
de heerl. Voorne van Hertog Albrecht, in 1393, als deel van zijn vader-
lijk erfgoed. Hij liet Voorne in 1425 na aan zijne weduwe Elisabeth van
Görlitz, Pandvrouw van ’t Hertogdom Lnxemburg. De geschillen dezer
Vorstin met Hertog Eilips de Goede bewerkten, dat de Bourgondier de heerl.
Voorne ten jare 1434 in beslag nam. Nogtans bleef de in 1429 door E lisabeth
aangestelde ßuwaard Erank van Borssele, met toestemming des Her-
togs, de heerl. tot aan zijn dood in 1470 beheeren. Vervolgens werd Karel
van Bourgondie Heer van Voorne en behield dit gewest, ook na zijne
verheffing tot Graaf van Holland en Zeeland. ’s Hertogs gade Margaretha
van York ontving de heerlijkheid van hare dochter Maria van Bonrgondie.
Zij bleef in het bezit tot aan haar dood in 1503, als wanneer
de heerl. ten deel viel aan Eilips de Schoone, die daarin door zijne
opvolgers, de Graven van Holland nit het Bourgondische hnis, is op-
gevolgd.
Gednrende het geheele grafelijke tijdperk bleef Voorne echter eene
zelfst. heerl. met eigene Staten, die uit afgevaardigden van de stad Brielle
en het platteland bestonden. Het werd naar eigen wetten bestuurd en had
afzonderlijke geldmiddelen. Eerst na de Unie van Utrecht kwam Voorne in
nadere betrekking tot Holland. Zelfs werd de hoofdstad Brielle onder de
Holl, steden ter Statenvergadering opgenomen. De Staten van Zeeland
beweerden steeds vrnchteloos, dat Voorne als een deel van hnn gewest
moest beschonwd worden. In September 1684 werd echter Bommenede
aan hen afgestaan.
Voorne-en-Putten, eil. in Z.-Holl., door de Oude-Maas, Nieuwe-
Maas, het Spni, het Haringvliet en de Noordzee omspoeld. Vroeger
werden Voorne en Fn tten door de Bemisse van elkander gescheiden, doch
de laatstgen. stroom is afgedamd en ten deele geheel opgeslijkt. De ver-
eenigde eil. bevatten de 15 gem., die het prov. kiesdistrict Brielle uit-
maken.
V o o rnsehe -G a t, voorm. stroomarm in Geld., onder Heerewaarden,
in 1729 en 1730 afgedamd.
Voornsche-Kanaal, of Kanaal-van-Voorne (het), kanaal door
het eiland Voorne-en-Putten, reikende van de Nieuwe-Sluis, tusschen
Heenvliet en Zwartewaal, to t in het Haringvliet bij Hellevoetsluis. Het
is 10,554 meter lang en werd aangelegd van 1827 tot 1829.
Voorofschepolder, pold. van 56 bund. in Z.-Holl., deels in de gem.
Sassenheim, deels in de gem. Warmond.
Voorofschepolder, of Voorafschepolder, pold. van 477 bund. in
de Z.-Holl. gem. Waddinxveen.
Voorofsche-polder, pold. van 69 bund. in de Z.-Holl. gem. Wou-
brugge.
Voorrijp, geh. onder het d. Wynaldum, in de Eriesche gem. Barradeei.
Voorschoten, gem. in Z.-Holl., in het noorden door den Rijn, in
het znidoosten door de Vliet bezoomd, en omringd door de gemeenten
Wassenaar, Valkenburg, Oegstgeest, Zoeterwoude, Stompwijk en Veur.
Zij beslaat 1392 bund., voor het grootste deel alluviale zandgrond, voor
het overige (längs den Rijn) kleigrond. Ook ligt er eenig laag veen. Men
telde er in 1811 1057, in 1822 1193, in 1840 1559, in 1876 2011 inw.
Bij de telling voor 1870 vond men e r: 1066 Ned.-Herv., 11 W.-Herv.,
22 Chr.-Geref., 19 Doopsg., 19 Ev.-Luth., 2 Episc., 853 ß .-K ath . en 10
Isr. Zij bestaan meest van veeteelt, zuivelbereiding, land- en tuinbouw,
benevens van verschillende burgerlijke bedrijven. Sedert eene reeks van
jaren vindt men er eene belangrijke fabriek van zilverwerken, die o. a.
voortreffelijke kunstwerken levert. Behalve het d. Voorschoten, bevat de
gem. de b. Bijndijk en verscheidene belangrijke buitengoederen, t. w.
Duivenvoorde, ter Horst, Adegeest, enz. De eerste Heer van Voorschoten,
die in oude geschriften voorkomt, is Egidius, die den 23 April 1252
een staatsstuk van Eloris de Voogd hielp bezegelen. De Heeren van
Voorschoten stamden af uit de huizen van Wassenaar en Duivenvoorde. De
heerl. is door erfenis aan de Torck’s en later aan de Steengracht’s
gekomen.
Het d. Voorschoten ligt aan de westzijde van de Vliet en aan den
fraai belommerden grooten weg tusschen Leiden en Delft. Het hoofdged.
bestaat uit eene schoone, breede, met lindeboomen beplante straat. Men
telde in 1870 binnen de dorpskom 884 inw. E r zijn kerken der Herv.
en der R.-Kath., beiden aanzienlijke gebouwen. Als Eorschate wordt dit
d. reeds in de lOde eeuw vermeld. In 1203 lag hier het leger van den
Graaf van Loon, maar sloeg op de vlucht, toen Graaf Willem op eenigen
afstand een kamp had betrokken. Het station Voorschoten van den
Hollandschen-Spoorweg werd den 1 Mei 1843 voor het verkeer ontsloten.
V o o r s ch o te rw e g , geh. in de Z.-Holl. gem. Zoeterwoude, in 1840
met 51 inw.
V o o r st, prov. kiesdistr. in Gelderl. Het bevat de 3 g em .: Apeldoorn,
Voorst en Brummen.
V o o r st, gem. in Geld., ten westen vah den IJs se l en ingesloten door
de Geld, gemeenten Epe, Apeldoorn, Brummen, Zutphen en Gorssel in
Geld., alsmede door de Ov. gemeenten Deventer, Diepenveen en Olst.
Zij heeft haar tegenwoordigen omvang bekomen bij he t Kon. besluit van
11 Eebr. 1817, waardoor Nijbroek daarbij werd ingelijfd. De grootte be-
loopt 12,563 bund., zijnde de oppervlakte deels diluv. zand, deels klei,
deels gemengde grond. In 1822 had deze gem. 5614, in 1840 7730,
in 1876 8816 inw., in laatstgen. ja a r onderscheiden in : 6767 Ned.-Herv.,
8 W.-Herv., 31 Chr.-Geref., 20 Luth., 5 Doopsg., 1970 R.-Kath. en 16 Isr.
Zij bestaan meest van den landbouw en veeteelt. Vroeger was er een
kopermolen, die sedert eenigen tijd tot eene sigarenkistenzagerij is in-
gericht. Ook wordt er worst gemaakt en steen gebakken. De gem. bevat
de d. Voorst, Wilp, Twello, Terwolde, Nijbroek en Gietel, de kerkb,
Duistervoorde, benevens de b. Noord-Empe, Appen, Aarderbroek, Otter