
Scheid) of Scheidt, d. met eene R.-Kath. kerk in de Limb, gem.
Schaesberg. Het telde in 1840 710, in 1870 670 inw.
Scheid (het), geh. in de Drenthsche gem. Smilde, aan het eind der
Wittewijk en vlak op de Friesche grens.
S c h e id in g , of S c h e e t , b. in de N.-Brab. gem. Drnnen, in 1840 met
119 inw.
Schelde, rivier in Frankrijk, België en Nederl., die omstreeks de
voorm. abdij Mont-Saint-Martin bij la Catnlet ontspringt, Cambrai (Kame-
rijk), Bouchain, Valenciennes, Condé, Tournay (Doornik), Oudenaarde,
Gent, Dendermonde en Antwerpen bespoelt en de Seile, Haine, Leÿe en
Rüpel opneemt. Zij bereikt Nederl. bij het verdronken Land van Saaf-
tinge, tegenover Fort-Bath, en neemt daar den naam aan van Hont of
Wester-Schelde, waarna zij in een breeden mond tnsschen Vlissingen en
Breskens de Noordzee bereikt. Oudtijds deelde de Schelde zieh bij Fort-
Bath in twee armen, waarvan de noordoostelijke, waarschijnlijk het oor-
spronkelijko benedenpand der rivier, den naam droeg van Ooster-Schelde.
Door het leggen van den spoorwegdam tnsschen den Noord-Brabantschen
wal en Zuid-Beveland, ter lengte van 3640 meter, van Februari tot Ju n i
1867, is deze stroomarm van de Hont of Wester-Schelde afgescheiden.
Schelde, of Departement-van-de-Schelde, achtste département
van de Bataafsche-Republiek, van 1798 tot 1801, omvattende de Zeeuwsche
en Z.-Holl eilanden, benevens het westelijk deel van Staatsch-Brabant. Het
was verdeeld in 7 ringen, die tot hoofdplaatsen hadden: Middelburg, Goes,
Zierikzee; Steenbergen, Breda, Dordrecht en Brielle.
Schelde, of Departement-van-de-Schelde, département van de
eerste Fransche-Republiek en het eerste keizerrijk van 1795 tot 1814. Het
was saamgesteld nit het oostelijk deel van Oostenrijksch-Viaanderen en
geheel Staatsch-Ylaanderen. Ook de stad Vlissingen heeft eenigen tijd
to t dit département behoord.
Scheldevaartshoek, of Schelf houtshoek, geh. in de Zeeuwsche
gem. Graauw c. a. Het telde in 1870 met Oude-Graauw 146 inw.
Schelfhorst, geh. in de Drenthsche gem. Eelde.
Schellach, of Schellag, heerl. in Zeeland, deel uitmakende van de
gem. Vrouwepolder. Zij had vroeger een dorp met eene kerk, doch beiden
zijn in den Spaanschen oorlog tusschen 1572 en 1574 vermeid. Schellach
had in 1840 124, in 1870 137 inw.
S c h e l l e , b. in de Overijsselsche gem. Zwollerkerspel, in 1840 met 94,
in 1870 met 138 inw.
S ch e llin gW O U .d e , d. in de N.-Holl. gem. Ransdorp, in 1822 met
156, in 1840 met 133, in 1870 met 226 inw. Nog voor weinige jaren
maakte Schellingwoude eene zelfstandige gem. u it van 329 bund. opper-
vlakte, doch door de wet van den 13 Ju n i 1857 is deze bij Ransdorp ingelijfd.
Men vindt Schellingwoude het eerst in 1275 vermeld. Het d. is in den
jongsten tijd merkelÿk in bloei toegenomen door den aanleg van de
Oranjesluizen. Den 12 September 1573 veroverden de Spanjaarden hier
eene in 1570 door de Staatschen opgeworpen schans.
Schellinkhout, gem. in N.-Holl., in het zuiden bespoeld door de
Zuiderzee en naar de landzijde ingesloten door de gem. Blokker, Ven-
huizen en Wijdenes. Zij beslaat 722 bund., is door zeeklei gevormd en
bevatte in 1822 399, in 1840 502, in 1875 633 inw. Bij de telling voor
1870 vond men e r: 612 Herv. en 34 R.-Kath. Zij bestaan meest van
veeteelt, zuivelbereiding en landbouw. Behalve het d. Schellinkhout,
bevat de gem. de geh. Munnikli (ten deele) en de Gouw.
Het d. Schellinkhout telde in 1870 binnen de kom 605 inw. Hetwordt
reeds in 1282 in de geschiedenis vermeld en bekwam in 1402 stederecht.
De voorn. merkwaardigheden zijn de Herv. kerk, het Raadhuis en de
zoogenoemde Steenenkamer, een hoog, zwaar gebouw (in het midden des
dorps), dat wellicht eens tot eene sterkte diende. De Schellinkhouters
maakten zich jegens het vaderland verdienstelijk, toen zij den 11 October
1573 de Staatsche vloot in den slag tegen de Spaansche zeemacht onder-
steunden.
Schellinkhout, pold. in de N.-Holl. gem. Schellinkhout, 640 bnnd.
groot.
Schelluinen, gem. in Z.-Holl., tnsschen Gorinchem, Hardinxveld,
Giessen-Nieuwkerk en Hoornaar. De grond — 301 bund. —■ is door
klei gevormd. In 1822 had de gem. 230, in 1840 285, in 1875 338 inw.
Bij de telling voor 1870 vond men er geene andere dan Herv. inge-
zetenen. De gem. bevat den polder van Schelluinen en dien van Kwa-
kernaak.
Schelluinen is een klein d., daar het in 1870 binnen de kom niet meer
dan 64 inw. telde. In de pastorij der Herv. gem. werd den 20 Februari
1814 het verdrag geteekend, waarbij de Franschen Gorinchem aan de
bondgenooten overgaven.
Schelluinen, pold. van 191 bund, in de Z.-Holl. gem. Schelluinen.
Schelrn, geh. onder het d. Liessel in de N.-Brab. gem. Deurne.
Schenge, of Schengen, kreek in Z.-Beveland, het overblijfsel van
een stroom, die eens genoemde landstreek van Wolfaartsdijk afscheidde. Door
de bedijkingen van 1809, 1845 en 1874 is de oude Schenge meest in
land veranderd.
Schengen, voorm. kasteel in de Zeeuwsche gem. ’s-Heer-Arendskerke,
reeds ten tijde van Graaf Floris IV bekend.
Schengepolder, pold. in Zeel., eerst in 1874 en 1875 op de Schenge
gewonnen, en sedert ingelijfd ten deele bij de gem. ’s Heer-Arendskerke,
ten deele bij de gem. Wolfaartsdijk. De polder heeft ongeveer 320,000
gulden van bedijken en aanleg van wegen gekost.