
4843 bund. De oppervlakte van den grond, oorspronkelijk hoog veen,
vertoont thans, door de uitmuntende bearbeiding, bewerking en bemesting
gedurende meer dan twee oeuwen, vruchtbare akkers en weiden. Eerst in de
17de eeuw is de ontginning der venen op groote schaal begonnen. In 1811
had Veendam 6353, in 1822 6507, in 1840 7649, in 1876 9828 inw., in
laatstgen. jaa r onderscheiden in 7513 Herv., 321 Doopsgez., 290 Chr.-
Geref., 125 Luth., 1269 R.-Kath., 307 Isr. en 3 ongen. De middelen
van bestaan spruiten grootendeels voort uit den landbouw, nijverheid en
eene uitgestrekte binnen- en buitenlandsche scheepvaart, met de daaraan
verbonden bedrijven, zoo als scheepsbouw, touwslaan, blokmaken, zeil-
maken, enz. De overige fabrieken bestaan i n : houtzaagmolens, bran-
derijen, steen- en pannenfabrieken, koren-en-pelmolens, enz. De gem.
bevat thans het vlek Veendam, het d. Ommelanderwijk, de b. Zuidwen-
ding, Kibbelgaarn en de Korte-Akkers, deelen van de Burger-Compagnie
en Tripscompagnie, benevens de geh. Nummor-Een en Nummer-Dertien.
Het vlek Veendam strekt zieh voornamelijk uit längs twee vaarten,
die, uit het Meedemerdiep geleid, van het noorden in zuidzuidwestelijke
richting zijn voortgezet. Het Westerdiep vormt daarbij vier scherpe hoeken.
Het Oosterdiep, boogvormig aangelegd, komt door zjjne kromming aan het
zuideinde het Westerdiep zeer nabij. Eenige wegen „Tusschen deDiepen”
verbinden beide hoofdvaarten en de daarnevens aangelegde kaden. Een
dier middenwegen, waaraan de Herv. kerk Staat, kan als het middelpunt
worden aangemerkt. Genoemde kerk is in 1662 gebouwd en in 1765
voor de helft vergroot. Zij heeft een fraai orgel en in den naaldtoren eene
klok van 1544, een buit door de Münsterschen uit Midwolde meegesleept,
doch door de Veendammers den vijand ontwrongen. De overige kerken
zijn die der Doopsgez., Chr.-Geref., R.-Kath. en Israelieten. Eene wel-
dadige inrichting, het Armen-Weeshuis en Werkhuis, is door de Herv.
in 1806 gesticht. Te Veendam bestaat eene in 1821 opgerichte Maat-
schappij Tot Nut der Zeevaart. Men vindt er ook eene hoogere burger-
school, eene zeevaartschool, eene teekenschool en andere inrichtingen
van onderwijs. . Het vlek Veendam had in 1840 5275, in 1870 6028 inw.
Veender-en-Lijkerpolder, pold. in de Z.-Holl. gem. Alkemade,
575 bund. groot. Vroeger was deze pold. een uitgeveende plas, die van
1781 tot 1784 is bedijkt en drooggemalen.
Veender-en-Lykerpolder-Buitendijks, pold. van 399 bund. in
de Z.-Holl. gem. Alkemade.
Veenderpolder, of Drooggemaakten-Veenpolder, pold. van
187 bund. in de Z.-Holl. gem. Woubrugge, in 1792 bedijkt en in 1834
drooggemalen.
Veendijk, geh. in de Gron. gem. Slochteren, in 1840 met 72 inw.
Veeüeburen, of Veneburen, geh. onder het d. Makkinga in de
Friesche gem. Oost-Stellingwerf, in 1840 met 34 inw.
Veenedjjk, of Veendyk, b. in de Drenthsche gem. Havelte. Het
telde binnen de kom in 1870 157 en daarbuiten 202 inw.
Veenekoten, Veenkoten, of Venekoten, g e h . onder het d.
Oosterwolde in de Friesche gem. Oost-Stellingwerf, in 1840 met 20 inw.
Veenen (de), heideveld in de Geld. gem. Ermelo, 40 min. ten
zuidoosten van het d. Nunspeet. Men vindt er de Mytstede, eene halve-
maansgewijze uitholing van den grond, met een borstwering door
zeventien kuilen ingekorven en een watervlak daarvoor. In het midden
zijn drie kringvormige zitplaatsen.
Veenenberg, of Veenbergen, wijk of b. in de Overijsselsche gem.
Dalfsen.
Veenendaal, gem. in Utr., ingesloten door de Utr. gem. Rhenen,
Amerongen en Renswoude, alsmede door de Geld. gem. Ede. De grond, door
diluvisch zand en laag veen gevormd, maakt een gedeelte der Geldersche-
Vallei uit. De gem. beslaat ruim 1135 bund. Oorspronkelijk was dit
oord een deel der heerl. Rhenen en van de Rhenensche-Veenen. Doch
tegen het einde der 16de eeuw nam de b., die er tijdens het bisschoppelijk
bewind was ontstaan, zoodanig in bloei toe, dat zij tot een d. aangroeide,
dat na de omwenteling van 1795 een zelfstandig bestuur verkreeg. Sedert
werd zij met het aanpalend deel van het Geld, schoutambt (gem.) Ede,
Geldersch-Veenendaal genoemd, tijdelijk verbonden, overeenkomstig de wet
van 13 April 1807. In 1811 hadden dientengevolge Stichtsch- en Geldersch
Veenendaal, als edne mairie 3082 inw., t. w. 1087 binnen het
eerstgen. en 1995 in het laatstgen. ged.
Bij besluit van 6 Febr. 1815 werd de gem. Veenendaal weder gesplitst,
en Stichtsch-Veenendaal, als gem. Veenendaal, binnen de enge grenzen
van v<5(5r 1795 teruggebracht. Het had in 1822 2128, in 1840 3137,
in 1876 4041 inw., in laatstgen. ja a r onderscheiden in : 3743 Herv., 31
Chr.-Geref., 4 Luth., 2 Episc., 172 R.-Kath. en 89 Isr. Behalve in den
landbouw, vinden de meeste ingezetenen hun bestaan in den fabriekarbeid,
hetgeen de talrijke hooge sChoorsteenen aankondigen, die den reiziger uit
de verte in het oog vallen. Stichtsch-Veenendaal bevat de westhelft
van het vlek Veenendaal, benevens de Middelbuurt, den Hondzenelleboog
en den Haspel.
Veeuendaal, vlek, deels in de Utr. gem. Veenendaal, deels in de
Geld. gem. Ede. Het bevatte op Geld, bodem (de onderhoorigheden
medegerekend) in 1840 1763 en in 1870 1856, en op Utr. bodem in
eerstgen. jaa r 3137, in laatstgen. 3712 inw. Het vlek zelve heeft thans
(1876) nagenoeg 4000 bew. De Herv. kerk Staat op een eenigzins ver-
heven piek in het Stichtsche aandeel, waar ook de in 1851 nieuw ge-
bouwde synagoge wordt gevonden. Het Station van den Spoorweg lig t op
Gelderschen bodem, nabij de herberg de Klomp. Midden door het vlek
loopt de Bisschop-Davids-Grift, waar längs de afvoer der veld- en andere
producten voor een groot deel plaats vindt. In de fabrieken wordt vooral
katoen gesponnen en geweven, sajet vervaardigd en wol gekamd. E r