
Braakman of Brakmftn, zijarm van Cie Hont, of Wester-Schelde door
don watervloed van 22 Januari 1440 ontstaan, die de d. Huigersluis, Steekerk,
Hertingen, Peerboom, Moerkerk en st.*Janskapel verzwolg. Vroeger, toendeze
arm ook de Dullaert of het Woeste-Water werd geheeten, was hij veel uitgc-
strekter en deelde zieh bij de Vogelschor in twee armen, die de namen
van Axelsche-Gat en Sassche-Gat droegen. In den jongsten tijd is de
Braakman zeer opgeslijkt en daärdoor zijn verscheidene nieuwe polders
gewonnen, h e t laatst de in 1868 en 1869 bedijkte Yisartpolder.
Braam, of d e Braam, geh. in de Overijsselsche gem. Haaksbergen,
hestaande nit een kantoor van ink. rechten en eenige boerenwoningen.
Bra ambe rg , heuvel bij het Gron. d. de Horsten .(gem. Onstwedde).
B raamberg, heuvel in de Drenthsche gem. Zuidwolde.
B ra am b o sch , geh. in de N.-Brab. gem. Westerhoven.
B raamt, of B ra ampt, bunrt in de Geld. gem. Bergh, in 1840 met
292, in 1860 met 354 inw.
B r a a ssem e rm e e r , of B ra sem e rm e e r , meer in Z.-Holl., dat ruim
300 bund, groot, deels onder Rijnsaterwoude, deels onder Alkemade
behoort. Door de Oude-Wetering heeft het gemeenschap met de Ring-
vaart der Haarlemmermeer, gelijk door de Woud-Wetering en door de
Wijde-Aa en de voortzetting daarvan met den Rijn.
B r a b a n t, voorm. hertogdom tusschen Holland, Gelderland, Cleve,
Luik, Namen, Henegouwen, Ylaanderen en Zeeland. Het ontleent zijn
naam aan de gouw Bracbant, Bracbantia of Brabant, die in de 9de eeuw
de landen van Eename (of Eenham), Brussel, Leuven en Nivelles om •
vatte. In 1086 nam Graaf Hendrik van Leuven den titel van Graaf en
Voogd van Brabant aan, waarna diens broeder en opvolger, Godfried met
den Baard, door Keizer Hendrik IV in 1106 met de waardigheid van
Hertog van Neder-Lotharigen werd bekleed. Sedert noemden zijne op-
volgers zieh Hertogen van Brabant en Lotharigen.
De Vorsten uit het Huis van Leuven wonnen in 1288 het hertogdom
Limburg en bleven in het bezit van beide gewesten tot op J a n I I I
(de Yreedzame), die in 1355 overleed. Door het huwelijk van Johanna,
oudste dochter van genoemden Jan , kwamen Brabant en Limburg aan
het Huis van Luxemburg; doch Johanna stierf den 1 December 1406
zonder kinderen na te laten, waarop overeenkomstig haar uiterste wils-
beschikking, de Staten van Brabant Antonie van Bourgondie als Hertog
huldigden.
Nadat Hertog Antonie in den slag bij Azincourt (25 October 1415)
was gesneuveld, werd hij eerst opgevolgd door zijn zoon J a n IY en toen
deze in 1427 overleed, door zijn tweeden zoon Filips, die slechts drie
jaren het rocr van Staat omklemde. Toen deze den 4 Augustus 1430 te
Leuven was overleden, was Margaretha, oud-Gravin van Henegouwen,
de naaste erfgenaam tot den troon. Doch haar neef Filips de Goede, Hertog
van Bourgondie, Graaf van Ylaanderen en Namen, eischte de erfenis
als de oudste van zijn Huis. Het geschil werd voor de Staten van Brabant
gebracht, die voor den veelvermogenden invloed van den Hertog
wijkende, hem de rijke erfenis toewezen.
Brabant werd nu het middelpunt der Bourgondische macht, en toen
het Huis van Oostenrijk door het huwelijk van Aartshertog Maximi-
liaan met Maria van Bourgondie in 1477, de rijke Bourgondische erfenis
verwierf, werd Brabant’s tweede hoofdstad Brussel het middelpunt
voor het bewind der Zeventien-Nederlanden. Daar zetelden de Land-
voogdessen en Landvoogden die door Karel V en Filip s II over hunne
Bourgondische landen werden gesteld.
Gedurende den vrijheidskrijg der Nederlanders tegen de Spaansche
Köningen, verdreven de Staatschen de Castilianen uit het noorden van
Brabant en de Brabantsche Maaslanden, wakrdoor het geheele Kwartier
van ’s Hertogenbosch en een groot deel van het Kwartier van Antwerpen
nevens de stad Maastricht met de daarbij gelegen Brabantsche enclaves
aan de Republiek der Vereenigde-Nederlanden kwamen.
Het zuiderdeel van Brabant bleef een zelfstandig Hertogdom tot 1700
onder de Spaansche Koningen, en na 1713 onder het Huis van Oostenrijk.
Bij den vrede van Campo-Formio, op 6 October 1797, verklaarde
Keizer Franz afstand te doen van zijne rechten op dit gewest, dat reeds
in 1794 door de Franschen overweldigd was.
Oostenrijksch-Brabant was toen in de Departementen van-de-Dijle en
van-de-Beide-Nethen afgedeeld, terwijl Staatsch-Brabant, met uitzonde-
ring van Maastricht en omstreken die aan het Fransche Departement-
van-de-Neder-Maas waren afgestaan, een afzonderlijk departement werd
van de Bataafsche-Republiek.
Brabant, departement van de Bataafsche-Republiek, volgens de staats-
regeling van 1801. Het was saamgesteld uit het voorm. Staatsch-Brabant,
(zonder Maastricht en onderhoorigheden) en omringd door de departementen
Zeeland, Holland en Gelderland van de Bataafsche-Republiek en
door de Fransche Departementen van-de-Roer, van-de-Neder-Maas en
van de Beide-Nethen. Bij besluit van Hunne Hoogmogenden, de vertegen-
woordigers van het Bataafsch-Gemeenebest, van den 20 September 1805,
werden daaraan toegevoegd de op 5 Januari 1800 door de Franschen
aan de Bataven gecedeerde landen, t. w. Ravestein, Megen, Gemert,
Boxmeer, Oeffelt en Bokhoven.
Het departement bleef binnen deze grenzen, ook nadat de Bataafsche-
Kepubliek in een koninkrijk was veranderd, tot in 1807.
Brabant, departement van het Kon.-Holland, dat in 1807 werd samen-
gesteld uit het dept. Brabant van de Bataafsche-Republiek, met bijvoe-
gmg der zuidelijkste districten van Holland, namelijk de heerl. Klundert,
Zevenbergen, Hooge-en-Lage-Zwaluwe, Drimmelen-en-Standhaze, de dor-
pen van de Langestraat, de steden Geertrnidenberg en Heusden, en de
heerlijkheden van het Land-van-Heusden ten zuiden der Oude Maas,
• w. Oud-Heusden, Baardwijk, Drunen, Vlijmen, Herpt, Hedikhuizen,
Onzenoord en Engelen.