
Lo eng a , L o in g a , of L o y en g a , b. met dorpsrechten in de Friesche
gem. Wymbntseradeel, aan den pninweg van Bauwerd naar Sneek. Het
had met het geh. Pasveer in 1811 86, in 1840 90, in 1875 122 inw. De
kerk is reeds voor vele jaren gesloopt, maar men vindt er een kerkklok,
hangende in honten gebindten.
L o eswjjk, b. in de N.-Brab. gem. Mierlo, in 1840 met 173 inw.
L o o t (de), wijk van het N.-Holl. steedje Schagen.
Xioete, geh. in de Z.-Holl. gem. Hazerswoude. -
L o e te (de), plas of meertje in de Z.-Holl. landstreek Krimpenerwaard.
Loeterdjjk, pold. van ruim 4 bund, in de N.-Holl. gem. Schagen.
L o e v en ste in , of L o e v e ste in , vesting en kast. in de Geld. gem. Pou-
deroijen, slechts 600 el gelegen van de meest westelijke landpunt van den
Bommelerwaard, waar de Waal en de Maas ineenstroomen. Men kent den
oorsprong van Loevenstein niet. Eenige ondheidkundigen vermoeden dat de
piek eens aan het land op den noorderoever van de rivier was gehecht,
waar een adell. geslacht uit de buurt tusschen Herwijnen en Asperen
een kasteel stichtte, dat waarschijnlijk naar de heerl. Leuven of Loeven den
naam van Loevenstein ontving. Een ander gevoelen leidt den naam af van het
geslacht Leuven of Loven, welken aan dit kasteel zou gegeven, zijn ter eere
van Vrouw Johanna van Leuven, de gade den Heer Gerard van Altena
Loevenstein behoorde oudtijds aan Holland, en Hertog Filips van Bourgondie
beloofde, den 11 Nov. 1425, den burgers van Dordrecht, dat het nooit van Holland
gescheiden zou worden. Het heeftverseheidenebelegeringen ondergaan.
In 1397 werd het gewonnen door Graaf Willem van Ostrevant, op den aanhan
van de Gelderschen Bidder Bruysten, die, door Hertog A lbrecht tot slotvoogd
en schatmeester aangesteld, weigerde om verantwoording van zijn beheer afte
leggen. In 1570 werd het door Herman de Buiter ingenomen en tot zijn
dood tegen de Spanjaarden verdedigd. De Staatschen heroverden het
weder den 27 Ju n i 1572. Pogingen der Spanjaarden in 1574, 1589 en
van de Franschen in 1672 om Loevenstein te veroveren, mislukten. Den
19 Jannari 1795 werd de sterkte door het leger der Fransche Bepu-
bliek, en den 15 December 1813 door de geallieerden bezet. Loevenstein
heeft vele malen tot eene staatsgevangenis verstrekt. Gravin
Jacoba deed er in 1417 Otto van Schonauwen en andere aanhangers van
Willem van Arkel opsluiten. Hertog Filips van Bourgondie liet er den
president Gozewijn de Wilde kerkeren en onthoofden (in of omstreeks
1447). De gevangenis van Hugo de Groot, Van 5 Juni 1619 tot 22 Maart
1621, herinnert aan de edele huwelijksliefdC van Maria van Beigersbergh
en de trouw van Willem van der Velde en Elsje van Houwening. Gelijk-
tijdig met de Groot was Hoogerbeets op Loevenstein gekerkerd, doch hij
bleef er tot 1626. Tusschen 1621 en 1631 strekte het slot mede tot gevangenis
van verscheidene Bemonstrantsche predikanten, in 1650 van J a cob
de Witt en andere Hollandsche staatslieden, in 1666 van den Engelschen
Admiraal George Ascue, van 1675 tot 1679 van Abraham van W icquefort
van 1693 tot 1696 en 1697 van den Dordrechtschen burgemeester Simon
van Halewijn en den Franschen schrijver du Plessis, van 1748 tot
1770 yan Pieter de la Bocque (gewezen bevelhebber van Hulst), van 1793
tot 1795 van den Graaf van Bijland (tijdelijk bevelhebber van Breda), van
1809 tot 1813 van eenige Spaansche, Bussische en Engelsche krijgsge-
vangenen, in 1831 van eenige krijgsgevangen Beigen.
Loevenstein is nog altoos een belangrijk punt voor onze verdediging.
Binnen de vestingwerken, die ruim 14 bund. beslaan, liggen verscheidene
militaire en andere gebouwen. Voor het uitoefenen van den Herv. gods-
dienst is een vertrek ingericht.
In 1840 had het 70, in 1872 25 bew.
Loevenstein heeft voortdurend to t 1798 tot Holland behoord, in welk
jaar het tot het Departement-van-den-Dommel werd gebracht. In 1801
werd het weder aan Holland toegevoegd, maakte van 1807 to t 1810, een
deel uit van het Departement Maasland en sedert van het Departement
der Monden-van-den-Bijn. Het keerde nogmaals bij de grondwet van
29 Maart 1814 aan Holland terug, doch werd door het koninklijk besluit
van den 20 Ju li 1814 aan Gelderland toegevoegd.
Lohn, Loen, Lon, of L o on, voorm. graafschap aan de Berkel,
Slinge en Aaltensche-Beek. Het bevatte in he t tegenw. Pruisisch rege-
ringsdistrict Münster o. a. Südlohn Stadtlohn, in het Nederl. arr. Zutphen:
Bredevoort, Aalten, Winterswijk, Dinxperlo, Varsseveld, Hengelo, Zelhem,
Groenlo, Eibergen, Neede en Geesteren. Herman, Graaf van L ohn (Loen),
droeg den 2 Augustus 1246 zijn huis te Bredevoort aan Otto I I, Graaf
van Gelder, op en ontving het van deze weder ter leen, benevens de vier
kerspelen: Eibergen, Neede, Groenlo en Geesteren. Over eene verdeeling
van Lohn zijn in 1324 en 1326 verdragen gesloten tusschen den Bisschop
van Münster en den Graaf van Gelder.
L o g t (de), geh. in de N.-Brab. gem. Oisterwijk, in 1870 met 30 inw.
L o g t (de), geh. in de N.-Brab. gem. Veldhoven.
L o ijv e of L o -T v e (de), voorm.' stroom in Zeeland, tusschen Hein«
kenszand en Borssele.
L o il, of L o o l, b. in de Geld. gem. Didam, in 1840 met 680, in
1872 met 652 inw.
L ok (het), geh. in de Drenthsche gem. Havelte.
L ok h o r st, b. in de Utr. gem. Kockengen, in 1840 met 96 inw.
L ok h o r st, of O u d -T e ilin g en , voorm. landgoed in de Z.-Holl. gem.
Warmond, eens de woonstede van den staatsman Hieronymus van Bever-
ningk. Het is in het begin der 19de eeuw gesloopt.
L o k k e rg o r s, polderl. ter grootte van 96 bund. in de N.-Brab. gem.
Klundert.
L ok k e r sp o ld e r -d e -K e te l-en -d e -P la ten , pold. van 151 bund. in
de N.-Brab. gem. Klundert.