
HaaftSD, gern in Gelder!, omringd door de geraeenten Herwijnen, Deil,
Waardenburg, Zalt-Bommel en Gameren, loopende de grens met de beide
laatstgen. gemeenten door het midden ra n de Waal. De gem., die 2117
bund. groot is, heeft een bodem door rivierklei gevormd, welke goede oog-
sten ra n granen oplevert, een grooten veestapel voedt en de noodige
grondstof voor eene groote steenbakkerij levert. In 1822 had Haaften
1480, in 1840 1960, in 1873 2103 inw., in laatstgenoemd jaa r onder-
scheiden in 1984 Herr., 1 Waalsch-Herv., 71 Chr.-Geref., 1 Luth., 41
R.-Kath. en 5 Israelieten. Landbouw en reeteelt zijn er de hoofdbronnen
van welvaart. De steenbakkerij heeft p. m. 230 arbeiders. De gem. is
uit de heerl. Haaften, Hellonw en Tuil saamgesteld.
Het d. Haaften, op en längs den noorder-Waaldijk gebouwd, prijkt met
eene fraaie Herv. kerk en de bevallige hofstede het Huis te Haaften.
Het had in 1840 922, in 1872 1108 inw. Reeds in eene oorkonde van
1281 wordt een Heer van Haaften, met name Rudolf, vermeld. Yan het
geslacht van Haaften kwam de heerl. in 1608 aan dat van Brederode,
in 1679 aan dat van Lippe, vervolgens aan dat van Bont, van Rijnberk
en Dutry. Het oude slot van Haaften is in 1672 door de Eranschen ver-
woest. In 1649 verbrandde een deel van Haaften. In Februari 1711 brak
bij Haaften den Waaldijk door. In 1866 leed het weder veel door brand.
Haaften, pold. van 468 bund. in de Geld. gem. Haaften.
Haag (den), geh. bij het d. Alphen, in de Geld. gem. Appeltern.
Haag (den), b. in de N.-Brab. gem. Schayk, in 1840 met 179 inw.
Haag Ambacht, voorm. ambt in Z.-Holland, bevattende Scheveningen,
Eikenduinen, Nieuwveen of ’s Gravenveen en de helft van Loosduinen.
Het bestond uit 2 van elkander gescheiden stukken, waarvan het grootste
het vlek of de stad ’s Gravenhage omringde, en het kleinste in Delfland
was besloten.
Haagborst, of Haaghout, b. in de N.-Brab gem. Diessen, in 1840
met 231, in 1860 met 233, in 1870 met 214 inw.
Haagsche-Beemden, bedijkt land in de N.-Brab. gem. Princenhage,
993 bund. groot.
Haagsche-Bosch, fraai bosch, ten noordoosten der stad ’s Gravenhage,
waaronder het voor het grootste deel behoort. Deels strekt het zieh
ook in de gem. Wassenaar uit. Het beslaat ongeveer 91 bunders.
H a a g s c h e - S c h o u w , heerl. en brug over den Rijn, in de Z. H. gem.
Voorschoten. De brug is in het begin dezer eeuw gelegd in de plaats
van eene schouw, die vroeger het verkeer tussehen de beide oevers onderhield.
Haagsveld, duinvallei in de Z.-Holl. gem. Noordwijk.
Haak (de), voorm. fort in de Zeeuwsche gem. Vrouwepolder, in 1518
gebouwd en na den aftogt der Engelschen, die hier in 1809 landden,
ontmanteld.
Haak, polderl.- en buitendijksl. in de Z.-Holl. gem. ’s Gravesande.
Haaks (de) zandbank in de Noordzee, voor het Marsdiep, waarschijn-
lijk een overblijfsel van nu weggeslagen kusten nabij het N.-Holl. dorp
Huisduinen. Blijkbaar was de bank eens met dicht bosch begroeid. On-
rust op de Haaks ligt zelfs bij gewone hooge vloeden boven het vlak
der zee.
H a ak sb e r g en , gem. in Overijssel, vroeger een afzonderlijk drostambt,
ingesloten door de gem. Lonneker, Hengelo, Ambt-Delden en Diepenheim
(Overijssel), Neede en Eibergen (Geld.), Vreden en Alstätte (Pruiss.
prov. Westphalen). Zij beslaat ruim 10,469 bund., wordt door de Regge,
onder de namen van Buurserbeek en Schipbeek, en door de Zoddebeek
en de Hegebeek doorsneden, en heeft een bodem, die meest door dilu-
visch zand, deels door hoogveen en een weinig beekklei is gevormd. Een
groot gedeelte der gem. is nog onontgonnen, doch de naaste omtrek der
dorpen en buurtschappen bevatten schoone akkerlauden en eenige weiden.
Landbouw, veefokkerij, veenderij, weverij, linnenbleekerij en houtskool-
branderij zijn er de voornaamste bronnen van bestaan. In 1811 had
Haaksbergen 3857, in 1822 4021, in 1840 4518, in 1874 4692 inw., in
laatstgenoemd jaa r onderscheiden in 3378 R.-Kath., 1272 Herv., 5 Doops-
gez. en 37 Isr. De gem. bevat de d. Haaksbergen en Buurse, benevens
de buurten Eppenzolder, Honesch, Holthuizen, Boekelo, Langelo, Bram-
melo en Stepelo.
Het d. Haaksbergen, aan de Schipbeek of Regge, bevatte in de dorps-
kom in 1860 1184, in 1870 1201, inw. De merkwaardigste gebouwen zijn
de R.-Kath en de Herv. kerk, de synagoge en de stoombleekerij en weverij.
Vroeger vond men te Haaksbergen en in den omtrek de Wakelvel-
derschans, het kasteel Blankenburg en de havezathen Spanbed, Sonderen
en Rauschenburg, thans allen gesloopt. De eerste melding van he t kers-
pel Haaksbergen geschiedt op het ja a r 1188, in de lijst van goederen van
Hendrik Graaf van Dalen en Heer van Diepenheim.
Haaksbergerveen, uitgestrekt heideveld ten zuiden van het d. Haaksbergen.
Haakswold, Haagswold, of Haaxwold, b. in de Drenthsche gem.
Ruinerwold, in 1870 met 178 inw. Het wetboek der oude heerl. Ruinen
werd naar deze buurt en het naburige Buddinge (thans Dijkhuizen), het