
ten Manrik en Beusichem in Geld., met eene oppervlakte van 2015 bund.
De landerijen zijn met rivierklei overdekt en worden door den Bijn, de
Lek en den Krommen-Rijn doorsneden of bezoomd. Eene afsnijding van
den Rÿn, bÿ de niterwaard den Roodvoet, werd van 1868 tot 1874 tot
stand gebracht.
Wyk-bg-Duurstede had in 1796 1480, in 1811 1839, in 1822 1939, in
1830 2181, in 1840 2628, in 1850 2569, in 1860 2754, in 1870 2981, in
1876 2934 inw., in laatstgen. ja a r onderscheiden in: 1495 R.-Kath., 3
Oud-R., 1381 Ned.-Herv., 1 W.-Herv., 11 Luth., 8 Rem., 2 Doopsg. en 33 Isr.
De voorn. bronnen van bestaan zijn land- en ooftbouw, verder veeteelt,
winkelnering en ambachts-nijverheid.
De gem. bevat de stad Wijk-bij-Duurstede en hare „vrijheid” .
De stad Wijk-bij-Duurstede ligt ter plaatse waar de Lek uit den Rijn
voortkomt, en aan het begin van den Krommen-Rijn, in eene bevalfige,
vruchtbare landstreek. Zij is van hoogen ouderdom : want van Doresta-
dum wordt in de bescheiden der 7de en 8ste eeuw als eene beroemde
koopstad en mnntplaats melding gemaakt. Bij de rijksverdeeling in 839
werd Dorestad afzonderlijk vermeld als behoorende tot het aandeel van
Lotharius. Volgens de Fränkische jaarboeken werd deze plaats in 850
door Koning Lotharius aan den Noorman Roruk ofRorichinleengegeven.
Door de herhaalde plunderingen der Noormannen in de 9de, lOde en
het begin der I ld e eeuw en door de verheffing van Utrecht, de hoofd-
plaats van het Sticht, tot het middelpunt van kerkelijk leven, handel en
verkeer der omliggende streken is Dorestadum’s luister te gronde gegaan.
Wijk heeft daaraan niets dan de herinnering bewaard.
Wijk-bij-Duurstede heeft dus geenszins dat voorkomen van oudheid, het-
welk- haar vroege oorsprong zou doen vermoeden. Het hoofdgedeelte der
stad, inzonderheid de ruime Markt, mag fraai genoemd worden. Men
telde er in 1870 479 bewoonde en onbewoonde huizen. De bevolking
beliep toen 2342 zielen.
Het merkwaardigste gebouw van Wijk-bij-Duurstede is de Herv. kerk,
die met een zwaren, doch onvoltooiden toren prijkt. De kerk is in denByzan-
tijnschen stijl, doch de toren naar de Gothische orde opgetrokken. De
overige merkwaardige gebouwen zijn het Raadhuis, de R.-Kath. kerk, de
Synagoge en het Gasthuis.
Het kasteel Duurstede, de residentie van verscheidene Utrechtsche bisschoppen,
Staat aan de westzijde der stad, op een eilandje, te midden
van eene bevallige wandelplaats. Ben der torens wordt ter herinnering aan
den ouden luister onderhouden. Overigens ziet men van de voorm. sterkte
nog slechts bouwvallen, muurbrokken en grondslagen.
Tot de historische herinneringen der stad behooren: de aanvallen en
plunderingen door de Noormannen in of omstreeks 834,837,847, 850, 863 en
1006 ; de verheffing van het dorp Wijk tot eene stad door Gijsbert van
Gaasbeek, met toestemming van Bisschop Willem van Mechelen, in
1300; de verheffing van Wijk als Geldersch leen ten Zutphensche rechte
door Willem van Abcoude, den 28 September 1402; de overdracht der
heerl. Wyk door Jacob van Gaasbeek aan Bissohop Rudolf van Diepholt,
in 1437 ; de omwalling van Wÿk door genoemden Bisschop, in
1442; het afsterven van David van Bourgondië, in 1496; de dood van
Bisschop Filips van Bourgondië, in 1524; de bezetting door de Fran-
schen, van Ju li 1672 tot November 1673; de invoering van een nieuw
regeerings-reglement, den 20 Maart 1786; de overgave der stad aan den
kolonel von Quadt, den 6 Ju li 1787 ; de opdelvingen van belangrijke
Germaansche en Romeinsche oudheden in den winter van 1841 op 1842.
Wijk-en-Aalburg, gem. in N.-Brab., ingesloten door de gemeenten
Andel, Meeuwen en Heesbeen, die mede tot N.-Brab. behooren, en door
Neder-Hemert, dat een deel van Geld, uitmaakt. Deze gem., die in het oosten
en door de Maas fen door een ouden arm van deze rivier wordt bespoeld,
heeft eene oppervlakte door rivierklei gevormd en beslaat 1322 bund. In 1822
had zij 1306, in 1840 1730, in 1876 1918 inw. Bij de telling voor 1870
vond men e r: 1737 Herv., 349 Chr.-Geref., 14 R.-Kath. en 22 Isr. De
bev. bestaat meest van de veeteelt, inzonderheid van de paardenfokkerij,
van land- en ooftbouw. Zij bevat de beide d. Wijk en Aalburg, benevens
een deel van het geh. Biesheuvel.
Wijkerbroek, pold. van 235 bund. in de N.-Holl. gem. Wÿk-aan-
Zee-en-Duin.
Wijkermeer, drooggemaakte pías, de westelijke uithoek van het I J
in N.-Holl. Oudtijds was dit water veel grooter dan in het midden der
19de eeuw en door de Kil, den Ham en Krommen-IJe, met het Alk-
maarder- of Lange-Meer verbonden. Voortdurend opgeslijkt, werd het
vooral in de 17de en 18de eeuw binnen enger oevers beperkt, ofschoon
het soms, bÿ hevige opzwellingen, de dijken, die het bezoomden, met
verwoesting bedreigde en veel schade aan de landen toebracht. Vooral
was dit het geval den 25 December 1717. Sedert den aanleg van het
Kanaal door Holland op zijn Smalst is het, met uitzondering van de
stroombaan van het Noordzee-Kanaal, drooggemaakt en in 1874 onder
de gem. Assendelft, Beverwijk, Velsen en Spaarndam, verdeeld.
Wijkertuinen, of de T u in e n , b. in de N.-Holl. gem. Wijk-aan-
Zee-en-Duin, een gedeelte van Wgk-aan-Duin uitmakende. Men telde er
in 1840 197, in 1870 438 inw.
Wijkerveld, läge, vruchtbare streek in Limb., in den naasten omtrek
der stad Maastricht, op den oostelgken oever der Maas, ongeveer 676
bund., bevattende. Wanneer de waterstand van de Maas 47 meter boven
A. P . is, wordt dit veld overstroomd.
Wijkerwaardsche-polders, uiterwaarden in de Utr. gem. Wijk bij
Duurstede, door het nieuwe bed van den Rgn bij den Roodvoet doorsneden
en ongeveer 278 bund. groot.
Wjjksche-Waard, uiterw. ter grootte van 61 bund. in de N.-Brab.
gem. Wgk-en-Aalburg.
Wjjlre, of Wylré, gem. in Limburg, hebbende eene zeer onregel