
haar 1 tegenwoordige uitgestrektheid eerst in 1855 door de inlijving van
Hoogmade verkregen. Zij beslaat nu 2483 bund. Oorspronkelijk waren
al de landen van Woubrugge en Hoogmade laag veen, doch nadat een
deel daarvan door het uitvenen in plassen was verkeerd, en deze weder
zijn drooggemalen, heeft men er ook (t. w. in het midden en oosten)
kleigronden. In 1822 had Woubrugge 1209, in 1840 1360 inw., het
toen nog zelfstandige Hoogmade niet medegerekend. Daarmede vond
men er in 1860 1738, in 1876 2007 inw. Bij de telling voor 1S70 was
de bevolking onderscheiden in : 1107 Herv., 22 Chr.-Geref., 7 Doopsgez.,
749 B.-Kath., 9 Isr. en 7 ongenoemden. De meesten bestaan van veo-
teelt, zuivelbereiding en landbouw. De gem. bevat de d. Woubrugge en
Hoogmade, de b. het Lageland en Groenewoud, benevens de geh. Of-
wegen en de Zwet of Woudschendijk
Het d. Woubrugge ligt ter wederzijde van de Woudwetering, waarover
te dezer plaatse, sedert weinige jaren, eene ophaalbrug voert. Men telde
er in 1870 binnen de kom 583 inw. De huizen liggen veelal op door water
omringde erven, niet veel, doch laag geboomte. Zwaar hout is er daaren-
tegen schaars. De Herv. kerk Staat aan de westzijde, ter plaatse waar de
nieuwe grindweg laDgs Ofwegen naar Hoogmade een begin neemt, tegen-
over -de ophaalbrug. E r is een drukke doorvaart van schepen.. In eene
oorkonde van 1252 heet de plaats Woutbroeke.
W ou d , d. in de gem. Hof-van-Delft, met eene Herv. kerk. Het wordt
vaak het Rijke-Woud genoemd, sedert Aem van der Burgh, die met zijne
twaalf zonen Eloris V te gemoet reed, op ’s Graven uitnoodiging om een
gunst te verzoeken, ten bescbeid gaf: „vergun, heer graaf, dat wij onzen
eigen pastoor mögen kiezen.” Vroeger vormde het eene zelfst. gem., die
in 1820 53, in 1840 120 inw. telde. In 1853 is deze gem. bij Hof-van-
Delft ingelijfd. De eerste keer dat de naam in oorkonden wordt aan-
getroffen, luidt deze Wold (1200).
W o u d , of N o o rd -W im m en um (het), fraai-gelegen b. in de N.-
Holl. gem. Bergen, oudtijds met eene kapel, die later tot eene school is
ingericht. Het Woud had in 1840 91, in 1870 96 inw.
W ou d ak k e r s, geh. onder het d. Oudemirdum in de Eriesche gem.
Gaasterland.
W ou d b u r en , geh. onder het d. Gaastmeer in de Eriesche gem.
Wymbritseradeel, in 1840 met 41 inw.
W o u d e , pold. van 46 bund. in de Z.-Holl. gem. Ridderkerk.
W ou d en b e rg , gem. in Utr., ingesloten door de gem. Leusden, Zeist,
Maarn, Leersum, Amerongen, Renswoude, Scherpenzeel en Barneveld, van
welken de beide laatsten tot Geld, behooren. Hare grootte beloopt
3795 bund., bestaande de grond uit diluvisch zand. In het westen
der gem. verheft zieh dit zand tot meer dan 60 meter boven A. P.
Op het verhevenste punt Staat de Pirámide van Austerlitz. In 1811
vond men er 1567, in 1822 1657, in 1840 1927, in 1876 2282 inw., in
laatstgen. ja a r onderscheiden in : 2201 Herv., 8 Chr.-Geref., 4 Herst.-
Lnth., 2 Episc., 54 R.-Kath. en 13 Isr. Zij bestaan meest van den landbouw,
van veeteelt, het wolkammen, enz. De gem. is uit de heerl. Woudenberg
en Gerestein saamgesteld en bevat het d. Woudenberg, een deel
van het d. Scherpenzeel, benevens het huis en de b. Gerestein.
Het d. Woudenberg ligt ter plaatse waar de groote wegen zieh vereenigen,
die van Utrecht en Amersfoort over Ede naar Arnhem loopen. Het is
eene bevallige plaats, heeft eene Herv. kerk en telde in 1870 binnen
dp kom 530 inw. Het huis te Woudenberg is in 1352 door Bisschop
Ja n van Arkel verwoest. In 1427 en 1543 werd het d. door de Gelderschen
geplunderd en gebrandschat. De oudste oorkonde die van Woudenberg
spreekt, is van 1299.
W ou d -H a rn a seh , streek onder het d. Woud in de Z.-Holl. gem.
Hof van Delft.
W o u d h u is , of W o lth u is, b. in de Geld. gem. Apeldoorn, in 1840
met 115, in 1872 met 388 inw.
W ou dm e e r , drooggem. meer in de N.-Holl. gem. Haringcarspel, in
1634 bedijkt en 213 bund. groot.
W ou d p o ld e r , of W ou d seh ep o ld a r , pold. van 419 bund. in de
Z.-Holl. gem. Hof-van-Delft.
W o u d r ieh em , kerk. ring van de klasse van Heusden der Ned.-Herv.
Kerk. Zij bevat de 7 gem.: Woudriehem, Almkerk-en-Emmikhoven, Op-en-
Neer-Andel, Giessen-en-Rijswijk, Sleeuwijk, Uitwijk-en-Waardhuizen, Wer-
kendam-en-de Werken.
W o u d r ieh em , stad in de N.-Brab. gem. Woudrichem-en-Oudendijk.
Zij ligt op den linkeroever van den Maas, welke rivier zieh hier in de
Waal stört en daarmede vereenigd de Merwede vormt. Loevenstein en Go-
rinchem liggen in de onmiddellijke nabuurschap, op de tegenoverliggende
oevers van de Maas en de Merwede.
Woudriehem is zeer oud. Yolgens oude berichten zou er reeds op het
einde der 7de eeuw eene kerk gesticht zijn. De oudst-bewaarde oorkonde
die van Woudriehem spreekt, is van 1178. Woudriehem werd de hoofd-
plaats vau het Lánd van Altena en verwierf van hare Heeren stedelijke
rechten, die den 4 Maart 1466, den 8 December 1468, in 1476 en 1477
bevestigd zijn.
Andere historische herinneringen zijn : de parlamenten of onderhande-
lingen, die den slag van Worringen voorafgingen (5 Ju n i 1288); het
verbond tusschen nertog Willem van Beijeren en Hertog Reinier van
Gelder, den 3 November 1348; de verrassing en plundering door de
Utrechtenaren, in 1405; de vrede tusschen J a n IV van Brabant en Jan
van Beijeren, Bisschop van Luik, in 1418; de verrassing door de Gelderschen
en de gevangenneming van den Graaf van Horn, in 1521; de
verovering door de Spanjaarden onder Chiappin Vitelli, in 1574; het
aankoopen van Woudriehem door de Staten van Holland van Vrouwe
Walburg van Neuenahr, weduwe van Eilips van Montmorency, in 1590;