
Ke rkrade , gem. in Limb., bepaald door Heerlen, Schaesberg, Nieu-
wenhagen en Eygelshoven in Nederland, en Horbach, ’s Herzogenrath
(’sHertogenrade) en Merckstein in Pruissen. Zij beslaat 1839bund.,bestaande
de oppervlakte uit Limburgsche klei, terwijl de ondergrond rijke lagen van
steenkool bevat. ln het noord-oosten wordt de gem. door de kleine rivier
de Worm, Worms of Wurm bespoeld, terwijl zij in het midden doorsneden wordt
door de Molenbeek, die er de Crombacherbeek opneemt. In 1822 had K erkrade
2930, in 1840 3951, in 1874 5436 inw. In laatstgen. jaa r yond men er
5419 R.-Kath. en 17 Herv. De landbouw is een voornaam middel van
bestaan. Yerder het ontginnen der mijnen, wier bloei door den thans vol-
tooiden spoorweg naar Simpelveld zeer bevorderd zal worden. E r zijn ook
2 steenbakkerijen, 1 pannenbakkerij en 5 water-korenmolens, waarvan 6en
tevens tot moutmolen, een tevens tot oliemolen dient. In 1873 zijn uit
de dominiale steenkoolmijnen Groot-Athwerk en Rauschenwerk 895,200
en uit de mijn Neu-Prick 335,836 hectoliter steenkool gedolven. Eenige
voordeelen voor de bev. ontspruiten uit de vestiging der onderafdeeling
van het bisschoppelgk seminarie binnen deze gem., namelijk in de voorm;
abdij Kloosterrade of Rolduc,
De gem. bevat de dorpen Kerkrade en Spekholzerheide, de buurten
Holz (met Kloosterrade), Blijerheide, Chevremont of Kervermunt, Nulland
Onder-Spekholz, Vink, Gracht, Haenrade of Hahnrade, Ham, Kaalheide
of Kahlheide, Kloosterbosch, Bril en Nieuwstraat, deelen van Locht en,
Bovenste-Locht, benevens de geh. Hopel, Holzbroek, Kriekelberg, Wiebach,
Dentgenbach, Vauputs en Valkenhuizen of Falkenhausen.
Het d. Kerkrade ligt aan den weg van Heerlen naar ’s Hertogenrade
en bevatte in 1840 560, in 1870 723 inw. E r is eene fraaie, ruime R.-
Kath. kerk.
K o r k w o g , weg waaraan het N.-Holl. dorp Veenhuizen is gebouwd.
K e rkw e r v e , gem. op het Zeeuwsche eil. Schouwen, in het zuid-w*
door de Ooster-Schelde bespoeld en naar de landzijde bepaald door Zie-
rikzee, Noordgouwe, Zonnemaire, Brouwershaven, Duivendijke en Seroos-
kerke. Zij is uit de vier heerl. Kerkwerve, Nieuwerkerke, Rengerskerke
en Zuidland saamgesteld en beslaat 1931 bund., alles kleigrond. De inw.
die meest van den landbouw bestaan, waren in 1822 ten getale van 572
in 1840 van 502, in 1874 van 641, in laatstgen. ja a r onderscheiden in 544
Herv., 89 Chr.-Geref. en 8 R. Kath. De gem. bevat het d. Kerkwerve, de
b. Nieuwerkerk en Rengerskerke, het geh. Zuidland en het huis Mo-
riaanshoofd.
Het d. Kerkwerve is'z eö iu q u d ^H e t prijkte vroeger met het Kasteei te
Werve. Het telde in 1840 233, in 1870 292 inw., en heeft eene Herv.
kerk. In 1575 werd dit d. door de Spanjaarden in brand gestoken, die
er m 1576 met sloepen terugkeerden, doch toen door de Zeeuwen onder
Joost van den Ende deerlijk werden gehavend.
