
over Doetinchem, ter Borgh en Bochold naar Wesel, en van ter Borgh
naar Zevenaar tot stand brengt. Yoorts heeft men er de volgende meest
kleine inrichtingen van volksvlijt: l boek- en steendrukkerij, 1 breuk-
banden-, scharen- en messenfabriek, 1 gasfabriek, 1 grutterij, 1 hout-
zaagmolen, 6 klompenmakerijen, 4 leerlooierijen, 2 likeurstokerijen, 4
meubelmakerijen, 1 olieslagerij, 1 orgelmakerij, 1 runmolen, 1 verwerij, 1
stoom-korenmolen, 1 tabakskerverij, 5 touwslagerijen. 4 korenmolens, 1
zeepziederij.
Doetinchem ( am b t ) , gem. in Geld., liggende tusschen Hummelo,
Zelhem, Wisch, Gendringen, Bergh, stad Doetinchem en Wehl. Zij heeft
eene oppervlakte van 4661 b u n d ., die meest längs den Ouden-IJssel, de
Slingerbeek, de Bielheimerbeek en de Lovinksche beek uit rivierklei, maar
overigens uit diluvisch zand bestaat. Deze grond is, op 210 bunder na,
geheel ontgonnen en brengt ruimo oogsten van rogge, haver, boekweit en
andere veldvruchten voort. Ook is er meer dan 1600 bunders bosch. Gp
vele plaatsen wordt oer gegraven, zijnde deze industrie haar oorsprong
verschuldigd aan Josias Olmius, die in 1689 octrooi verwierf „om te
mögen ontdecken, soecken ende rednceren sodaene minerael van yser ende
alle andere mineralien, als hy aldaer sal können vinden.” Eene „nieuwe
ge'inventeerde ysermachine” werd aanvankelijk te Rekhem op de Bielheimerbeek
gevestigd, doch is later naar Keppel verplaatst. Onder de bewoners
zijn ruim 100 klompenmakers, die in 27 werkplaatsen arbeiden. Men heeft
er ook 2 korenmolens. Het getal inwoners beliep in 1822 1980, in 1840
2663, in 1872 3531, zijnde in laatstgenoemd jaa r onderscheiden in 2001
Ned.-Herv., 6 Luth., 19 Christ.-Afg. en 1505 R.-Kath. De gem. bevat het
dorp Gaanderen, waar eene Roomsche kerk is, en 4 buurtschappen:
IJzevoorde, Oosseld, Langerak en Dichteren.
Doetschepolder, of Doedtpolder, pold. van 180 bund. in de z.-
Holl. gem. Giessen-Nieuwkerk.
Dooveren, d. in de N.-Brab. gem. Drongelen c. a., met een kerkje
der Hervormden. Het had in 1840 113, in 1860 116 inw. In 1140 werd
het door Jan I I I , Heer van Heusden, aan zijn tweeden zoon Jan tot
eene heerl. gegeven. Er ligt eene brug over het Oude-Maasje. De Schans
te Doeveren werd in 1589 aan de Spanjaarden verloren, in 1590 door
Prins Maurits herwonnen, en den 2 Augustus 1605 door Willem van
Panderen heldhaftig verdedigd.
Doeveren, pold. in de N.-Brab. gem. Drongelen c. a., 166 b. groot.
D o e v e r e n s c h e -S lu is , zware steenen sluis te Doeveren, dienende om
de landerijen van ’t Bovenland van Heusden op het Oude-Maasje te doen
afwateren.
Doezum, d. in de Gran. gem. Grootegast, op een hoogen zandgrond, in
een boomrijk oord. Daar het niet regelmatig is afgeperkt, behaagt het onge-
meen aan ’t oog van natuurvrienden, ofschoon de huizen in aanzien voor die
van vele andere Gron. dorpen moeten onderdoen. De Herv. kerk is een
gebouw van onde dagteekening. De oude bürg van Doezum is omstreeks
het midden of laatst der 17de eeuw afgehroken. In 1840 had Doezum
593 (of met de oosthelft van Stroobos, benevens de geh. Kornhorne, Op-
dorp en de Ees, 922), in 1860 1159 inw.
D o e zum m e r to g t, vaart in de Gron. gem. Grootegast.
D o g g en a a r sb ra ak , meertje in de N.-Holl. gem. Sloten, aan den
IJdijk, door een inbraak ontstaan.
Doitsche-Wiel, vaart in de Friesche gem. Tietjerksteradeel.
Doiurn, of Doyum, geh. in Friesland, voor het noorderdeel onder
de gem. Franeker, voor het zuiderdeel onder de gem. Franekeradeel,
en wel onder het d. Hitsum behoorende.
Dokkurn, rijkskiesdistrict voor het afvaardigen van Leden naar de
Staten-Generaal. Het bevat, volgens de wet van 6 Mei 1869, de 14 gem.
Dokkurn, Ferwerderadeel, West-Dongeradeel, Oost-Dongeradeel, Dantu-
madeel, Kollumerland-en-Nieuw-Kruisland, Ameland, Schiermonmkoog,
Achtkarspelen, Tietjerksteradeel, Smallingerland, Marum, Grootegast,
Grijpskerk. Het had in 1869 88,737 inw. en 2478 kiesgerechtigden.
Dokkurn, prov. kiesdistrict in Friesland, bevattende de 9 gemeenten:
Dokkurn, Ferwerderadeel, West-Dongeradeel, Oost-Dongeradeel, Dantu-
inadeel, Kollumerland-en-Nieuw-Kruisland, Achtkarspelen, Ameland, Schier-
monnikoog.
Dokkurn, derde kanton van het Friesche arrondissement Leeuwardcn,
bevattende de 5 gemeenten: Dokkurn, Oost-Dongeradeel, Kollumerland-en-
Nieuw-Kruisland, Dantumadeel, Schiermonnikoog.
Dokkurn, klasse' der Herv. Kerk in Friesland, die, afgedeeld in de
4 ringen: Dokkurn, Kollum, Holwerd en Metslawier, 44 gemeenten bevat,
welke door 45 predikanten bediend worden.
Dokkum, kerk. ring van de Friesche klasse Dokkurn der Herv. Kerk,
bevattende de 8 gem.: Dokkum, Aalsum-en-Wetsens, Akkerwoude-en-
Murmerwoude, Birdaard-en-Janum, Dantumawoude-en-Driezum, Rinsuma-
geest-on-Sibrandahuis, Veenwouden, Zwaag-Westeinde.
Dokkum, of Dockum, gem. in Friesland, die eene oppervlakte' be-
slaat- van 32£ bunder en door de gemeenten Oost-Dongeradeel en Dantumadeel
wordt bepaald. Zij: bevat niets dan de stad Dokkum, zoodat
de uiterste kant der stadsgracht de grenslijn uitmaakt.
De stad is ontstaan aan het westeinde van een inham der Lauwerzee,
die onder den naam van Dokkumerdiep zich westwaarts uitstrekte, zoodat
zij oorspronkelijk tot de zeesteden behoorde. Dokkum is van hoogen
ouderdom, daar Aartsbisschop Bonifacius hier en in de omstreken
reeds ten jare 754 het Evangelie verkondigde en den dood der martelaren
vond. De herinnering aan dien geloofsprediker wordt bewaard door eene
kom met wellen, de Bonifaciusbron, ten zuid-oosten der stad. In de
oudste oorkonden heet de plaats Doccinga en Dockynchirica.