
T ot de vordere hist, herinneringen behooren: de verijdelde poging dor
Münsterschen om door middel van kaperschepen Urk nit te pIundereD,
in 1672; de strooptocht van kapitein Ellokman, in 1799; de vloed van
4 Eebruari 1825; de orkaan van 29 November 1836.
TTrkhoven, b. in de N.-Brab. gem. Tongelre, in 1840 met 332 inw.
U rmond, gem. in Limb., ingesloten door de Nedorl. gem. Obbicht-
en-Papenhoven, Born, Sittard, Beek en Stein, alsmede door de Belg,
gem. Leuth, Meeswijck en Stockheim. In het westen door de Maas bespoeld,
door wier bed de grenslijn loopt, bestaat de grond — 544 bund. — deels
uit rivierklei, deels uit mergel. De bevolking beliep in 1840 1068, in 1875
1209 inw., in laatstgen. ja a r onderscheiden in 1151 R.-Kath., 48 Herv.
en 10 Isr. Landbouw, handel en scheepvaart zijn er de voorn. middelen
van bestaan. Ook onderscheidene handwerken worden hier uitgeoefend.
De gem. bevat het steedje of vlek Urmond en het d. Berg.
Het steedje of vlek Urmond, oudtijds ook Eurmond genoemd, heeftnog
overblijfselen van aarden wallen, doch de vroegere poorten zijn gesloopt.
Men telde er in 1870 binnen de kom 620 en daarbuiten 10 inw. De R.-
Kath. kerk is een aanzienlijk gebouw. De Herv. kerk werd in 1685
op een heuvel aan de Maas gesticht. Längs de westzijde der plaats
vloeit de Ur, die in het noordwesten in de Maas valt.
Ursam, of U r sum , gem. in N.-Holl., tusschen de gem. Hensbroek,
Berkhout, Avenbom, Schermerhorn, Oterleek en Heer-Hugowaard. Zij
is gevormd door een deel van het onde land van West-Friesland en den
noordwestelijken uithoek van den drooggemaakten Schermeer, te zamen
1557 bund. groot. De grond bestaat deels uit laag veen, deels uit klei.
In 1822 had Ursem 673, in 1840 880, in 1875 1 252 inw. Bij de telling
voor 1870 onderscheidde men er: 586 R-Kath., 523 Herv., 7 Chr.-Geref.,
4 Luth. en 2 Doopsgez. Zij bestaan meest van de veeteelt en zuivel-
bereiding. De gem. bevat, behalve het deel van den Schermeer, het d.
Ursem, benevens de b. Rustenburg, Noorddijk en Oost-Mijzen.
Het d. lUrseaç is eene oude plaats, waar tot in de 13de eeuw eene
munt was gevestigd, die door Graaf Eloris V omstreeks 1294 naar
Medemblik werd verplaatst. Men vindt er kerken der R.-Kath. en Herv.
en telde er in 1840 268, in 1870 431 inw.
TTrsemerpolder, of U r sum e rp o ld e r , pold. van bijna 914 bund.
in de N.-Holl. gem. Ursem.
U s e len b e r g , berg of heuvel in de Geld. gem. Groesbeek.
U sq u e r t, of U skw e rd , gem. in Gr0D., in het noorden door het
Uithuizerwad bespoeld en naar de landzijde ingesloten door de gemeenten
Wartfum, Kantens en Uithuizen. Zij beslaat 2736 bund., hoofdzakelijk
door zeeklei gevormd. E r zijn vele wierden. In 1811 had Usquert 868,
in 1822 1014, in 1840 1401, in 1875 1771 inw., in laatstgen. jaa r onderscheiden
in: 1495 Herv., 42 Doopsgez., 40 Chr.-Geref., 158 R.-Kath.,
19 Isr. en 17 ongenoemden. Landbouw en veeteelt geven hun een ruim
bestaan. De gem. bevat het d. Usquert, het geh. Watwerd, benevens
een aanmerkelijk ged. van den Noordpolder. Vd<5r 1808 hebben ook Oldorp,
Holwinda en Holwerd tot Usquert behoord.
Het d. Usquert telde binnen de kom in 1870 711 inw. Oudtijds lag
het nabij het Strand, waarvan het nu door kleigronden ter breedte van
moer dan 4500 meters is gescheiden. Van hier dat de Friesche Apostel
Ludger, Bisschop van Münster, toen hij in Fivelgo en Hunsego het Evangelio
kwam prediken, herwaarts te scheep kon komen. De Herv. kerk is een m erk-
waardig gebouw. De bürg Ludema werd in 1742 afgebroken. In 1231
is Usquert in een strljd tusschen de Eenrummers en Uithuizers afge-
brand. Ook in 1587 heeft dit d. veel geleden door een plundertocht
van Staatsche Soldaten.
U sse lo , d. in de Overijsselsche gem. Lonneker, met eene in 1844
gestichte Herv. kerk. Het ligt aan den weg van Haaksbergen naar
Enschede en telde met den omtrek, Usselo-Broekheurne, Usselo-Geer-
dinkzijde en Usselo-Helmigzijde, in 1840 720, in 1870 844 inw.
U s sen , b. in de N,-Brab. gem. Oscb, in 1840 met 118 inw.
TJtingeradeel, gem. in Friesland tusschen Rauwerderhem, Idaar-
deradeel, Smallingerland, Opsterland, Aengwirden, Haskerland en Donia-
werstal, bestaande de grond — in het geheel bijna 6470 bund — meest
uit laag veen, ten deele (in het westen) ook uit klei. Midden door de
gem. loopt de Boom. In het westen vindt men, nevens andere kleine
plassen, de oostelijke inhammen van het Sneekermeer. In 1744 had deze
gem. 2225, in 1748 2208, in 1811 (toen zij de mairie Akkrum vormde
en deels tot de mairie Oldeboorn behoorde) 2505, in 1822 2969, in 1840
3738, in 1860 4194, in 1875 4799 inw., in laatstgen. jaar onderscheiden
in: 2557 Herv., 1928 Doopsgez., 139 Chr.-Geref., 3 Luth., 112 R.-Kath.
en 60 Isr. Zij bestaan meest van veeteelt en zuivelbereiding. Andere
takken van bestaan zijn landbouw, veenderij, scheepvaart, handel,
scheepmakerij, kalkbranderij, molens, enz. De gem. is verdeeld in 6
dorpen: Oldeboorn, Akkrum, Terhorne, Nes, Terklape en Akmarijp.
Van deze dorpen hebben Nes en Akmarijp, door h e t sloopen hunner
kerken, thans het aanzien van buurten bekomen. De hoofdplaats der gem.
is Oldeboorn.
U tr e ch t, zesde prov. des Koninkrijks, in he t noordoosten door de
Zuiderzee bespoeld, naar h e t noorden en noordwesten bepaald door
Noord-Holland, naar het westen en zuidwesten door Zuid-Holland en
naar het zuidoosten en oosten door Gelderland.
De provincia ontleent haar naam aan hare hoofdplaats, eene der
oudste steden in deze landen en sedert het laatst der 7de eeuw de
zetel van mächtige kerkelijke opperhoofden, welke van de Fränkische en
Duitsche Vorsten bij hunne kerkelijke waardigheid die van Vorsten des
Rijks ontvingen.
Van deze prelaten droegen de beide eersten, Willebrord en Bonifacius,
den titel van Aartsbisschop der Friezen. Gregorius (opvolger vanBonifa-
77 *