K e rkw e te r in g , vaart in den Overijsselsche polder Mastenbroek.
Ke rkw jjk, gem. in Geld., in het midden van den Bommelerwaard,
bestaande uit de heerlijkheden Kerkwijk, Brachem en Delwijnen en
ingesloten door de gem. Zalt-Bommel, Hurwenen, Bossem, Driel, Hedel,
Ammerzoden, Pouderoijen en Gameren. Zij beslaat 1345 bund, en heeft
een kleibodem, die deels tot weiden, deels tot akkers is aangelegd.
In 1822 had deze gem. 613, in 1840 879, in 1872 929, in 1874 899 inw.
In 1872 vond men er: 910 Herv., 9 Chr-Geref. en 10 K.-Kath. De
gem. bevat de beide dorpen Brachem en Kerkwijk, benevens de b. Delwijnen.
Het d. Kerkwijk ligt wijd uiteen. De meeste huizen staan tusschen
boomgaarden en moestuinen, veelal op hoogten tegen overstroomiDgen.
Ook de Herv. kerk en de pastorie zijn op een verhoogd terrein a angelegd.
In 1840 had Kerkwijk 169, in 1870 211 inw.
Ke rkw ijk e r -p o ld e r , polder van 201 bund, in de Geld. gem. Kerkwijk.
K e rn h e im , landhuis in de Geld. gem. E d e , in den hertogelijken
tijd een sterk kasteel. Op een der nabijgelegen heuveltoppen Staat een
gedenkteeken voor mejufvrouw Anna Maria Moens, die op Kernheim
in 1832 overleed. Het werd door dankbare leerlingen opgericht. Kernheim
toch was in haar tijd een der meest beroemde opvoedings-inrichtingen van
Nederland.
K e r slo o t, geh. in de N.-Holl. gem. Grosthuizen.
K e r v e r lan d , of Ke r fland, pold. van 109 b. in de Z.-Holl. gemeenten
Waarder en Barwoutswaarder.
K e s se l, of L an d -v an -K e sse l, landstreek tusschen de Maas en de F eel,
oudtijds ingesloten door het Brabantsch kwartier Peelland, de heerl. Cuvk,
de voogdijen Gelder en Stralen, de stad Venlo en haar bantuin, de heerl.
Tegelen van het hert. Gulik, het ambt van Montfort, het graafschap Horn
en de Geldersche heerl. Meijel. Het bevat het oostelijk deel van de Peel
en den meer vruchtbaren zoom aan de Maas. De hoofddorpen zijn: Kessel,
Helden, Maasbree, Blerik, Baarlo, Grubbenvorst, Lottum, Sevenum, Horst,
Venray, Geysteren, Wanssum, Meerlo, Blitterswjjk, Broekhuizen en
Broekhuizervorst.
Het Land van Kessel was vroeger een graafschap, van welks bezitters
Hendrik van Kessel, die in den slag bij Andernach ten jare 1114 het
leven verloor, ons het eerst bij name bekend is. Als zijne opvolgers
komen in oorkonden voor: Walter, Hendrik I I (die ook Graaf van
Grevenbroich werd), Hendrik IH , Willem en Hendrik IV. Naar het schijnt
sloot deze laatste met Graaf Reinald I van Gelder eene overeenkomst betreffende
het slot en het Land van Kessel, want in October 1279 werd God-
fried van den Bergh slotvoogd te Kessel voor den Gelderschen Graaf en
ontving jaarlijks voor zieh en zijn beide zonen eene wedde van 30
mark uit de tollen en beden van Kessel om het kasteel te bewaren.
In 1286 körnende schildknapen Jan en Matthijs van Kessel als Geldersche
leenmannen voor, en sedert den dood van Hendrik IV, die in of omstreeks
i289 voorviel, wordt van geen graven van Kessel meer gewaagd. Kessel
bleef een Geldersch domein, hetgeen door den Graaf of Hertog aan een