
d. Ruurlo, benevens de b. Brouwershoek, Garvelinkhoek, Brinkmanshoek,
Lusinkbrink, Nieuwenhnishoek, Wissinkhoek, den Bruil, Winkelerhoek,
het Zieuwent, de Haar, Veldhoek, Formerhoek en Everwenninkhoek.
Het fraaie, bevallige d. Buurlo, in 1305 het eerst onder den naam van
Boderlo vermeld, wordt door den weg van Zutphen naar Groenlo doorsneden.
Het is door schoone akkers omringd en telde binnen de kom în 1840
419, in 1872 351 inw. Het kasteel van Bunrlo of Boderlo is een voor-
treffelijk gebonw, te midden van schoone dreven. Te Bunrlo zijn kerken
voor de Herv. en R.-Kath.
Buwaard, b. in de N.-Brab. gem. Osch, in 1840 met 107 inw.
Buwenberg, landgoed in de N.-Brab. gem. st.-Miebielsgestel. De
tegenwoordige eigenaar, de heer H. Berail, richtte hier in 1827 een
établissement voor de zijdeteelt op, waartoe bij o. a. eene groote kweekerij
van witte moerbezieboomen tôt stand bracht. Deze inrichting leverde merk-
waardige proeven, doch na het afbranden van het kasteel, den 4 Februari
1842, zijn deze proeven niet verder voortgezet. Daarentegen heeft de
heer Berail zich sedert toegelegd op het in de handel brengen van doel-
matige urinoirs.
B.uwen.hof, b. in de Geld. gem. Neede, in 1840 met 235, in 1872
met 334 inw.
B u w ie l, gem. in TTtr., uit twee door de gem. Breukelen gescheiden
stnkken bestaande en verder bepaald door Loenen, Loenersloot, Vinke-
veen c. a., Wilnis en Kockengen, alsmede door Laag-Nieuwkoop. De
gem. beslaat ruim 913 bund., in het oosten door kiei, in het westen door
laag veen gevormd. Zij telde in 1822 416, in 1840 439, in 1875
479 inw., in laatstgenoemd jaa r onderscheiden in: 310 Herv., 9 Chr.-
Geref., 1 Luth, en 159 R.-Kath. De veeteelt maakt hun hoofdbedrijf uit.
Doch er is ook eenig akkerland. De gem. bevat een deel van het d. ter
Aa of Nieuwer-ter-Aa, de b. Buwiel, een deel van de b. Portengen, de
heerl. Breukelerwaard, een deel der b. Kortrijk en de geh. Oud-Aa en
Klein-Ruwiel.
De b. Buwiel ligt aan den Angstel, waarover hier eene brug is
geslagen. Op korten afstand ten noorden van deze brng staat, te midden
van hoogopgaand geboomte, een hoog muurbrok, het laatste overblijfsel
van het eens zoo sterke slot Buwiel of Ruëel, naar men meent, ont-
streeks 1265 gesticht. In 1352 werd dit slot, op bevel van Bisschop
J a n van Arkel, belegerd en ingenomen. Buwiel wordt het eerst in 1240
vermeld.
B u y b r o ek , of B u ib r o ek , pold. van ruim 159 bund. in de Z.-Holl.
gem. Wijngaarden. De polder had in 1840 36 inw.
B u y t e r (de), fort in de N.-Brab. gem. Willemstad, in 1811 aangelegd,
B u y t e r (de), fort in de Zeeuwsche gem. Ylissingen, ten tijde van ’t
eerste Fransche-Keizerrijk st.-Hilaire geheeten.
Saaftinge, of Sa e ftin g e , oudtijds ook Chaeftinge geheeten, land-
streek aan de Schelde, in het noorden van Vlaanderen, met 2 dorpen
st.-Laurens en Onze-Lieve-Vrouwe. In 1574 en 1583 is dit oord over-
stroomd. Eerst in veel lateren tijd, en wel meest in onze eeuw, is een
deel door indijking teruggewonnen. Het behoort deels aan Nederland,
deels aan België. Het Belg. aandeel (het kleinste) is thans weder geheel
vruchtdragend land. Het Nederl. deel is nog grootendeels schor, slib of
water, doch het aangroeien der schorren belooft nieuwe heroveringen. '
Sa a fting e , of S a e ftin g e , pold. van 275 bund. in de Zeeuwsche
gem. Clinge, in 1805 ingedijkt.
Saaksum, of S a a xum , d. met eene Herv. kerk in de Gron. gem.
Oldehove, op eene wierde, nabij het Reitdiep. Vroeger stond er de burg
Heeralma. Het d. telde in 1811 203, in 1840 314, in 1870 278 inw.
Saaksum e r -po lde r , of S a a k sum e r -U ite rd ijk , pold. van 154
bund. in de Gron. gem. Oldehove.
Saard, geh. in de Friesche gem. Bolsward.
S a a sfe ld , of S a a sv e ld , d. met eene R.-Kath. kerk in de Overijs-
selsche gem. Weerselo. De kerk staat ter plaatse der voorm. havezathe
Saasfeld of Satersloo, in de 14de eeuw eene vermaarde sterkte.
S abbing e , of Oud-Sabbinge, b. in de Zeeuwsche gem. Wolfaartsdijk,
vroeger een d. met een adel. kasteel en eene kerk, welk laatste gebouw
in 1806 is gesloopt. De b. telde in 1840 386, in 1870 394 inw. De
oude heerl. Sabbinge, die reeds in het begin der 13de eeuw groot aanzien,
was 666 bund. groot. Sabbinge wordt het eerst in 1209 vermeld.
S ab in a -H en r icap o ld e r , pold. in de N.-Brab. gem. Fijnaart, in
1787 bedijkt en 680 bund. groot.
Saladekade, b. in de Z.-Holl. gem. Rotterdam, waarmede zij in 1810
werd vereenigd, hebbende zij vroeger een deel der gem. Kralingen
uitgemaakt. Zij strekt zich langs de Saladevaart uit.
S a l la n d , landstreek in Overijssel, vdor en ten tijde van het bisschoppelijk
bestuur. Zij bevatte het middendeel der prov,, van de Zuiderzee en
Vollenhove (in het westen en noordwesten) tôt Bentheim en Twenthe (in