
L ied e rh o lth u is , klein d. of kerkbuurt in Overijssel, zijnde het mid-
delpunt der R.-Eath. parochie Heino.
L ie fk e n sh o e k , geh. in de N.-Brab. gem. Baarle-Nassau.
L ie g (de), pold. van 12 bnnd. in de N.-Holl. gem. Schagen.
L iem p d e , gem. in N.-Brab., ingesloten door Boxtel, st.-Oedenrode,
Best en Oirschot, en 1920 bund. groot. Zij wordt door den Dommel
van het oosten naar het westen doorkronkeld. Längs deze rivier vindt
men eenige beekklei, doch overigens bestaat de grond uit diluvisch zand.
In 1822 had de gem. 1064, in 1840 1319, in 1875 1382 inw. Bij de
telling voor 1870 vond men er geene dan R.-Eath. inw. De gem. bevat
het d. Liempde, benevens de buurten Vrilkhoven, Casteren, Berg en
Hezelaar. De meeste inw. bestaan van den landbouw, eenigen ook van
klompenmaken.
Het d. Liempde, in het Loeeind en de Eoestraat afgedeeld, bevatte in
1840 451 inw., t.w . 268 in het Loeeind en 183 in de Eoestraat. Het had
in de 15de eenw slechts eene kapel. De onde parochiekerk, die sinds den
Münsterschen vrede to t 1809 aan de Herv. behoorde, is in 1827 afge-
broken. De toren is echter behouden gebleven en versiert de tegenw.
R.-Kath. kerk.
L ien d en , gem. in Gelderl., tnsschen de Geld, gemeenten Maurik,
Tiel, Echteid, IJzendoorn en Eesteren, en de Utr. gemeenten Amerongen
en Rhenen. Zij is saamgesteld u it de heerlijkheden Lienden, Ommeren, Ingen
en ter Leede, benevens de Marsch, is 3954 bund. groot en wordt door de
Lek en de Linge bespoeld. De grond, een deel der Neder-Betuwe, is
een vette klei. In 1822 had zij 2054, in 1840 3042, in 1874 3926 inw.
Ten jare 1872 onderscheidde men deze bev. in 3840 Ned.-Herv., 1 W.-
Herv., 34 Chr.-Geref., 10 Ev.-Luth., 1 Doopsgez., 80 R .-E a th . en 18 Isr.
Zij bestaan meest van den landbouw. De gem. bevat de d. Lienden,
Ingen en Ommeren, de buurten Aalst, Meerten en de Marsch.
Het d. Lienden, in 1840 met 829, in 1872 met 1002 inw., is van hooge
oudheid, daar het o. a. in eene oorkonde van den 3 Augustus 970
wordt genoemd. Het draagt daarin den naam van Liendna. Lienden was
vervolgens ter helfte een leen van de abdij te Elten, ter helfte van de
abdij st.-Paulus te Utrecht. Den 25 April 1327 verkreeg Graaf Reinald I I
van Gelder het laatstgen. gedeelte in pacht, waardoor tot de aanhechting
van Lienden bij Gelderland de weg werd gebaand. De Herv. kerk is
een groot, schoon gebouw. Het Huis te Lienden, ook de toren van As-
premont genaamd, was in de 14de eeuw een ontzaggelijke sterkte, waar-
u it niet zelden strooptochten naar Utrecht werden ondernomen. D itd e e d
Bisschop Frederik van Sierck, met Hollandsche hulptroepen het beleg
om dit slot slaan, dat eindelijk den belegerden in handen viel. Men
weet niet meer de piek aan te wijzen, waar het gestaan heeft.
L ien d en , L e en d e , L ijn d e , of L e en d e , b. in de Geld. gem. Eist,
in 1840 met 337, in 1872 met 270 inw.
L ien d en , b. in de Geld. gem. Batenburg, zoowel in 1840 als in 1870
met 91 inw.
L ien d en s ch e - of K o stv e r lo r en -IJ ite rw a a rd , uiterw. in de Geld,
gem. Lienden, 85 bund. groot.
L ien d e r t, geh. in de Utr. gem. Hoogland.
L ie r (de), gem. in Z.-Holl., tusschen Naaldwijk, Hof-van-Delft,
Schipluiden en Maasland, hebbende eene oppervlakte van ruim 686 bund.
Als mairie van het Departement der Monden-van-de-Maas, was de gem.
grooter, want destijds was daartoe gebracht het oostelijk deel van het d. de
Lier, dat vroeger tot Maasland behoorde, alsmede het Dorp-Ambacht.
Daardoor beliep de bevolking in 1811 931 zielen, a ls 543 voor de Lier, 300
voor het Maaslandsche d e e l v a n de L i e r en 88 voor Dorp-Ambacht. In 1822
had het binnen zijne vroegere grenzen teruggebrachte de Lier 599, in
1840 774, in 1874 975 inw. Bij de telling voor 1870 onderscheidde men
er 625 Herv., 208 Chr.-Geref. en 59 R.-Kath. Zij bestaan meest van vee-
teelt en zuivelbereiding en voorts van landbouw, bestaande de grond in
het westen uit alluvisch zand, in het oosten u it klei. De gem. bevat
thans het westelijk deel van het d. de Lier, benevens de buurten Wes-
terlee en Oostbuurt.
Het d. de Lier ligt deels op Lierschen, deels op Maaslandschen grond,
teilende het eerstgenoemde deel in 1840 454 inw. Sedert jaren zijn bij
de regering plannen aanhangig om het Maaslandsche deel met de bur-
gerl. gem. de Lier te hereenigen. De Herv. kerk, die in het westelijk ged.
van het d. Staat, heeft een hoogen, zwaren toren, die echter voor dat de
bliksem daarin sloeg (3 Ju li 1572), veel hooger is geweest. E r is
ook een Chr.-Geref. kerk. Vroeger stond aan de Lier het kasteel
Boekestein, dat blijkens de grondslagen zeer uitgebreid moet geweest
zijn. Ook het Hof te L ie r was eens een ridderlijk slot.
L ie r en , b. in de Geld. gem. Apeldoorn, in 1840 met 202, in 1872
met 484 inw.
L ie r op , gem. in N.-Brab., omringd door Helmond, Bakel c. a., Vlier-
den, Asten, Someren, Soerendonk, Heeze en Mierlo. Zij beslaat 2307
bund., heeft een diluvischen zandgrond en wordt in het oosten door de
Aa bezoomd. Ook zijn er vele poelen. In 1822 had deze gem. 855, in
1840 934, in 1875 896 inw. Bij de telling voor 1870 vond men er geene
dan R.-Kath. ingezetenen. Zij bestaan meest allen van den landbouw.
De gem. bevat het d. Lierop, de buurten Hersel, Achterbroek en Winkel-
straat, benevens de geh. Berkeindje, Stipdonk, Moorsei, Boomen, Broek-
kant, Graanstraat en Oosterdijk.
Het d. Lierop heeft eene R.-Eath. kerk, zijnde de par. in 1568 opge-
richt. Voor dien tijd was er eene kapel. H e t d. telde binnen de kom in
1840 288, in 1870 244 inw.
L ie r sw ijk , of v a n L ie r sw ijk , wijk der Drenthsche gem. Smilde.
L ie s, fraaie b. in de N.-Brab. gem. Princenhage, in 1840 met 153 inw.