de N.-Brab. gemeenten Dussen
en Werkendam, 135 bund. groot.
Bruine-Spijker, geh. in de Geld. gem. Doornspijk.
[ Bruiningsdeel, pold. in de Z.-Holl. gem. Beerbroek.
: Bruiningspoldcr, pold. in de N.-Brab. gem. Zevenbergen, 83 bund. gr.
Bruinisse, gem. in Zeeland, het oostelijkst deel van Duiveland uit-
feakende. Zij wordt in het noorden door de Grevelinge, in het oosten
[door het Zijpe, en in het zuidoosten en zuiden door het Mastgat bespoeld,
Bijode zij naar het westen door de gem. Oosterland bepaald. Drie polders
gormen haar grondgebied, namelijk de Bruinisse- of Oost-Duivelandsche-
polder, de Stoofpolder en de Inlaag. Haré grootte bedraagt 852 bunders.
I et noorden bestaat de grond uit klei, in het zuiden uit klei met zand
permengd. Bruinisse bestond slechts uit schorren, toen Adriaan van
I orssele van Graaf Eilips I, den 27 Januari 1452, octrooi erlangde om
| e Sr°nden in te dijken. Het duurde echter tot 1467, eer de Bruinisse