
Staatsch-Vlaanderen, of Staats-Vlaanderen, noord. ged. van
het oude graafschap Viaanderen, hetwelk bij den vrede van Munster in
1648 aan de Staten werd afgestaan, die het door de wapenen, onder de
Prinsen Maurits en Prederik Hendrik, van 1604 tot 1646, hadden veroverd.
De grens werd uitgebreid in 1664 en 1715, doch weder ingekrom-
pen m 1718 en 1785. De schans Lillo, ofschoon op Brabantschen bodem
gelegen, werd mede tot Staatsch-Vlaanderen gerekend. In 1795 werd
geheel Staatsch-Vlaanderen, waarvan een deel (het Committimus) in eene
nauwe betrekking to t Zeeland stond, aan Prankrijk verloren.
Staats-spoorwegen, spoorwegen in al de provincien van Nederland.
Zij zijn of worden aangelegd overeenkomstig de wetten van 18 Aug.
1860, 6 Ju li 1867, 21 Mei 1873 en 10 Nov. 1875.
Bij eerstgenoemde wet zijn bepaald de lijnen: van Arnhem over Zut-
phen, Deventer, Zwolle, Meppel, Steenwijk en Heerenveen tot Leeu-
warden; — van Harlingen längs Franeker, Leeuwarden en Groningen
naar de Hannoversche grenzen (bij Nieuwe-Schans); — van Groningen
längs Assen naar Meppel; — van Zutphen längs Goor, Hengelo en E n schede
naar de Pruissische grenzen; — van Maastricht, längs Roermond,
Venlo, Helmond, Eindhoven, Boxtel en Tilburg, tot Breda; — van
Rosendaal, längs Bergen-op-Zoom, Goes en Middelburg, tot Vliss’ingen; —
van Venlo naar de Pruissische grenzen (in de riohting van Kaldenkirchen);
van Utrecht, längs Culemborg, Zalt-Bommel en ’sHertogen-
• bosch, tot Boxtel; — van Rotterdam, längs Dordrecht, naar Willemsdorp,
en van den Moerdijk naar Breda; — van Amsterdam door de Zaanstreek
längs Alkmaar tot het Nieuwe-Diep.
Bij de wet van 6 Ju li 1867 werd bepaald de verbinding van den
Staatsspoorweg van Breda naar den Moerdijk met dien van Willemsdorp
naar Rotterdam door eene brug o v e r ’t Hollandsch-Diep.
De wet van 21 Mei 1875 besliste den aanleg van Staatsspoorwegen
tusschen Arnhem en Nijmegen, alsmede tusschen Zwaluwe en Zevenbergen.
Eindelijk is bij de wet van 10 November 1875 de aanleg vastgesteld
van Staatsspoorwegen: van-Stavoren, längs Sneek, naar Leeuwarden; —
van Groningen, längs Appingedam, naar Delfzijl; — van Zwolle naar
Almelo; — van Dordrecht, längs Gorinchem en Tiel, naar Elst; — van
Amersfoort, längs Rhenen, naar Nijmegen; — van Nijmegen naar Venlo; __
van Rotterdam of Schiedam naar den Hoek-van-Holland; — van ' de
Zaanstreek, längs Hoorn, naar Enkhuizen; — en van ’s Hertogenbosch,
längs de plaatsen in de Langstraat, naar Zwaluwe.
A l de lijnen, bij de wetten van 1860 tot 1873 vastgesteld, zijn
thans (Aug. 1876) voltooid, met uitzondering der spoorweglijnen tusschen
Amsterdam en Zaandam, tusschen het spoorwegstation buiten de Delftsche
poort te Rotterdam en het Mallegat bij Fijenoord, en tusschen Arnhem
en Nijmegen, te zamen 38.1 kilometer. Ook zijn de 6.9 kilometer spoor-
weglijn ten oosten van de Nieuwe-Schans, ter aansluiting der Friesche en
Gronmgsche lijnen met die van Hannover, nog niet in exploitatie gebracht,
ofschoon genoegzaam voltooid. Al deze werken, ook die te Amsterdam
en Rotterdam, zijn mede reeds ver gevorderd.
Voor de ontwerpen der in 1875 aangenomen Staatsspoorwegen moeten
nog nadere voordrachten bij de Staten-Generaal worden ingeleverd.
De exploitatie der voltooide lijnen geschiedt door de Maatschappg tot
exploitatie van Staatsspoorwegen, met uitzondering der lijnen tusschen
het Nieuwe-Diep en Zaandam, en tusschen Venlo en de naburige Pruissische
grens. De eerste is toegekend aan de Hollandsche Spoorweg-Maatschappij.
De laatste wordt, gemeenschappelijk gedreven door de administration der
Bergisch-Märkische Eisenbahn en der Rheinische Eisenbahn.
De lengte der voltooide lijnen beloopt:
Harlingen, Franeker, Leeuwarden, Groningen, Winschoten,
Nieuwe-Schans....................................................................... 127 kilom.
Leeuwarden, Heerenveen, M e p p e l ....................................................... 65.9 „
Groningen, Assen, M e p p e l .................................................. 76.8 „
Meppel, Zwolle, Deventer, Z u tp h e n . ..................................................73.3 „
Zutphen, Hengelo, Enschede, de G la n e r b e e k .................................59.7 »
Zutphen, Arn h em ....................................................................................30 „
Utrecht, Culemborg, ’s Hertogenbosch, B o x t e l .......................60.1 „
Rosendaal, Bergen-op-Zoom, Goes, Middelburg, Vlissingen . 74.8 „
Mallegat, Dordrecht, Z w a lu w e .............................................................29.6 „
Breda, Tilburg, Boxtel, Eindhoven, Helmond, Venlo, Roermond,
Sittard, Maastricht . ............................................................... 179.9 „
de Moerdijk, Zwaluwe, Breda...................................................................18.5 „
Zwaluwe, Z ev e n b e rg e n ................................................................................6.7 „
Venlo, de Pruissische g r e n s ................................................................. 3 „
de Helder, Alkmaar, Uitgeest, Z a a n d a m .......................................70.9 „
te zamen . . . 876.2kilom.
Sedert 1860 heeft de Staat ongeveer 150 millioen gulden voor spoor-
wegwerken uitgegeven.
Tot de meest bewonderenswaardige werken van de voltooide lijnen
behooren: de spoorwegbruggen te Zutphen, Venlo, Culemborg, Zalt-
Bommel, Hedel, Dordrecht, en inzonderheid de brug over het Hollandsch-
Diep aan den Moerdijk.
Voor de nieuwe lijnen worden groote bruggen gebouwd aan de zuid-
zijde van den polder Rosande bij Arnhem en aan de noordwestzijde
van Nijmegen. Verder zullen bruggen gebouwd worden te Dordrecht, Rhenen
en omstreeks Heumen.
Stad, geh. in de N.-Brab. gem. Hooge-en-Lage-Mierde.
Stad, geh. in de N.-Brab. gem. Valkenswaard.
Stad, of Stad-van-Gerwen, geh. in N.-Brab., deels in de gem.
Son -en-Breugel, deels in de gem. Nuenen c. a.
Stad-aan-’t Haringvliet, gem. op het Z.-Holl. eil. Goedereede-en-
Overflakkee, in het noorden door het Haringvliet bespoeld en naar de
landzijde bepaald door de gemeenten Middelharnis en den Bommel. De
grond — 552 bund. — is door zeeklei gevormd. In 1822 had deze gem.
579, in 1$40 958, in 1875 1130 inw. Bij de telling voor 1870 vond men