
I
de dappere Stadkouder haar met zeven boiwerken versterkte. Hare ver-
overing in 1672 en 1794 door de Fransehen werd als een geyoelig verlies
aangcmerkt.
In 1746 is een kanaal uit de Dieze door dit fort geleid, welk kanaal
van 1858 tot 1861, toen de mond der Dieze werd afgesloten, met groote
kosten werd verbeterd en tot den gewonen waterweg van en naar ’s Her-
togenbosch ingericht.
Cromstrijen, heerl. in Z.-Holl., op den Hoekschen-Waard, bevat-
tende de polders Groot-Cromstrijen, Klein-Cromstrijen, Nieuw-Cromstrijen
en Numanspolder, en daarin de d. Numansdorp en Klaaswaal. Zij heeft
eene oppervlakte van 3193 bund. De heerl. is ontstaan door de gifl
van den Koomsch-Koning Maximiliäan, op den 16 Ju n i 1492, San zija
eersten Becretaris Gerrit Nnman.
C romvoirt, gem. in N.-Brab ., ingesloten door de gemeenten ’s-Her- I
togenbosch, Vueht, Helvoirt, Vlijmen en Engelen, hebbende 1421 bund. ■
oppervlakte. Met nitzondering van de noordelijke kleigronden, bestaan
de landen dezer gemeente uit diluvisch zand, deels heide, deels koren-
akkers en weiden. In 1822 had deze gem. 432, in 1840 463, in 1872
465 inw. Alle ingezetenen belijden den B.-Kath. godsdienst. Behalve het
d. Cromvoirt, bevat de gem. de geh. Groot-Deuteren en Klein-Denteren.
Het d. Cromvoirt ligt 1 uur ten zuid-westen v a n , ’s-Hertogenbosdh j
Het had in 1840 in de kom 393, in 1860 411 inw. De grensscheidingnaar
de zij de van Vlijmen en Engelen - welke dorpen sinds de 14de eeuw tot
Holland behoorden - werd bepaald door Hertog Wenceslaus en Hertogm
Johanna den 27 September 1356, en de gesehillen, daarover ontstaan,
door vijf scheidsmannen beslist op IS October 1372. In 1505 werd rom-
voirt door Hertog Eilips verpand, doch reeds na weinige jaren loste e
stad ’s Hertogenbosch dit pandschap af. De oude dorpskerk, die se ei
den Münsterschen vrede aan de H e r v o r m d e n was afgestaan, stortte op
het einde der vorige eeuw in. De stichting der tegenwoordige B.-Katt.
kerk dagteekent van 1717.
Croy, kasteel in de N.-Brab. gem. Stiphout, aan de Mierle. Het be
hoorde vodr 1643 tot de gem. Aarle, en is o. a. bezeten door de ges ac ■
ten Dekker, de Mello, van Elen en van der Brugghen.
C r u b e k e - e n -G r a sp o ld e r , pold. van mim 23 bund. in deZeeuwsche
gem. Zuidzande, in 1506 bedijkt.
Cruis, of H o o g -Cruts, buurt in de Limb, gemeenten Noorbeek en
Slenaken! die haar naam en oorsprong ontleent aan een Kruisheeren-
klooster, dat op 1 einde der 18de eeuw werd opgeheven. Het gedee^
onder Noorbeek telde in 1840 82, in 1860 93 inw. In het ged. onde
Slenaken woonden in 1840 33, in 1860 35 ingezetenen.
C r u y sk e r k e , een der 34 verdronken en sedert niet herbouwde pT
pen van den Grooten-Zuid-Hollandsehen-Waard. Met 71 andere doip
werd het den 18 November 1421 door het water overstelpt.
Cubaard, Kubaard, of K o eba a rd, klein d., met eene Hcrv. kerk,
in de Friesche gem. Hennaarderadeel. Het telde in 1811 met de onder-
boorige buurten Barkwerd en Terburg 250, in 1840 328, in 187.2 462 inw,
C u b a a rd o r -v a a r t, vaart, die uit de Bolsward-Leeuwarder-trekvaart
längs Cubaard naar den Slagtedijk loopt.
Culemborg, C u len b o rg of K u ilen b u r g , voormalige heerlijkheid
en vervolgens graafschap aan de Lek, tusschen Gelderland, Holland en
Utrecht, bevattende de stad Culemborg, de dorpen Zijderveld en Ever-
dingen en de buurten Goilberdingen en Bedichem, benevens de landen,
tot aan het voorm. ambt van Beest-en-Bhenoy.
De eerste Heeren van Culemborg, die de geschiedenis kent, stamden
af uit het huis van Beusichem of Bosinchem, Hubert van Beusichem,
die op het einde der 13de eeuw in de geschiedenis wordt genoemd, be-
vrijdde in 1281 den grond, waarop zijn slot Culemborg was gebouwd,
van den leenplicht, waardoor het tot dien tijd aan de proostdij van st.-
Salvator te Utrecht was verbonden. Zijne opvolgers en opvolgsters waren:
zijn zoon J a n I, van Beusichem, die door huwelijk de heerlijkheid
Maurik verwierf; Hubert II, van Beusichem, die de heerl. Werth in
Münsterland behuwelijkte en door aankoop zijne goederen met Schalk-
wijk, Everdingen, Goilberdingen, Honswijk en Zijderveld vergrootte; Jan
van Culemborg, die, de heerlijkheid van 1347 tot 1377 bezat; Gérard I,
. die in 1394 overleed; Hubert III, die Over-Zijderveld aankocht; J a n II,
, die van 1422 tot 1452 zijn land beheerde; Gérard II, die de heer-
lijkheden Lienden, Leede, Oudewaard enz. door koop bekwam; Jasper,
i die in 1480 zijn vader opvolgde; en Elisabeth, de laatste spruit. van het
, oude Culemborgsehe Huis, die van 1506 tot 1555 dit gebied als Vrouwe
bestuurde,
Toen Floris van Palland in laatstgenoemd jaa r zijne aangehuwde tante
b Elisabeth opvolgde, werd de heerlijkheid Culemborg door Keizer Karel V
; tot een graafschap verheven, dat in 1598 door erfenis aan Floris II
I (van Palland) kwam.
Bij den dood van dezen Floris I I (in 1639) kwam Culemborg aan het
i geslacht van Waldeck, waaruit achtereenvolgens over dit graafschap re-
f geerden: Filips Theodor, tot 1645; Heinrich Wolrad, tot 1664; George
i Triedrich, tot 1692; en Luise Anna, tot 1714.
Na den dood der kinderlooze Luise Anna kwam Culemborg aan
j Ernst Friedrich, Hertog van Saksen-Hildburghausen, die het graafschap
|. in 1720 aan de Staten van het Kwartier-van-Nijmegen verkocht.
Aan deze Staten bleef de heerschappij tot 1748, toen zij die opdroegen
aan Willem IV, Prins van Oranje-Nassau, Erfstadhouder der Vereenigde-
Nederlanden, in wiens Huis zij tot op de omwenteling van Januari
1795 bleef.
Culemborg inaakte tot 1795 een onafhankelijk gebied uit. De Graaf,
alleen door den leenband over eenige domeinen aan het hertogdom Gelder
gehecht, gelijk wegens anderen aan het graafschap Holland, oefende
al de rechten van soevereiniteit uit. De Staten van Gelderland beweerden