
Bij de volkstelling van December 1869 onderscheidde men de bevolking
in : 14,471 Ned.-Herv., 251 Waalsch-Herv., 7 Engelsch-Presb., 1686 Ev.-
Luth., 54 Herst.-Luth., 1366 Doopsgez., 202 Chr.-Geref., 159 Bem., 16
Herrnbütters, 10 Episc., 1 Lid der Schotsche gem., 11,574 B.-Kath., 55
Ond-Boomschen, 560 Ned.-Isr., 5 Port.-Isr. en 108 ongenoemden.
De stad Haarlem heeft haar begin verkregen op den wester oever van
het Spaarne, doch heeft zieh sedert op beide oevers uitgebreid, zoodat de
stroom thans de stad doorsnijdt. Men berekent hare grootte op 180 bunders.
Haarlem is oud. Het wordt in een register der 10de eeuw Haralem,
en in eene oorkonde uit het begin der 12de eeuw Harlem genoemd.
Graaf Willem I I verleende der burgerij een handvest, den 23 November
1245, sedert welken tijd haar bloei zoozeer toenam, dat, ofschoon nu en
dan drukkende tijden hare uitbreiding belemmerden, de stad in 1253,
1524, 1595, 1610 en 1672 werd uitgelegd.
Vordere historische herinneringen zijn: het optreden der Haarlemmers
tegen de West-Eriezen, in 1155; de vlucht van de Gravin-weduwe Adel-
heide en den Graaf van Loon, in 1203; het beleg door de bevolking van
’t Kennemer platteland, in 1268; de brand op st.-Olofsdag, van 1346 en die
van 1351, welke telkens een groot gedeelte der stad in de asch legden; het op-
roer, waarbij Simon van Zaanden zieh door zijne vastberadenheid ruim baan
verschafte, in 1377 ; de vruchtelooze aanval van Jacoba van Beijeren op de
stad, in April 1426; de onlusten van 1444, waarbij de Groote Markt in een
kamp der tegen elkander opgetrokken Hoekschen en Kabeljaauwschen werd
herschapen, tot het heldhaftig gedrag van Hertogin Isabella, de gade van
Pilips de Goede, de muitzucht dempte; het binnenrukken en de schanddaden
van het Kaas- en Broodsvolk, nevens het bouwen van een blokhuis binnen de
stad door Hertog Albrecht van Saksen, in 1492; de zware brand van 20 Juli
1493; de pest, die duizenden menschen wegraapte, in 1509; de eerste
hervormde predikatie, op den 21 Ju li 1566; het kiezen van de zijde der Staat-
schen, den 4 Ju li 1572; het beleg der stad door de Spanjaarden, van December
1572 tot Ju li 1573; de overgave aan Don Prederik, op 13 Ju li 1573,
waarop de bloedige w raak der Spanjaarden volgde; de brand van 23 October
1576, die 600 huizen vermeide; de terugkeer der stad onder het bewind
van Oranje, in Ju li 1577; de beeldstormerij, in Pebruari 1578; de ver-
andering der regering door Prins Maurits, op 24 October 1618; de pest-
ziekte en dwaze bloemenhandel van 1636; de onlusten van Ju ii 1672,
Ju n i 1748, Januari 1750; de watervloed van 14 en 15 November 1775;
de komst der Pruisen, in 1787; de watervloed van 1791; het inslaan van
den bliksem in den toren der Groote kerk, op 22 Mei 1801; deomwente-
ling van 1813, die hier van 19 tot 24 November tot stand kwam; het
vierde eeuwfeest der uitvinding van de boekdrukkunst, in 1823; de groote
tentoonstelling van voortbrengselen der Nederlandsche volksvlijt, in 1825.
Haarlem is over het geheel fraai gebouwd. Het had vroeger vele binnen-
grachten, waarvan eenigen in de tweede helft onzer 19de eeuw in breede
straten of lanen herschapen zijn, zooals de Achter-Nieuwe-Gracht (thans
de Parklaan), de Oude-Gracht, de Kraaijenhorster Gracht, de Baamgracht
en de Baaks.
