
1II
1
H o o g ew e e rd , of H o o g ew a a rd , rerheven piek in Utr., gem. Mont-
foort, waarschijnlijk eens door eene Romeinsche sterkte bezet. Den 4
Ju li 1301 werd er een veldslag geleverd, waarin de ütrechtsclie Bisschop
Willem van Mechelen sneuvelde.
H o o g e z a n d , prov. kiesdistriet van Groningen, bevattende de 4 gem.
Hoogezand, Sappemeer, Haren, Noorddijk.
H o o g e zan d , tweede kanton van het arr. Groningen, bevattende de 3
g em.: Hoogezand, Slochteren, Sappemeer.
H o o g e zan d , kerk. ring der klasse Groningen van de Herv. Kerk, bevattende
de 10 gern : Hoogezand, Engelbert, Haren, Kropswolde, Middel-
bert, Noorddijk, Noordlaren, Sappemeer, Westerbroek, Windeweer-en-Lula.
H o o g e zan d , gem. in Gron., uit de beide vroegere gemeenten Hoogezand
en Windeweer gevormd. Zij wordt ingesloten door Haren, Noorddijk,
Slochteren, Sappemeer, Mnntendam, Veendam en Wildervank in
Groningen, en Anloo en Zuidlaren in Drenthe. Hare grootte beloopt 5794
bund., bestaande de grond in het oosten uit afgegraven hoogveen, in het
znidwesten uit diluviseh zand, in het noordwesten uit laag veen. Een deel
van het Zuidlaardermeer, zoowel als het geheele Eoxholsterineer, behoort tot
deze gem. Deze uitgestrektheid telde in 1822 in het toenmaals kleinere
Hoogezand 3721, in Windeweer 1295 inw. Na de vereeniging van
beiden had Hoogezand in 1840 5879, in 1874 7538 inw., in laatstgen.
ja a r onderscheiden in 5635 Herv., 520 Doopsgez., 191 Chr.-Geref., 54
Luth., 1 Rem., 967 R.-Kath. en 170 Isr. De inw. bestaan van landbouw,
veetoelt, handel en fabrieken. Men heeft er namelijk scheepstimmerwer-
ven, smederijen, branderijen, molens, enz. De gem. bevat de dorpen
Hoogezand, Windeweer, Westerbroek en Kropswolde, de buurteu Kalkwijk,
Martenshoek, Foxhol, Wolfsbergen en de Kiel, benevens de geh, Vossenburg
en de Nieuwe-Compagnie.
Het vlek Hoogezand ligt aan het Winschoterdiep. Het is ontstaan in
1657, toen men de veenderijen aldaar begon te ontginnen. De huizen zijn
nevens elkander op beide oevers van het Winschoterdiep gebouwd, waar-
op, even als op den in 1868 voltooiden spoorweg tusschen Groningen en
Winschoten, een levendig verkeer heerscht. In 1840 waren er 1575 en in
1870 1902 inwoners. E r zijn kerken voor de Herv., de Doopsgez. en de
Chr.-Geref., van welke de eerste in 1669 werd gesticht.
H o o g e -Z an d sch e l, b. in de N.-Brab. gem. Loon-op-Zand, in 1840
met 403 inw.
H o o g e Zwaluv^e, d. in de N.-Brab. gem. Zwaluwe, in 1840 met
731 inw. E r zijn kerben voor de Herv. en de R. Kath. Het was een der
d., die door den watervtöed van 18 November 1721 onderliepen, doch
het is spoedig weder boven gekomen. Den 14 November 1775 en den
21 en 22 November 1776 heeft het eveneens door overstroomingen veel
geleden. In 1787 en 1793 vonden hier hevige tooneelen van burgertwist
plaats.
Hoog-O-eldrop, d. in de N.-Brab. gem. Zes-Gehuchten, in 1840 met
147 inw. Tot 1867, toen hier de R.-Kath. kerk van Zes-Gehuchten werd
gesticht, telde men Hoog-Geldrop onder de buurten.
H o o g -H a len , of H o o g h a len , b. in de Drenthsche gem. Beilen, in
1840 met 90, in 1870 met 142 inw.
H o o g -H e rw ijn e n , zuider gedeelte van de Geld, heerl. Herwijnen.
H o o g -K ep p e l, of O ld en -K ep p e l, d. in de Geld. gem. Hummelo-
en-Keppel, in eene hoog-gelegen, boschrijke Streek, op den noorderoever
des Ouden-IJssel’s. In 1840 telde het 270, in 1872 312 inw. Men vindt
er eene Herv. kerk.
H o o g k e rk , gem. in Gron., tusschen de Leek, Aduard, Adorp, Noorddijk
en Groningen (in dezelfde provincie) en Roden, Peize en Eelde (in
Drenthe). De oppervlakte beslaat 2075 bund. en bestaat meest uit klei,
deels uit zand en veen. In 1822 had deze gem. 755, in 1840 967, in
1874 1444 inw., die zieh ten laatstgenoemden jare onderscheidden in
985 Herv., 338 Chr.-Geref., 105 Doopsgez. en 16 R.-Kath. Landbouw,
veefokkerij en zuivelbereiding zijn er de hoofdbronnen van welvaart. E r
zijn ook kalkbranderijen, enz. Behalve het d. Hoogkerk, bevat de gem. de
dorpen Leegkerk en Dorkwert, de b. Vier-Verlaten, benevens de geh.
Vinkhuizen, Kalkwerk, de Koningspoort en Kleiwerd.
Het d. Hoogkerk telde binnen de kom in 1870 391 inw. E r zijn
kerken der Herv. en der Chr.-Geref. ln 1501 en 1514 werd het d. door
de Saksers bezet, die er vooral in eerstgen. ja a r veel onheil aanrichtten.
H o o g la n d , gem. in ü tr., ingesloten door Bunschoten, Baarn, Soest
en Amersfoort (Utr.) en Hoevelaken en Nijkerk (Geld.), hebbende eene
oppervlakte van 4130 bund. In het westen door de Eem bespoeld, is de
grond meest diluviseh zand, doch het noorden is door laag veen gevormd.
In 1860 had Hoogland 2314, in 1874 2417 inw., in ’t laatstgenoemd jaa r
onderscheiden in 1990 R.-Kath., 419 Herv. en 8 Chr.-Geref. Zij bestaan
meest van landbouw en veeteelt. Tot de stapelproducten behoort de
tabak. De gem. bevat de dorpen de Ham en Langenoord, de buurten
Zeldert, den Hoef, Emiclaar, Keulhorst, Duist, benevens de geh. Liendert,
Bniten-de-Koppel, Zevenhuizen en de Haar. De gem. Hoogland heeft
haar tegenwoordigen omvang eerst in 1857 bekomen, toen de gem. Duits
daavbij werd ingelijfd. In 1822. had Hoogland 1661 en Duits 163 inw.,
welke gefallen in 1840 to t 2064 en 173 waren toegenomen.
H o o g lan d , zandige streek, deels in de Zeeuwsche gem. st.-Kruis,
deels in de Belg. gem. st.-Margaretha. Het vormde van 1672 tot 1820
een afzonderlijken polder.
H o o g la n d (h e t), een der 3 districten, waarin de Gron. landstreek
Fivelgo van 1659 tot 1749 was verdeeld. Het bevatte 15 kerspelen ten
noorden van het Damsterdiep.