
geheel als zandduinen voordoen. De hoogste punt, de Boschberg, is on-
geveer 20 el lioog.
A p p e lte rn , gem. in Gelderl., längs de Maas, ingesloten door Dreumel,
Wamel, Druten, Horssen, Batenbnrg (Geld.), en Dieden, Megen, Oijen,
Lithoijen en L ith (N.-Brab.). Zij is ruim 3311 bund. groot en heeft een
vruchtbaren kleibodem, die echter om hare läge ligging door dijken
moet beschermd worden. E r zijn 4 dorpen: Appeltern, Altforst, Maas-
Bommel en Alphen, to t elk waarvan eenige buurten of geh. behooren.
De gem. had in 1822 2126, in 1840 2464, in 1870 3129 inw. In 1860
onderscheidde men er 343 H e rr., 2675 R.-Kath. en 6 Isr. De meeste
inw. vinden in den landbonw hun bestaan.
Het d. Appeltern bevatte in 1860 in de kom 325 inw., het oude huis
Appeltern, eene Herr, en eene R.-Kath. kerk. Door het Megensche veer
onderhondt het gemeenschap met het steedje Megen. In 1130 behoorde
de heerl. aan Eolcoldus van Berne.
Appen, buurt in de Geld. gem. Yoorst, in 1840 met 808 inw.
A p p in g e , voorm. watering, die in den Eivel nitliep. De dam daarin
gaf den oorsprong aan Appingedam.
A p p in g ed am , arr. in de prov. Groningen. Bij de vorming daarvan
in 1811 werd het zaamgesteld uit Hunsego en twee kleine distr. ra n
’t Westerkwartier op de oostzijde van het Reitdiep. Men deelde het
m 4 k a n t.: Appingedam, Loppersum, Middelstum en Winsum. Het bleef
die nitgestrektheid en verdeeling behouden tot 1838, toen Slochteren
met Siddeburen en Harkstede daarvan werd afgenomen en aan Groningen
gevoegd, en het getal kantons tot 2 werd verminderd: Appingedam en
Onderdendam.
A ppingedam, eerste kant. van ’t arr. Appingedam (Gron.), bevattende
sints 1838 de 7 gem.: Appingedam, Biernm, ten Boer, Delfzijl, Loppersum,
Stedum en ’t Zandt.
A p p in g ed am , rijks-kiesdistrict voor het afvaardigen van Leden naar
de Staten-Generaal, volgens de wet van 6 Mei 1869 saamgesteld uit de
27 gem.: Appingedam, Delfzijl, Slochteren, Bierum, Loppersum, Stedum,
’t Zandt, Uithuizen, Uithuizermeeden, Usquert, Warffum, Kantens, Middelstum,
Bedum, Midwolde, Nieuwolde, Termunten, Noordbroek, Zuidbroek,
Sappemeer, Hoogezand, Muntendam, Beerta, Einsterwolde, Nieuwe-Schans,
de Meeden. Het had in 1869 89,992 inw. en 2868 kiesgerechtigden.
A p p in g ed am , hoofdkiesdistr. tot het afvaardigen van Leden voor
de Prov. Staten van Groningen, bevattende de 10 gem.: Appingedam,
Delfzijl, Bierum, ’t Zandt, Loppersum, ten Boer, Slochteren, Stedum,
Uithuizermeeden en Termunten.
A p p in g ed am , klass. der Herv. kerk in de prov. Groningen, verdeeld
in de rin g en : Appingedam, Delfzijl, Loppersum en Slochteren. Zij bevat
41 gem. met 42 predik.
A p p in g ed am , kerk. ring der klassis van Appingedam, bevattende de
8 gem.: Appingedam, Earmsum, Heveskes, Meedhuizen, Opwierda, Oter-
dum, Tjamsweer en Weiwert.
A p p in g ed am , klasse der Chr.-Ger. kerk, bevattende de 11 gem.: Appingedam,
Bierum, Delfzijl, Garrelsweer, ten Post, Schildwolde, Siddeburen,
Spijk, Stedum, Woldendorp, ’t Zandt.
A p ping edam , gem. in de prov.- Groningen. Zij wordt ingesloten door
de gem. Bierum, Delfzijl, Slochteren, Loppersum en ’t Zandt, en beslaat
2484 bunders, alles kleigrond. Saamgesteld uit de stad Appingedam, de
dorpen Jukwerd, Marssum, Opwierde, Solwerd en Tjamsweer, de buurten
Bolwerk, de Wierde en Garreweer, en de gehuchten Langerijp, Eelwert
Laskwerd, Eekwerd en Oling, bevatte zij in 1822 2827, in 1840 3380,
in 1870 3709 inw., voor laatstgenoemd jaa r onderscheiden in 2836 Ned.
Hervormden, 5 Ev. L u th ., 30 Doopsg., 456 Christ. Afgescheiden, 248
R. Kath. en 134 Isr. Binnen de stad maken kleinhandel, scheepvaart,
winkelnering, handwerken en eenige fabriekarbeid de hoofdbronnen van
bestaan uit, doch de dorpen, die allen klein zijn, bestaan enkel door den
landbouw. De veemarkten zijn vrij belangrijk, en op de onderscheidene
jaar- en weekmarkten van 1869 werden 965 paarden, 2147 runderen, 519
schapen en 323 varkens ten verkoop aangeboden.
De stad Appingedam, die hären naam van een ouden waterloop en den voor-
maligen dam in den Eivel ontleent, ligt 4J u. ten noord-oosten van Groningen,
1 u. ten westen van Delfzijl, aan beide zijden van het Damsterdiep. In
1327 ontving zij, op de vergadering bij den Upstalboom, stedelijke rechten.
Sedert met vestingwerken omringd, kon zij in 1500 den aanval der Gro-
ningers afwijzen. In 1514 werd zij door Hertog George van Saksen stor-
menderhand ingenomen, doch nog hetzelfde ja a r door Graaf Edzard van
Oost-Eriesland hernomen. Den 8 September 1536 moesten de Gelderschen,
die Appingedam bezetten, deze stad aan Karel V inruimen. De vestingwerken
werden hierop gesiecht, waardoor Appingedam sedert een open
stad gebleven is. Ook de oude bürgten Snelger, Houwerda en Dijkhuis,
die hier v<5or den Spaanschen. tijd bloeiden, zijn geheel verdwenen.
In 1840 telde de stad Appingedam 377 huizen en 2185 inw., welke
getallen in 1860 tot 396 en 2218 waren toegenomen.
De stad heeft een welvarend aanzien, doch geene gebouwen van een
trotsche bouworde. Zij heeft een raadhuis, een in 1846 gesticht gebouw
van justitie, een ruime Hervormde kerk, een Christ. Afgesch. en een
R. Kath. kerk, en een Synagoge. Het door de Ommelanden in de 2de
helft der 16de eeuw gebouwde Munthuis diende in de vorige eeuw tot
eene vermaning der Doopsgezinden, doch werd in 1814 afgebroken.
Ar e en, ook Arssen of Aarssen genoemd, is het hoofdd. der Limb,
gem. Areen-en-Velden. Het ligt aan den grooten weg van Nijmegen naar
Venlo, 2 uur ten noorden van laatstgenoemde stad. Het telde in 1840
622, in 1860 651 inw. Ten tijde der Geldersche hertogen was het eene
heerl. van het Overkwartier, waarvan de eerst-bekende eigenaar, Otto