Tot de schoonste deelen van Haarlem behooren: de Nieuwe-Gracht,
de kaden längs het Spaarne, de Groote Markt, de Groote Houtstraat,
de st.-Jansstraat, de st.-Jansweg, de Kruisweg, de Anegang, de Zijlstraat,
de Parklaan, het Kenaupark, het Bipperdapark, enz. De voormalige
wallen zijn meerendeels reeds onder Koning Willem I in prächtige wan-
deldreven herschapen. In 1864 en vervolgens zijn daar, even als in het
Kenaupark en in den Prinsessetuin bij den Haarlemmerhout, vele villa’s
verrezen. Buiten de stad zijn uitgestrekte voorsteden, rijke bloemisterijen
tuinen, bleekvelden en weiden. Ook ligt een klein deel van den bekoor-
lijken Haarlemmerhout, met de schoone Dreef, die van de Groote Hout-
poort derwaarts geleidt, binnen de gern. Haarlem.
Met Amsterdam is Haarlem sedert 20 September 1839, met Veenenburg
sedert 2 Juni 1842, en met Alkmaar sedert 1 Mei 1867 door ijzeren
spoorwegen verbonden.
Haarlem bloeide in den grafelijken tijd vooral door zijne lakenweverijen
en brouwerijen. Beeds onder Keizer Karel V kwijnden echter beide tak-
ken; in 1515 rekende men, dat toen nog jaarlijks 800 of 900 halve stuk-
ken laken werden gemaakt, getallen die negen of tien jaren vroeger wel 2000
hadden beloopen. De brouwerijen verminderden van 1494 to t 1503 van 120
tot 95, en van 1503 tot 1513 tot slechts 77. Na de herroeping van het edict
van Nantes, in October 1685, zetten zieh honderden Pransche wevers binnen
Haarlem neder, waardoor het fabriekwezen tot een hoogen trap van bloei
steeg. Zijde-, kant-, damast- en andere weverijen gaven toen aan meer
dan 10,000 menschen werk. In de tweede helft der 18de eeuw neigden deze
takken van nijverheid te gronde, en eerst na de Belgische omwenteling
heeft het Haarlemsche fabriekwezen zieh weder uit zijn verval opgebeurd.
Onder die inrichtingen van volksvlijt bekleeden thans de eerste plaats de
twee katoenfabrieken, met ongeveer 550 werklieden, de werkplaatsen van
de Hollandsche IJzeren Spoorweg-maatschappij, eene groote rijtuigfabriek,
eene fabriek voor verduurzaamde levensmiddelen en eene beroemde letter-
gieterij. Verder levert de Haarlemsche nijverheid: stoom- en andere me-
talen werktuigen, meubelen, Spiegels, zadels en tuigen, Wagens, lithogra-
phien en drukwerk, zeep, hier, meel, veerkrachtige gom, enz. De bloemen-
teelt en bloemenhandel verheugen zieh in toenemenden bloei, eveneens de
handel in landbouwproducten en zuivel.
Haarlem heeft 14 kerken, als 4 voor de Ned.-Herv., één voor de
Waalsch-Herv., één voor de Luth., den voor de Doopsgez., 2 voor de
Chr.-Geref., één voor de Bem., één voor de Herrnh., 4 voor de B.-Kath.,
één voor de B.-Kath. der Oude Clerezy en één voor de Israelieten.
De Groote o f Bavo’skerk, die sedert 1578 aan de Herv. behoort, is
een der meest beroemde kerken van Holland. In 1538 voltooid, heeft zij
een lengte verkregen van 130 el. De spits van den toren, die uit het midden
van het zeer hooge dak oprijst, is 76 el boven den grond. H e t orgel is het
beroemdste van Nederland en geniet eene Europesche vermaardheid ; het
werd van 1735 tot 1738 door Christiaan Muller van Amsterdam vervaar-
digd. Yoorts hevat de kerk: een gedenkteeken ter herinnering aan het
vierde eeuwfeest der uitvinding van de drukkunst; een monument te r her