
twee kerken, een der Herv. en een der Doopsgez., doch sedert 1816 is
er alleen een Herr. Het d. schijnt, in aanmerking genomen eene vroegere
begraafplaats, waarnit men nrnen heeft opgedolven, van hoogen onderdom
te zijn.
Ochten, d. met eene Herr, kerk in de Geld. gem. Echteid, aan den
Waaldijk. Het telde binnen de kom in 1870 slechts 77 inw. Een
kwartier ten oosten daarvan eindigt de vestinglinie, die van de Spees
aan den Bijn to t de Waal de Betuwe doorsnijdt. Heeren van Oehten
komen in de geschiedenis van 1165 tot in de 14de eeuw voor. De
heerl. Ochten is 1004 bund, groot. Zij had in 1840 820, in 1872 1092
inw., t. w. 1073 Herv. en 19 B.-Kath.
O e k e n b u r g , landgoed in de Z.-Holl. gem. Loosduinen, in de 17de
eeuw door den dichter Jacob Westerbaen bewoond.
O d ijk , gem. in Utr., ingesloten door Bunnik, Zeist, Werkhoven en
Houten. De grond, die in het noordoosten door den Krommen-Rijn wordt
bespoeld, bestaat uit rivierklei en beslaat ruim 647 bund. In 1822 had
Odijk 311, in 1840 411, in 1875 424 inw., in laatstgen. jaa r onder-
scheiden in : 295 B.-Kath. en 129 Herv. Zij bestaan meest van den
landbouw en het aankweeken van ooft. De gem. bevat het d. Odijk en
eenige verstrooide woningen.
Het d. Odijk, nabij den Krommen-Rijn, aan den weg van Utrecht naar
Wijk bij Duurstede gelegen, telde ten jaren 1870 binnen de kom 226
inw. Men vindt het in de 12de eeuw Odoke en in de 16de eeuw Ode-
wijck genoemd. E r is eene kerk der Herv.
Odiliënberg (st.), gem. in Limb., tusschen Boermond, Herkenbosch-
en-Melick, Ylodrop, Posterholt, Echt, Montfort en Linné, met eene op-
pervlakte van 1297 bund. Langs de Boer, die de noordooster grens
vormt, ligt k lei; overigens bestaat de grond uit diluvisch zand. De
gem. kwam door schenking den 2 Januari 858 aan het sticht Utrecht
en in 1222 door railing aan de Graven van Gelder. Dien ten gevolge
behoorde het tot 1795 tot het Geldersche-Overkwartier. In 1822' had de
gem. 584, in 1840 821, in 1875 915 inw., in laatstgen. jaa r onderscheiden
in : 913 B.-Kath. en 2 Herv. De bev. vindt meest haar bestaan door
den landbouw. Behalve het d. st.-Odiliënberg, bevat de gem. de b.
Beutjen, Lerop en Paarlo.
Het d. st.-Odiliënberg ligt aan de Eoer en telde binnen de kom in
1870 417 en daarbuiten 86 inw. De kerk, aan st.-Wiro toegewijd, is op
een met geboomte beplanten heuvel gebouwd. De kerkheilige Wiro heeft
met zijn reismakkers Plechelmus en Odgerus ter plaatse van st.-Odiliënberg,
toen st.-Petrusberg genoemd, reeds op het cind der 7de of in
het begin der 8ste eeuw het Evangelio verkondigd. De naam van st.-Odiliën-
berg is, volgens de legende, af komstig van eene blindgeboren dochter van Pep-
pin van Herstal, die hier het gezicht zou terng gekregen hebben. Het ka-
pittel tot een toevluchtsoord gesticht door Wiro en zijne gezellen op den
st.-Petrusberg, het Sepulchrijnenklooster genoemd, werd in 1361 naar
Boermond verplaatst, waar het bij de oprichting van het bisdom van
Boermond tot een diocesaan-kapittel werd verheven (7 Augustus 1561).
In den Spaanschen oorlog werd de kerk van st.-Odiliënberg verwoest,
doch in 1679 begon men haar te herbouwen.
Odoom, gem. in Drenthe, ingesloten door Borger, Westerbork,
Zweelo, Sleen, Emmen en de Gron. gem. Onstwedde (door Westerbork
en Zweelo slechts op een enkel punt). Zij is groot 14,787 bund. De grond
bestaat grootendeels uit diluvisch zand, verder uit hoog en laag veen.
Vddr 1795 maakte het kerspel Odoom met Emmen en Eoswinkel één
schoutambt uit. De bev. is in den jongsten tijd zeer snel toegenomen :
in 1811 had Odoorn 628, in 1822 710, in 1840 1452, in 1860 2711,
in 1875 4972 inw. Deze bev. was in laatstgen. jaa r onderscheiden in :
3893 Herv., 315 Chr.-Geref., 35 Doopsgez., 5 Luth., 714 R.-Kath., 9
Isr. en 1 ongen. Landbouw en veenderij zijn hunne voorn. middelen
van bestaan. De gem. bevat de dorpen Odoorn en Zandberg, de
b. Odoornerveen, Yalthe, Exlo, Exloërveen en Valtherveen. In de
gem. Odoorn zijn vele oudheden gevonden : men heeft er o. a. 11
hunebedden.
Het d. Odoorn telde in 1840 348, in 1870 451 inw. E r liggen daarbij
2 hunebedden. In een geschrift van 1387 wordt het d. Öderen, en in een
van 1561 Oeren gespeld. E r is eene Herv. kerk met een torentje, dat
voor een gedeelte uit veldsteenen is opgetrokken. Door zijn boschrijken
omtrek vertoont Odoorn zieh zeer aangenaam.
Odoornerveen, veenkolonie in de Drenthsche gem. Odoorn, eerst
omstreeks het midden dezer eeuw ontstaan. Het telde in 1870 715 inw.,
waarvan 85 aan den Kleindijk en 133 aan den Zijtak.
Oeckel, b. in de N.-Brab. gem. Bijsbergen c. a., in 1840 met 219
inw, Het zuidelijke gedeelte, Groot-Oeckel, had toen 152, het noordelijk,
Klein-Oeckel, 77 inw.
Oedenrode (St.), gem. in N.-Brab., ingesloten door Boxtei, Liempde,
Best, Son c. a., Nuenen, Lieshout, Veghel, Schijndel en st.-Michielsgestel.
De grond —■ eene uitgestrektheid van 6827 bund. —• bestaat genoegzaam
geheel uit diluvisch zand. Alleen längs den Dommel, die de gem. doorsnijdt,
wordt rivierklei gevonden. In 1822 had deze gem. 3381, in 1840
3968, in 1875 4342 inw. Bij de telling voor 1870 onderscheidde de
bev. zieh in : 4265 R.-Kath., 157 Ned.-Herv., 3 W.-Herv., 1 Ev.-Luth.,
1 Herst.-Lutb., eh 29 Isr. Zij bestaan meest van den landbouw, houtteelt,
veefokkerij, markten en winkelnering. De gem. bevat het vlek st.-Oeden-
rode, het d. Olland, deelen der d. Eerde en Gemonde, de b. Boschkant,
Varenhout, Nijnsel, Vressel, Everse en Berselaar.
Het vlek st.-Oedenrode ontleent, volgens de overlevering, zijn naam aan
eene vorstelijke maagd Oda uit Schotland, die hier in het begin der
8ste eeuw is overleden. In de 12de eeuw was Rode of st.-Oedenrode