
inw. In 1870 onderscheidde men de bevolking ¡n 3745 R.-Kath. en 228
Ned.-Herv. De gem. bevat de d. Dongen en Hoogenham, waarvan het
eerste de H e rv ., het tweede de R.-Kath. kerk bevat, de bunrten Don-
gensche-Vaart, Klein-Dongen, Lagenham, Bergen, Breestraat, Eind of
Moerstraat, Heuvel. Laagstraat en Groenstraat, benevens de geh. Haander-
hoef en Biezen.
Het d. Dongen bevatte in 1840 371, in 1860 402 inw. De oudst
bekende oorkonde, waarin dit d. wordt genoemd,is van 30November 1328.
D o n g en d ijk s ch e -F o ld e r , pold. van 162J bund. in de N.-Brab.
gem. Oosterhout.
D on g en sch e -V a a r t, buurt in de N.-Brab. gem. Dongen, aan beide
zjjden eener vaart, die door den noord-wester nithoek der gem. Dongen
tot aan de grenzen van ’s Gravenmoer is gedolven, en waarvan de voortzet-
ting den naam draagt van ’s Gravenmoersche-Vaart. De buurt telde in
1840 583, in 1860 664 inw.
D o n g ew ijk , geh. in de N.-Brab. gem. Tilburg.
D o n g e r a d e e len , 2 gemeenten in Friesland, die door de Peazens van
elkander gescheiden, de namen dragen van Oost-Dongeradeel en West-
Dongeradeel.
D on gh o rn , geh. in de Gron. gemeenten Groningen en Hoogkerk,
aan den weg van Groningen naar Aduard.
D on g jum , d. in de Eriesche gem. Franekeradeel, in 1811 met 157,
in 1840 met 200, in 1860 met 272, in 1872 met 265 inw. De ingezete-
n en,' die bijna alien den Herv. godsdienst belijden, hebben eene kerk,
die het praalgraf bevat van den in 1731 op zijne state Goslinga over-
leden Staatsman Sicco van Goslinga. Deze state is sedert gesloopt,
evon ais de overige adellijke verblijven, die vroeger te Dongjum
stonden, t. w. Aylufsisma, Erittema, Heringa, Lionaudstra en Roedersma.
Verschillende groote terpen alhier bewijzen dat het dorp reeds vroeg is
bewoond geweest.
D on g jum e rm e e r , of D on jum e rm e e r , drooggem. meer van 180
bund. bij het Eriesche dorp Dongjum (gem. Eranekeradeel). Het is in
1776 ingepolderd.
D o n iaw ie r , of D o inw ie r , geh. onder het Eriesche d. Wons (gem.
Wonseradeel).
D on iab u r en , geh. onder het Eriesche d. Ferwoude (gem. Wonseradeel).
Donia g a , buurt in de Eriesche gem. Doniawerstal, nabij den weg van
de Lemmer naar Leeuwarden, in 1801 met 115, in 1840 met 104, in
1860 met 143, in 1872 met 140 inw. Vroeger een. dorp en z<5<5 nog
altoos bij de gemeentelijke administratie genoemd, is het vervallen sedert
de Saksen het in 1498 voor een groot deel afbrandden.
D o n iaw e r sta l, gem. in Friesland, ingesloten door Rauwerderhem,
TJtingeradeel, Haskerland, Schoterland, Lemsterland, Sloten en Wymbritseradeel.
Zij beslaat 12,665 bund. en maakt een der m inst vruchtbare deelen
van Friesland uit. Een groot gedeelte toch is gevormd uit meron en poelen,
daar de noord-westhoek van het Tjeukemeer, het oosteinde van het Sloter-
meer de oosthelft van het Sneekermeer en verder de Goingarijpsterpoelen,
het Koevordermeer en het Idskenhuizermeer, de Langweerder-Wielen, het
Jentjemeer, de Wester-Zijpe, de Ooster-Zijpe en vele kleinere wateren daartoe
behooren. Al de noorder-, noord-wester- en zuid-oosterdeelen bestaan
uit veengronden, doch het midden en zuiden heeft een zandigen bodem.
De veengronden, voor zoo ver die niet uitgebaggerd worden, zijn alien
tot weilanden aangelegd. In de zandstreken, die eerst door de zorgen
van den Grietman Johan Vegilin van Claerbergen, tusschen 1722 en
1772 met kracht ontgonnen werden, wisselen de weiden met bosschen en
akkers af. De veestapel bestond in 1871 uit 8566 runderen, 1560 scha-
pen, 1569 varkens en 468 paarden. De voortbrengselen van den land-
bouw bepalen zich hoofdzakelijk tot boekweit, rogge, haver, aardappelen
en knollen, benevens hout. Fabrieken zijn hier schaars. Men vindt er
alleen 1 scheepstimmerwerf, 4 hoefsmederijen, 1 korenmolen en 1 ververij.
In 1744 had deze gem. 1610 inw., in 1748 1541, in 1811 (toen zij
deels de mairie Langweer vormde, deels tot Sloten behoorde) 1895, m
1822 2057, in 1840 2453, in 1860 3158, in 1872 3456.
Men berekende de bevolking den 1 Jan u a ri 1871 op 2486 Ned.-Herv.,
21 Doopsgez., 84 Chr.-Geref. en 765 R.-Katholieken.
Vroeger telde de gem. 14 dorpen, die ook nog heden ais zoodanig in
administratieven zin worden onderscheiden; doch 7 vertoonen zich thans
nog alleen ais kleine buurten. De zeven werkelijke dorpen zijn Langweer
(de hoofdplaats der gemeente), Broek, Goingarijp, Idskenhuizen,
st.-Nicolaasga, Ouwster-Haule en Tjerkgaast: de zeven overigen heeten:
Boornzwaag, Doniaga, Dijken, Legemeer, Olde-Ouwer, Ouwster-Haule,
en Ter-Oele. Onder Langweer ligt het geh. Zandgaast. Verdere geh. zijn:
Jongeburen en Ballingbuur onder Goingarijp; de Scharren onder Ouwster-
Haule; Hongerschar, de Heide, de Rijlst en Groenendal onder st.-Nico-
laasga; Rodenburg onder Boornzwaag.
D onk, buurt, voorm. d ., in de N.-Brab. gem. Beek-en-Donk, in 1840
met 664, in 1860 met 650 inw. De kapel is reeds ten tijde der Republiek
vervallen.
D onk, buurt in de N.-Brab. gem. Etten-en-Leur, door den w e g ’van
Etten naar Oosterhout in Hocge-Donk en Lage-Donk onderscheiden. Zij
had in 1840 (met de Palingstraat) 649, in 1860 (met Heul en st.-Wille-
brord) 771 inw.
D onk, buurt in de N.-Brab. gem. Dinther, in 1840 met 118, in 1860
met 144 inw.
Donk, geh. in de Limb. gem. Kessel, in 1872 met 72 inw.
D onk, geh. in de Z.-Holl. gem. Brandwijk, waarvan de grond zich
aanmerkelijk onderscheidt van al het omliggende land. Het is een zan